Woordenboek
Spokaans-Nederlands | Nederlands-Spokaans

Spokaans—Nederlands     A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

 

Nederlands—Spokaans     A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
 

vabje:: {U; gst= vapp} smeulen.

vabjos:: {C} gesmeul.

Vabjosno:: {N} "Smeul" (bekende stoomlocomotief uit 1936, vd Vuurserie; in 1980 uit de geregelde dienst verdwenen, maar komt nog dikwijls in actie in tv-programma's en films); »Flecs-reks.

vaca:: {C} (dl= Cheetuc) koe.

Vadim:: {J} (Rus).

vâdrese:: {K} onteigenen.

vâdresos:: {A} onteigening.

vâg:: {C} [baby]wieg op poten; ef crûste fes eft tradišonela ~: het is op traditionele leest geschoeid.

vagce:: {U} waken (wakker blijven).

vâgt:: {I} bedrijvig.

vâgte:: {K} (alg) bedrijven; (ihb) knoeien (bedrieglijk werken).

vâgtos:: {C} geknoei, knoeierij.

vajiy:: {S} mimosa.

Vajiy:: {J}.

vakum:: {C} vacuüm.

vâkumm:: {C; mv= vâkumo} stofzuiger.

vâkumme:: {U} stofzuigen; ef ~ fes ef mittus: de kamer [stof]zuigen.

vâkumo:: {mv} »vâkumm.

Vala::

  1. {M}.
  2. {N} (maandblad voor pop- en jazzmuziek in Spok); .

Valâgja::

  1. {F/M}.
  2. {N} (snackbar in Valâgja ef Yryff); ; (DOM 145).

Valâgja ef Yryff:: {G} (dorp; gemeente Nustiy); (DOM 142/145).

Vâlahagge:: {G} (dorp; gemeente Šatoliy); »•hagge.

Vâlahagge-wuma::

  1. {G} (bos; gemeente Šatoliy); .
  2. {N} (camping; gemeente Šatoliy); .

Vâlahagge-wuma-weg:: {W} .

Vâlcleenn::

  1. {G} (dorp; gemeente Blort).
  2. {N} (rangeerterrein bij Blort); .

Vâldes-Sebâl:: {G} (dorp; gemeente Pânâ); (DOM 75-76).

Valdez-covent:: {N} (RK klooster; gemeente Gasky); .

valerjana:: {S} echte valeriaan (L. Valeriana officinalis).

vâlf:: {C} radiobuis, -lamp.

vâliy:: {C} baan (strook grond: renbaan ed).

vallinrân:: {Crs} veldslag; »•ân.

Vallinrân rifo Creep:: {N} "Veldslag van Creep" (bekend schilderij v Pelcer Vlomâ-Jâstiy).

vâls:: {C} wals (dans).

vâls-danše:: {U; vdw= ..-dânsen} walsen (wals dansen).

vâls-dânsen:: {vdw} »vâls-danše.

Valten:: {J}.

valutiy:: {C} valuta.

Vâmpiy:: {J}.

van:: (in Ned namen; als deze verspokanischt zijn, wordt "Van" altijd met een hoofdletter geschreven (Van Der Linden, Van Veen) en soms ook met de rest aaneengeschreven (Vanbeek, Vandenbossche).

van Bakel:: {F} (Ned).

van Beeck:: {F} (Ned).

van Beek:: {F} (Ned).

Van Der Linden:: {F}.

van der Ploeg:: {F} (Ned).

van der Vaart:: {F} (Ned).

van Hout:: {F} (Ned).

van Ittersum:: {F} (Ned).

van Schijndel:: {F} (Ned).

Van Veen:: {F}.

van Wijk:: {F} (Ned).

Vanbeec:: {F}.

Vanbeek:: {F}.

vânde:: {U} zwenken.

Vandelft:: {F}.

Vandenbossche:: {F}.

Vandenbrugge:: {F}.

Vanderback:: {F}.

Vander Bruck ur Montrô:: {F}.

Vander Veldiy:: {F}.

Van-Dongen-mirra:: {W} .

vândos:: {C} zwenking.

Vanes:: {M}.

Van-Gogh-mirra:: {W} .

Vanhuis:: {F}.

vantân:: {C} helm; »•ân.

vânts:: {C; mv= ~a} reling (op schip).

vântsa:: {mv} »vânts.

Vanujatu:: {G} Vanuatu.

vanyja:: {S} vanille.

vanyja-ôrgidé:: {C} vanille-orchidee (L. Vanilla planifolia).

Vanyzah:: {F}.

Vaout:: |vut/vùt| {F}.

vâpje:: {K; gst= vâpp} plagen, pesten.

vâpje-kônka:: {C} "blauwoogdaas" (vlieg) (L. Chrysops infestus).

vâpje-nodâ:: {C} gewone steekmug (L. Culex pipiens).

vâpjos:: {C} pesterij, geplaag.

vapp:: {gst} »vabje.

vâpp:: {gst} »vâpje.

var:: {SC} vrees.

varânda:: {C} serre.

vare::

  1. {E} vrezen; ~ furt: vrezen [voor]; gress ~ graviyn tiyns: ik vrees het ergste.
  2. {U} bang zijn (bezorgd zijn); gress ~ den eup melde kinur: ik ben bang dat ze ziek is.

Varees-mirra:: {W} .

varés:: {C} sering (L. Syringa vulgaris).

variere:: |..ÿje| {K} variëren; ~ rifonn A helkara B: variëren van A tot B.

varierer:: {C} variant.

varieros:: {C} variatie.

variy:: {I} (alg) gevreesd; eft ~ âstiemzer: een gevreesd tegenstander; ef melde ~, den ...: bevreesd zijn/vrezen dat ....

vârjatjen:: {C} wurger.

vârje:: {K; gst= vârt} wurgen.

vârjos:: {C} wurging.

Vârmiy-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Seertzeekoles); .

Vârmiy-seert:: {W} (buurtschap); .

vârne:: {K; vdw= vart} waarschuwen.

vârnôrm:: {C} waarschuwingsbord.

vârnos:: {C} waarschuwing.

vârnosót:: {I} onhoudbaar (toestand); ontzaglijk, ontzettend (meestal als versterking v add).

varo:: {I} stapvoets (paard).

varote:: {U} stapvoets lopen; stapje voor stapje voortgaan.

varotlat:: {C} paard dat stapvoets loopt.

vârpje:: {K; gst= vârpt} zich begeven naar, gaan naar.

vârpt:: |vârt| {gst} »vârpje.

Vârsofa:: {G} Warschau.

vart:: {vdw} »vârne.

vârt:: {gst} »vârje.

Varyh:: {F/J} (Gar).

Varyna:: {M} (Gar).

varyne:: {I} vreesachtig.

Vâryniy:: {G} (riviertje van Boesh-gebergte naar de Qulboech); .

Vâryniy-cliyn-Opper:: {N} (tankstation langs de M6; gemeente Frâk); .

vas•:: {PX.c > c} handvat, handgreep; »vas-.

vasa:: {C} [bloemen]vaas.

vasamâr:: {C} hengsel (v emmer).

vasbrôst:: |..zbr..| {C} termijn.

vasðenc:: {C} handvat van een teil.

vase:: {K} aanpakken, [vast]grijpen (bij een handvat).

vâsellare:: {U} stagneren (stokken in de ontwikkeling).

vâselle:: {K} ophouden (storen, belemmeren: in werk ed).

vâseller:: {A; mv=enk} onachtzaamheid.

vâselliy:: {I} onachtzaam.

vâsellos:: {C} oponthoud, storende onderbreking (tijdens werk ed).

vasista:: {C} dakraam.

Vasista-mirra:: {W} .

vasknyfo:: {C} heft (v mes).

Vâsote-mirra:: {W} .

Vâsote-motela:: {N} (motel; gemeente Hirdo); .

Vâsote-poentel:: {N} (tankstation langs de M69; gemeente Hirdo); .

vass:: {C; mv= ~a of ~es} (lett) verbreking; ef raðo-yplemerosecÿr ~: de verbreking van de radioverbinding.

vassa:: {mv} »vass.

vasse:: {Krs} verbreken.

vasses:: {mv} »vass.

vassos:: {A} (fig) verbreking; ef fesrepposecÿr ~: de verbreking van de verloving.

vasstôfmkâ:: |M| {C; rs= ~t} steel van een [grote] hamer.

vasstôfmkât:: |M| {rs} »vasstôfmkâ.

Vâst:: {Gmv} (beek van Liftkar Vâsote-bos naar de Trendon); .

vastariy:: {C} telefoonhoorn.

vastariyârp:: {C} haak (voor telefoonhoorn).

Vâst-blufk:: {W} (stadswijk in Hirdo); .

Vâst-blufk-mirra:: {W} .

Vâst-wâljÿ-mirra:: {W} .

vâstyf:: {I} zieltogend.

vasulftatjen:: {C} houtsnijder (beroep).

vasulfte:: {K} houtsnijwerk maken.

vasulftos:: {C} houtsnijwerk.

vât:: {III} tevens, eveneens.

Vaticen-Stat:: {G} Vaticaanstad.

vâtja:: {C; mv= vâtjâe; rsmv= ~tt} vest (mouwloos: onder colbertjasje).

vâtjâe:: {mv} »vâtja.

vâtjatt:: {rsmv} »vâtja.

Vaulaine:: {F} (Fra).

VAUP:: {N} (voedingsmiddelenfabriek in Vel-Azÿro); .

VCKZ:: {afk} »Vobare-sentrym furt Cûlturela én Kûraiy Zebbe.

vd.:: {afk} »vendor.

v.d.h.:: {afk} (= »vluf dus holfe).

ve:: {C} (naam vd letter V, uitsluitend in veelgebruikte afkortingen, zoals TV, spreek uit |tEve|); »ive.

Veelp-ager:: {N} (badstrand; gemeente Piroes); .

Veemt-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Kruic); .

Veen:: {F}.

Veenema:: {F} (Ned).

véere:: {K} (alg) verkennen; (ihb) patrouilleren.

véerka:: {C} kruiser (oorlogsschip).

véeros:: {C} (alg) verkenning; (ihb) patrouille.

Vega::

  1. {G} (stad in Munt).
  2. {N} (klein vliegveld; gemeente Vega); .

Vega-belt:: {G} (dorp; gemeente Hier).

Vega-hupster:: {N} (station).

vegetateff:: {I} vegetatief.

vehikul:: {C} verdunner, oplosmiddel (voor medicijnen).

vek:: {C} snede.

vek'net:: {C} overschot, surplus.

vek-uzer:: {I} »uzer.

vel:: {DT} (natijdigheid);

  1. (duratief; evtl met dt ra in hoofdzin) na[dat]; toen; ef ~ meldo [ra] olla, Petriy pratilóme: het was gezellig nadat/toen Petriy vertrokken was (géén relatie tussen P.'s vertrek en de gezelligheid); Lerdu ~ vjolamerra ra, gress arfinilóme fes: Lerdu speelde viool, nadat/toen ik binnenkwam (Lerdu was al bezig met spelen en toen kwam ik binnen; of: Lerdu begon met spelen toen ik binnenkwam); »mintof 2;
  2. (momentaan; evtl met dt ek in hoofdzin) na[dat], zodra [als]; ef ~ meldo [ek] olla, Petriy pratilóme: het was gezellig, nadat/zodra Petriy vertrokken was (omdat P. nu weg is, wordt het gezellig); ~ póbare [ek] gress ef oto, blul ef tiyn riffilomije: ik zal de auto verkopen, zodra [als] hij gerepareerd is; Lerdu ~ vjolamerra ek, gress arfinilóme fes: Lerdu speelde viool, nadat/zodra ik binnenkwam (op het moment dat ik binnenkwam pakte hij zijn viool).

Vel:: {G} (stad in Bloi); (DOM 197).

Vel-Azÿro:: {G} (stad in Plefô).

veldefe:: {Kpr} tekeergaan tegen, uitvaren tegen.

veldreff:: {I} mensenschuw; (= »veldur + »queff).

veldur:: {C} mens, individu, persoon (zowel mnl als vrw).

veldurnolac:: {C} personenrijtuig (spoorwegwagon); personenbusje; .

velduros:: {S} mensheid.

veldur-oto:: {C} personenauto; .

veldurproje:: {C} mensdom (alle levende mensen samen); (= »veldur + »uproje).

veldur-queff:: {I} (arch) mensenschuw; »veldreff.

veldur-rigts:: {Cmv} mensenrechten.

Veldurs arvendo:: {N} (titel v muziekdrama); .

Veldurs 'kara ef kûra – Kûra 'kara ef veldurs:: {N} (titel ve rapport); .

veldurtiff:: {C} mensenkennis.

veldur-tivjâs:: {I} mensonwaardig.

veldurtiyse:: {S} mensenvlees; (alleen gebruikelijk in:) do brae ~: hij is een ijzervreter, onverschrokken krijger; hij ontziet niets of niemand; gress lartavy ~: ik heb ontzettende trek; mijn maag rammelt van de honger.

veldur-wÿrtôsta:: {Cmv} human resources ("personeelszaken").

Velga:: {M}.

veliyter:: {I} (alg) menselijk; (ihb) van de mens[en] (alleen in:) ef ~ Rozjeper: "de Stuurman des mensen" (= God); (= »veldur + »iyter).

Veljâ:: {J}.

velk:: {I} nog; (bovendien) ~ 3 lelpiru veldurs: nog 3 andere mensen; pirandoka gress tiffe ~ jazy, kluft tu pe ef: natuurlijk weet ik nog wel hoe je heet; gress do méte ~ hols: ik heb hem gisteren nog gezien; ne'âma ~: alleen nog maar; ~ tuffianto: nog maar, nog slechts; »kelt; »raliy; »vluf.

vell:: {C} vijl.

velle:: {K} vijlen.

velle-tâmlek:: {S} vijlsel.

vellômpân:: {Crs} (soort roeiboot met hoge voor- en achtersteven); »•ân.

Vel-mirra:: {W} .

Veloene:: {M} (Peg).

velp:: {I} leeg, ledig; gress melde ~: ik heb een lege maag (heb trek).

vélp:: {C} zeemeeuw (ihb doffiy-vélp en hamiy-vélp); »doffiy-vélp; »hamiy-vélp.

•-velp:: {Sx.zn > add} •loos; (bijv) jacier/jacier-velp: heerser/heersersloos; môntyos/môntyos-velp: probleem/probleemloos.

velpane:: {C} luchtledig (zn); luchtledige ruimte; vacuüm.

velpare:: {K} ontruimen (alg); leegpompen, leeghozen (v schip).

Velparen ef Rutôs:: {N}

  1. (titel ve rapport); .
  2. (naam ve stichting); .

velpe:: {K} ledigen, leegmaken.

Velpentiy:: {G} (dorp; gemeente Reo).

velpere:: {U} leeg zijn (niet vol).

velpiy:: {C} leegte, vacuüm; (fig) leegheid.

velpos:: {C} lediging (alg); lichting (v brievenbus).

velt:: {C} krat, kist (v open latwerk).

Veltaca-lirrotiy:: {W} .

Veltiyf:: {G} (riviertje van Cÿrofly-gebergte naar de Klinnÿr); .

Veltiyf-knurftas:: {G} (waterval in de Klinnÿr; gemeente Afarcal); .

Veltiyf-plâkomÿ:: {N} (spoorwegtunnel; gemeente Šeftaliy); .

Veltiyf-pônt-weg:: {W} .

Veltsiyn-korda:: {N} (Erg kerk; gemeente Fietso); .

Veltsiyn-weg:: {W} .

vémân:: {C} vlag, wimpel; »•ân.

vémâne:: {U} exerceren.

vémân-grup:: {C} eskader.

vémânos:: {C} exercitie.

venca:: {C} maagdenpalm (L. Venca); belt ~: kleine maagdenpalm (L. V- minor); hupster ~: grote maagdenpalm (L. V- major).

vendare:: {E} omgaan, voorbijgaan (v dag/tijd).

vendaros:: {A} het voorbijgaan (v dag/tijd).

vende:: {U}

  1. (alg) gaan; lopen; zich begeven; ~ rala: {U} (spr) meegaan (lett); do ~ lef gress: hij gaat met me mee; gress nert ventavy lef tu: ik wil niet met je mee[gaan]; do chafoste ur ~: hij vertrekt al zingende; hij gaat weg terwijl hij zingt (lett "hij gaat te zingen"); do ~ fes ef kleter musts: hij heeft zijn nieuwe schoenen aan; gress ~ tevi fes gum soliys: ik loop graag op rubber zolen; ef eksposišo ~ velk lóf ér mink: de tentoonstelling loopt nog een week; ef ral ~lira stâgos: de nu lopende voorstelling;
  2. stromen (v water);
  3. gaan (beginnen met iets); (idiomatisch, vende onmiddellijk gevolgd door een infinitief) ef ~ lelperre: [gaan] sparen; ef ~ lelperre furt flj: sparen voor iets; ef ~ njebope: van stapel lopen; te water gelaten worden (v schip); ef ~ vereste: in gejuich losbarsten; ef ~ kurae flj: overgaan op/tot iets (met het een ophouden en het ander beginnen); kirro ~ kurae ef toftiy petsquts: we gaan over tot de orde van de dag; ef ofiss ~ kurae eft kleter cômputereren: het kantoor gaat over op een nieuw computersysteem;
  4. (idioom) ~ gress hennâ, den pónze ef: ik zal het zien te krijgen (moeite doen); do ventât hennâ, den sen anie: hij moet zich zien te vermaken; ef ~ helkara ef budân: met de noorderzon vertrekken; ~ helkara ef mipiy: ervoor gaan (zich inspannen); kirro ~ helkara ef mipiy, cÿrs ejelife ef col: we gaan ervoor, om ons doel te bereiken; »dufja.

vende-lilepiy:: {U} (fig) verdergaan; mittof plan ~ fes eft hÿ tât: dat plan gaat nog een stukje verder.

vende-mip:: {U} uitgaan (naar café, theater ed); kirro ~ tevi ber Amahagge: we gaan graag in Amahagge uit.

vende-mip-móf:: {A} uitgaansverbod.

vendepitter:: {C} bromfiets; .

vender:: {C} (in straatnamen: weg/straat die ergens naartoe leidt); (bijv) Wuma-~ (weg die naar een bos leidt); Mantsjôx-~ (weg die naar Mantsjôx gaat).

vender:: {C} (in straatnamen: weg/straat die ergens naartoe leidt); (bijv) Wuma-~ (weg die naar een bos leidt); Mantsjôx-~ (weg die naar Mantsjôx gaat).

Vender:: {G} "vertrekpunt naar" (als tweede deel ve plaatsnaam, om aan te geven dat dit een [voormalige] veerhaven is van waaruit men kan oversteken naar de haven die in het eerste deel vd naam staat: Kitia-Vender: veerhaven om naar Kitia over te steken).

vende-ral:: {U} (schr) meegaan (lett).

vende-rifo-pânt:: {C} tochtvlaag.

vende-tÿrt:: {U} ~ [helkara]: teruggaan [naar] (lett); ~ armt: teruggaan tot (fig); ef osk ~ armt pÿr râsen: het gebruik gaat terug tot de dertiende eeuw.

vende-velp:: {U} leeglopen, leegstromen (v vat ed).

vendor:: {I} (afk= vd.) jongstleden; »vende.

vendos:: {C} gang (wijze v gaan).

vendos-kura:: {C} (lett) overgang (het gaan over iets).

vendÿne:: {U} uitstromen, wegstromen (v water).

Vendÿne-kanol:: {G} (kanaal tussen Hoggebim-fonis en Kjoep-straat); .

Vendÿner:: {G} (kanaal tussen Kleter Huftroes en Pitla-fonis); .

vendÿnos:: {C} uitwatering; het [doen] wegstromen (water uit een polder ed).

Venes:: {N} Venus.

Veneša:: {G} Venetië.

Veneša-plep:: {W} .

Venes-mirra:: {W} .

Venes-plâkomÿ:: {N} (spoorwegtunnel; gemeente Šeftaliy); .

Venes-plep:: {W} .

Venezuela:: {Cef} Venezolaanse vrouw.

venezuell:: {IIef} Venezolaans (bv).

Venezuell:: {G} Venezuela.

Venezuely:: {Cef} Venezolaan.

véniestare:: {K} ontduiken (belasting); ontlopen (straf); gress nert ~cû ef aerunel den ...: ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ....

véniestaros::

  1. {C} ontloping (straf).
  2. {A} ontduiking (belasting).

vénieste:: {K} gekscheren met, de draak steken met; last hebben van (een ziek lichaamsdeel/orgaan); kost nurp ~: ik heb last van mijn hoofd; ik heb het in mijn hoofd; groft ként ~: hij heeft het aan zijn maag; hij is maagpatiënt.

véniestos:: {C} gekschering, vrolijke spot.

venn:: {C} vin (v vis); blad, schoep (v waterrad, scheepsschroef, ventilator ed).

vente:: {U} (arch) gaan; (komt als •ente vrnl nog voor in samenstellingen als: monente: afdalen (lett: lager-gaan); satente: klimmen (lett: hoger-gaan); tômpente: het gemakkelijk hebben (lett: naar het graf gaan); zetente: opgroeien (lett: naar de voltooiing gaan); »vende.

ventilašo:: {C} ventilatie.

ventilater:: {C} ventilator.

venture:: {K} (arch) wagen; (alleen nog in:) (sprkw) flâjû ~ flâjû lelperre: wie niet waagt die niet wint.

Vequ:: {M}.

Vequesy:: {F/M}.

ver:: {I} haaks; met een hoek van 90°.

Vera:: {M}.

Verachy:: {M} (Gar).

Vera Merces-Paðiyc-plep:: {W} .

Veraquandro::

  1. {F/M}.
  2. {N} (beschermvrouwe vh smidsgilde).

Veraquandro-sentraliy:: {N} (elektriciteitscentrale; gemeente Chorânitt); .

Veraquandro-zalas:: {N} (zaal waar de Volksvertegenwoordiging vergadert); .

Verasell:: {M}.

Verass:: {F/M}.

Verasyll:: {M} (Peg).

verbalisere:: |..ÿje| {K} verbaliseren.

verbaliy:: {I} mondeling, verbaal.

verc:: {C} marene, pollan (vis) (L. Coregonus); blakker ~: kleine marene (L. C- albula); blotter ~: grote marene (L. C- lavaretus); miterus ~: grote pollan (L. C- nasus).

Verc:: {F}.

Vercs:: {F}.

Verðes-plep:: {W} .

vereslytt:: {C} hertog; (= »verestâ + »lytt).

Vereslytt:: {C} (afk= Vs.) ~ X-Y: Zijne Doorluchtigheid X-Y (aanspreektitel hertog; als adellijke titel); »vereslytt.

vereslytta:: {C; mv= vereslyttÿ} hertogin; »vereslytt.

Vereslytta:: {C} (afk= Vsa.) ~ X-Y: Hare Doorluchtigheid X-Y (aanspreektitel hertogin; als adellijke titel); »vereslytta.

verestâ:: {C} leger; defensie.

verestâ-duet:: {SC} dienstplicht (in Spok in 1922 afgeschaft).

verestâ-heden:: {C} (humanistisch hulpverlener in het leger; voor militairen die zich niet tot een legergeestelijke willen wenden; evenals militaire geestelijken heeft een ~ de rang v kolonel); voor militaire rangen, zie .

verestâ-hôspitalo:: {C} (afk= VH) militair hospitaal; legerziekenhuis.

verestâ-iynk-chént:: {C} zwerminktzwam (L. Coprinus disseminatus).

verestâ-kinner:: {C} stafkaart.

Verestâ-mirra:: {W} .

Verestâ-môbâriy:: {N} (monument; gemeente Tsjech); .

Verestâ-ofiss:: {N} "Legerkantoor" (informatiebureaus van het leger, in diverse grotere steden); .

verestâ-po'er:: {C} troepenmacht (leger).

verestâ-predikent:: {C} legerpredikant (alg christelijk); (militaire geestelijken hebben de rang v kolonel); voor militaire rangen, zie .

verestâ-pryst:: {C} aalmoezenier (RK: legerpriester); (militaire geestelijken hebben de rang v kolonel); voor militaire rangen, zie .

verestâ-sakdos:: {C} legerpriester (Erg); (militaire geestelijken hebben de rang v kolonel); voor militaire rangen, zie .

Verestâ-weg:: {W} .

vereste::

  1. {K} légeren (legertroepen in tenten onderbrengen).
  2. {U} juichen; »vende.
  3. {Upr} légeren (v legertroepen: in tenten bivakkeren).

Verestelira vârnôsta:: {N} (titel dichtbundel); .

verestos:: {C} légering (v legertroepen: bivak in tenten).

verfe:: {I} dof, mat.

verfu:: {S} verf.

verfu-gôl:: {I} verveloos.

verfulot:: {C} verfdoos.

verfu-misan:: {C} verfwinkel; schildersbedrijf (met de nadruk op de verkoop v verf, kwasten ed); »verfutâs.

verfu-nâfta:: {S} terpentine (aardolieproduct).

verfuriff:: {C} verffabriek.

Verfuriff-mirra:: {W} .

verfutare:: {K} afschilderen (geheel schilderen).

verfutâs:: {C} verfwinkel; schildersbedrijf (met de nadruk op het uitvoeren v schilderwerk); »verfu-misan.

verfute:: {K} schilderen, verven.

verfute-âp:: {I} schilderachtig.

verfute-brâst:: {C} verfkwast.

verfute-kûra:: {C/S} schilderkunst.

verfuter:: {C} (pop) schilder (artiest).

Verfuter-pâdra:: {W} .

verfutkûra:: {C} schilderkunst.

verfuto:: {C} [huis]schilder.

verfutos::

  1. {C} schildering; schilderbeurt; ef kul mennirre eft lamir ~: de schuur moet nodig geschilderd worden.
  2. {S} verf[laag] (die reeds opgebracht is); ef ~ ošoe: de verf is nat (pas geschilderd voorwerp).

verg:: {I} stil, zonder beweging; ef qugle ~ ón flj: iets tot stilstand brengen.

vergare:: {U} stilhouden, stoppen.

verge:: {U} stilstaan (niet [meer] bewegen); stoppen (trein); ef ðârlo trenos nert ~ fes kult zeces: de meeste treinen stoppen niet in ons dorp.

Vergent-covent:: {N} (Erg klooster; gemeente Hoggebim); .

vergiy:: {C} maagd.

Vergiy:: {N} Maagd (sterrenbeeld).

Vergiy-ilesets:: {Gef/mv} Maagdeneilanden.

vergos::

  1. {C} stilstand; fes ef ~ ur upk: zoals het reilt en zeilt; ef ~ ur upk: het reilen en zeilen.
  2. {A} stilte (geen beweging).

verg-poiros:: {C} stilleven.

Verhulst:: {F}.

verifiere:: |..ÿje| {K} verifiëren (de juistheid aantonen).

Veritas:: {N} (RK stichting die zich ten doel stelt om de kennis op het gebied v religie te vergroten, in het bijzonder de kennis vh katholicisme; in Tosiy); .

verka'ete:: {K} volhouden (niet opgeven; bij je mening blijven).

verka'etos:: {A} volhouding, het volhouden.

verkât:: {C} (alg) eetbare russula (L. Russula); bârÿr ~: paarse russula (L. R- amoena); mesâ ~: ruwe groene russula (L. R- virescens); miterus ~: wezelrussula (L. R- mustelina).

verkate:: {E} een bevlieging hebben; impulsief reageren.

verkatos:: {C} bevlieging, opwelling; (sprkw) stus nert armtmôquât ef ~: men moet geen slapende honden wakker maken.

verlaf:: {C} rechthoek.

vermelôn:: {S} vermiljoen (zn).

vermelôniy:: {I} vermiljoen (bv).

vermiselli:: {S} vermicelli.

vermut::

  1. {C} glas vermout.
  2. {S} vermout.

verness:: {S} vernis.

verneste:: {K} vernissen.

vernestos:: {C} vernislaag.

Verone:: {M} Verona.

veronica:: {C/S} ereprijs (plant) (L. Veronica); blotter ~: gewone ereprijs (L. V- chamaedrys); presÿr ~: mannetjes-ereprijs (L. V- officinalis).

Veronn:: {J}.

verres:: {C; mv/rsmv= ~res} weelde.

verresiy:: {I} weelderig, luxueus, groots.

verresres:: {mv/rsmv} (=red); »verres.

Versaille:: {F} (Fra).

veršare:: {K} (alg) doen rijpen; rijp doen worden; (poe) ontvankelijk zijn voor.

verše:: {U} rijpen, rijp worden (fruit ed).

versiy:: {C} versie.

veršôðû:: {C} particulier (zn).

veršos:: {C} rijping (fruit ed).

veršôt:: {I} particulier, privaat (als tegenstelling v »kofaniy).

veršôtare:: {K} privatiseren (overheidstaken door een particulier bedrijf laten uitoefenen).

Veršôtare-cômišo:: {N} "Privatiseringscommissie" (onderzoekt haalbaarheid v privatisering v overheidsbedrijven; in Blort); .

veršôtaros:: {A} privatisering.

verstôlé:: {C} honger en/of dorst.

verstôlée:: {U} honger en dorst hebben.

verstôler:: {C} hongerige; iemand die honger heeft.

Vert:: {J}.

Verta:: {M}.

vertarafiy:: {C} schriftelijk antwoord.

vertare:: {U} ~ ón rst: iemand antwoorden.

vertaros:: {C} antwoord.

vertebrât:: {C} gewerveld dier.

vertebratiy:: {I} gewerveld.

Verzyno::

  1. {N} (rangeerterrein bij Totiarofe-Lerescô). ;
  2. {W} (industriegebied); .

veše:: {K} ~ ón: (arch/dl= Liftka) aanbieden; (niet specifiek dl:) ef ~ eftofpira ÿrðaagiy: het verschaft enige helderheid; »Moestof.

vesta:: {VZ} (betrekking) ontbloot van, verstoken van; ef hynnerers melde ~ pliyfone-knurfel: de eilandbewoners zijn verstoken van drinkwater.

Vesta-terf:: {W} .

veste:: {K} (arch) missen, ontberen.

Vesuviy::

  1. {G} Vesuvius (vulkaan).
  2. {N} (restaurant in Gralkrich); .

Vetera-pât:: {W} .

Veteryg:: {G} (dorp; gemeente Tuniy).

vetse:: {C} boord (v schip); sluiskolk.

vetsotoje::

  1. {III} overboord; do tasse ~: hij valt overboord.
  2. {VZ} (plaats/richting) overboord, buiten het schip, van boord; ef tôrsz menkerate ~ ef karé: de trossen hangen buiten het schip; do tasse ~ ef karé: hij valt overboord; hij valt van het schip af; ef otos ufire ~ ef nûrcus: de auto's rijden van de veerboot af.

vevâs:: {C} weverij.

Vevâs-plep:: {W} .

vevatjen:: {C} wever.

Vevatjen-mirra:: {W} .

veve:: {K} weven.

Vever:: {F}.

Veve-seert:: {N} "Wevershuis" (museum in Eeneteree); .

veve-stent:: {C} weefgetouw.

Veve-stent-mirra:: {W} .

vevos:: {C} weefsel, geweven stof.

Vevos-plep:: {W} .

Vewer:: {F}.

Vexi:: {G} (dorp; gemeente Men-belt).

Vexi-Krupel-blof:: {N} (station).

vezo:: {S} touw (als materiaal: meestal hennep of vlas).

VG:: {afk} »vokel-graros.

VH:: {afk} »verestâ-hôspitalo.

vibrâk:: {I; =mt v keša} [het] minst dik; »keša.

Vicente:: {J} (Spa).

Vicente de Peñafort-prosešo:: {C} (beroemde processie te Gasky, elk jaar op 27 augustus); .

Victer:: {J} Victor.

Victer-clamiða:: {G} (moeras in districten Tjemp en Plefô); .

Victer ef Kasser:: {G} (dorp; gemeente Manes-Pjeufiy).

Victer-eka:: {G} (kustwater in de zuidwestelijke hoek vd Kjûpur-zee, op de grens v Tjemp en Plefô bij Nenâs); .

video:: {C; rs= ~t} video[installatie].

videot:: {rs} »video.

vietnâm:: {IIef} Vietnamees (bv).

Vietnâm:: {G} Vietnam; Nutter-~: Noord-Vietnam; Zutter-~: Zuid-Vietnam.

Vietnâma:: {Cef} Vietnamese vrouw.

vietnâmise:: {C} Vietnamees (taal).

Vietnâmy:: {Cef} Vietnamees (bewoner).

vija:: {C} vaart, kanaal.

Vija::

  1. {F}.
  2. {W} .

Vija-sÿrt:: {W} .

Vijona:: {F}.

viken:: »Viken.

Viken::

  1. {C} Viking, Noorman.
  2. {N} (railvervoerbedrijf, opgericht in 1962); .

Viken-môbâriy:: {N} (monument; gemeente Piroes); .

Viken-pât:: {W} .

Vikter::

  1. {J} Victor.
  2. {N} (naam v steenkolenmijn; gemeente Floran); .

Vikter Kapiy-mirra:: {W} .

Viktôr:: {J} Victor.

vila:: {I} oneindig (zonder op te houden).

Vila Nova-Kents:: {G} (woongemeenschap; gemeente Plafotô); .

Vila Nova-knurftas:: {G} (dorp; gemeente Plafotô).

Vila Nova-weg:: {W} .

Vilauta:: {N} (vrw personificatie vd Tijd); .

Vilauta-mirra:: {W} .

vildul:: {C} boom; ef axe ef keša oras ~l (rs!): alles op alles zetten; ef feldre fes ef ~s: boven zijn theewater zijn; (sprkw1) azino ~s, azino geffys; (sprkw2) grum ~s, grum geffys: de appel valt niet ver van de boom (sprkw1 bij slechte eigenschappen; sprkw2 bij goede eigenschappen); (sprkw) ef ~ melde furt ef axos: het is zover; (sprkw) xnep ~s pafyre noi: "kale bomen ruisen niet" (als iemand maar wat zit te babbelen zegt hij feitelijk niets); »ÿksaner.

Vildul:: {F}.

Vildul-agru:: {G} (dorp; gemeente Flento).

Vildul-ðôrcel:: {W} (buurtschap); .

Vilduler:: {F}.

vildul-fors:: {C} boomkikker (L. Hyla arborea).

vildul-grûmiyl:: {C} bosvleermuis (L. Nyctalus leisleri).

Vildul-Kents furt ef Luna:: {G} (Erg commune; gemeente Has); .

Vildul-knurfel:: {W} .

vildul-kvipp:: {C} boompieper (vogel) (L. Anthus trivialis).

Vildul-lirrotiy:: {W} .

Vildul-mirra:: {W} .

vildul-mûle:: {C} boommol (leeft in holle bomen op Teujan) (L. Talpa teujana).

Vildul-plep:: {W} .

vildul-quratjen:: {C} houtduif (L. Columba palumbus).

Vildul-reks:: {N} "Bomenserie" (serie diesellocomotieven); .

Vilduls rifo Poniy:: {G} (bos; gemeenten Jatty (BF), Xark en Zekon); .

Vilduls rifo Qunaze:: {G} (bos; gemeenten Entâ en Nichtkalas); .

vildul-sustaâs:: {C} boommarter (L. Martes martes).

Vildul-weg:: {W} .

Vildul-weg Lurgiy:: {W} .

Vildul-weg Nutter:: {W} .

Vildul-weg Zutter:: {W} .

villa:: {C; mv= villâe; rsmv= ~te} villa, landhuis.

Villa-avenû:: {W} .

villâe:: {mv} »villa.

villate:: {rsmv} »villa.

vilt:: {BZ; 2enk-fam} jouw, je, van jou.

vilté:: {BZ} (= »vilt »ére).

viltiy:: {Cef; mv=enk} (nominalisatie v vilt) ef ~: de/het jouwe, die/dat van jou; kost mimpits ur ef ~: mijn boeken en de jouwe.

vine:: {C} wingerd.

Vini:: {N} (maandblad voor de wijnliefhebber); .

Vinkentouw:: {F} (Ned).

vinolôche:: {C} oenoloog (wijnkenner, wijnkundige).

vinologise:: {I} oenologisch (wijnkundig).

Vinologise Laboratorym:: {N} "Oenologisch Laboratorium" (houdt kwaliteit v Spok wijnen in de gaten en doet research; in Manes-Puriy); .

vinolôiy:: {C} oenologie (wijnkunde).

Vinsenn:: {J} Vincent.

Viola:: {M} (Ned).

vipe:: {U} (pop) uitgaan (v café, theater ed); »vende-mip.

Virgo:: {N} Maagd (sterrenbeeld).

Virre:: {M}.

Virtale:: {N} (merk v reinigende spray); .

virtuela:: {I} virtueel.

virus:: {C} virus.

Viryc:: {N} (mineraalwatermerk uit een bron ten noordwesten v Lammafin, die in verbinding staat met de »Viryc-quntiyst); ; (DOM 92-93).

Viryc-wuma-pât:: {W} .

Viryc-quntiyst:: {G} (onderaardse waterstroom ten noordwesten v Lammafin, komt uit in de Caherrte); .

vise-•:: {PX} vice•.

vise-âtmerall:: {C} viceadmiraal (marinerang); .

vise-generala:: {C; mv= ~s} vrw vorm v »vise-generalo.

vise-generalo:: {C} luitenant-generaal (luchtmacht); .

vise-konell:: {C} luitenant-kolonel, overste (luchtmacht); .

vise-presedent:: {C} vicepresident.

VisitHirdo:: {N} (bureau voor buitenlandse toeristen; in Hirdo); .

višola:: {I} nauwgezet, stipt, consciëntieus, serieus.

višoll:: {C} nauwgezetheid, stiptheid, consciëntieusheid.

Visota-korda:: {N} (houten RK kerkje in Blof-nurp; gemeente Pitu); .

viss:: {I} knap, wijs.

visuela:: {I} visueel.

visum:: {C} visum.

visy:: {SC} visie.

vita:: {I} snel, vlug (vrnl: met hoge snelheid); ef riffe flj lo ~: (fig) iets bespoedigen; haast achter iets zetten.

Vita S-W:: {N} (populaire lesbische bar in Hirdo); .

vitaka:: {C} speedboot, raceboot.

Vita Kanol-weg:: {W} .

vita-kûfôs:: {C} snelverkeer (vlgs Spok wet: alle verkeer dat sneller kan of mag dan 40 km/u, en dus gebruik mag maken ve autoweg of autosnelweg).

vitala:: {I} vitaal.

vitalitiy:: {C} vitaliteit.

vitamynn:: {C/S} vitamine.

vita-ojelstos:: {C} expresbestelling.

vita-oto:: {C} (afk= v.o.) sportwagen.

vita-pesmlâ:: |M| {C; rs= ~t} slechtvalk (L. Falco peregrinus).

vita-pesmlât:: |M| {rs} »vita-pesmlâ.

vita-treno:: {C} (afk= VT) gewone sneltrein (in Spok: stoptrein-materieel dat echter alleen bij de grotere stations stopt).

vitaxâriy:: {I} bevattelijk, gemakkelijk te begrijpen.

vitaxâriye:: {U} bevattelijk zijn, gemakkelijk te begrijpen zijn.

vitešo:: {C} snelheid; mâksûm ~ (afk= M.V.): maximum snelheid; (in bebouwde kom 50 km/u; onverharde weg 60 km/u; autosnelweg 120 km/u; »pârdova-weg 90 km/u; overige secundaire wegen 80 km/u; hogere of lagere snelheden zijn met borden aangegeven).

vitrynn:: {C} [beeld]scherm (v tv).

Vittore:: {J} (Ita).

viyce:: {Upr} zich bukken.

viycos:: {C} gebuk, het bukken; gebukte houding; do giffe fes eft ~: hij staat gebukt.

viyl:: {C/S} perkament.

Viylbrašiy-seert:: {W} (buurtschap); .

viylc:: {C} verband, verbinding (vrnl mechanisch, bij baksteen).

Viylder:: {F}.

viylke:: {U} ~ fes dinelo: aanzitten aan het diner.

Viylkô-pârc:: {W} .

Viylkô-plep:: {W} .

Viyndy:: {F/M}.

Viyndy-mirra:: {W} .

viyrâgt:: {S} ijsbloemen (op de ruit).

viyšâto:: {I} gênant.

Viyster:: {J}.

Viystra:: {M}.

vizaje:: {U; gst= ~t} voor dag en dauw opstaan (om te gaan jagen/vissen).

vizajet:: {gst} »vizaje.

vizajos:: {C} het voor dag en dauw opstaan (om te gaan jagen/vissen).

vja:: {VZ} (richting; meestal met geografisch[e] naam/begrip) via, over; ef treno vende ~ Bôrâ: de trein gaat via Bôrâ; ~ ef tsiymâ: over de bergweg.

vjadûk:: {C} viaduct.

Vjadûk-mirra:: {W} .

Vjadûk-weg:: {W} .

Vjala:: {F}.

Vjamiy-plep:: {W} .

vjârt:: {I} blank, lichtgekleurd.

vjârt-mesâ:: {I} lichtgroen.

Vjeemc:: {G} (beek; gemeente Zjâk); .

Vjenne:: {G} Wenen.

vjent:: {I} week, zacht, onvast.

vjentiy:: {A; mv=enk} weekheid, zachtheid.

vjiyk:: {C} oogklep (voor paard).

Vjiyk-pônt:: {N} (brug over de Krappa); .

vjola:: {C} viool (muziekinstrument).

Vjola:: {F}.

vjola-cônserto:: {C} vioolconcert.

vjolamerr:: {C} violist.

vjolamerre:: {U} vioolspelen.

Vjola-plep:: {W} .

vjolensell:: {C} cello, violoncel.

vjolensellmerr:: {C} cellist.

vjoliy:: {I} violet (als specifieke variant v paars).

vjoly:: {C} viooltje (bloem) (L. Viola).

Vjoly-pât:: {W} .

vjopa:: {SC} (arch/dl= Peg) troost.

vjopaâcce:: {K} zich bekommeren om; (= »vjopa + »wâcce).

vjopaâccos:: {A} bekommering, bezorgdheid.

Vjôstâler:: {G} (voormalig dorp).

Vlaco-plep:: {W} .

Vlâgh:: {F}.

vlagtatjen:: {C} »vogily-vlagtatjen.

vlagte:: {K} verschrikken, doen schrikken, aan het schrikken maken.

vlagtos::

  1. {C} verschrikking (persoon/voorwerp waar men v schrikt).
  2. {A} (fig) verschrikking (iets ergs).

vlâk:: {C} hamel, weer (gecastreerd schaap); gecastreerde bok (mnl geit).

vlamenlandes:: {IIef} Vlaams (bv).

Vlamenlandes:: {G} Vlaanderen.

vlamenlant:: {C} Vlaams (taal).

Vlament::

  1. {F}.
  2. {G} (stad in Ben).

Vlames:: {Cef} Vlaming.

Vlamesa:: {Cef; mv= ~s} Vlaamse vrouw.

Vlamôp-mirra:: {W} .

Vlâmpiy-plep:: {W} .

vlânða:: {I} onaantastbaar.

Vlân-pât:: {W} .

Vlân-weg:: {W} .

Vlaölos:: {F} (Peg).

vlass:: {C; mv= ~a} regel, voorschrift.

vlassa:: {mv} »vlass.

vlass-cjestovliy:: {C} fraude.

vlass-gÿtt:: {C} geknoei, fraude.

vlass-kette:: {K} voorschrijven (regel[s] geven).

vlaxânðo:: {C} [gemene] streek.

vlaytre:: {K; gst= vlaytt} ~ ón: verschuldigd zijn aan.

vlaytros:: {A} het verschuldigde.

Vlaytros I:: {N} (titel toneelstuk); .

Vlaytros II:: {N} (titel toneelstuk); .

Vlaytros III:: {N} (titel toneelstuk); .

vlaytt:: {gst} »vlaytre.

vlazzatjen:: {C} regisseur.

vlazze:: {K} (alg) regelen, organiseren; (ihb) regisseren.

vlazze-mimpit:: {C} draaiboek (ook mbt te voeren beleid).

vlazze-pôr:: {I} onpraktisch (persoon); niet goed kunnende organiseren.

vlazziy:: {I} geregeld, ordelijk; goed georganiseerd.

vlazzos:: {C} (alg) regeling, ordening; (ihb) regie; organisatie (met de nadruk op het organiseren [van iets]); »ôrganisašo.

vlegte:: {K} vlechten.

vlegtiy:: {C} vlecht, gevlochten haar[streng].

vlegtos:: {C} het vlechten; vervlechting.

Vlel:: {G} (stad in Plefô); (DOM 95).

vlemót:: {C} slager (die zelf slacht).

vlemótâs:: {C} slagerij (waar tevens geslacht wordt).

vlemótatjen:: {C} slachter.

vlemóte:: {K} slachten.

vlemótos:: {C} slacht (v dieren); slachting, slachtpartij (bijv in oorlog).

vlemótsért:: {C} abattoir, slachthuis.

vlemót-texo:: {C} slagersmes; »froknyfo.

vlemótykelp:: {C} slachtbank.

vlep:: {C} plak, schijf (vlees, worst).

vléša'emm:: {III} minstens, op zijn minst; betrekkelijk (als afzwakking v add); ef mimpit melde ~ 14: het boek kost minstens 14 herco; ef mimpit melde ~ mikar: het boek is betrekkelijk duur.

Vleys:: {F}.

Vleys-Ferden:: {N} (keten v chique meubelzaken); .

vliyn:: {I} flink, kranig.

VLIYT:: {N} (commerciële radiozender); .

Vliyteram:: {F}.

Vliyterâm:: {F}.

Vliyteram Kabi:: {N} (grote boekdrukkerij te Amahagge; onderdeel vh grote concern »Vliyteram TC); .

Vliyteram Medyms:: {N} (overkoepelend onderdeel vh grote concern »Vliyteram TC, verantwoordelijk voor nieuws- en informatievoorziening via radio en internet); .

Vliyteram-Quondaros:: {N} (boekhandel in Hirdo); .

Vliyteram TC:: {N} (grootste uitgevers- en drukkersconcern in Spok; hoofdkantoor in Gralkrich); .

Vliyteram Ÿrðos:: {N} (grote uitgeverij, onderdeel vh grote concern »Vliyteram TC); .

Vliyteramm:: {F}.

vliytšo::

  1. {Sef} nikkel (metaal).
  2. {I} nikkelen, van nikkel gemaakt.

vlo:: {II} iets, net, een beetje (voor een trap v verg); eft ~ hupsterr kas: een iets te grote jas; Jânex ef oto ufire ~ vita terat dus ef kostiy paine: Jâns auto rijdt een beetje/net iets sneller dan de mijne; »vloja.

Vlociys::

  1. {G} (eilandje tussen Brÿr en Liftka, in de Kjoep-straat); .
  2. {G} (natuurreservaat; gemeente Milbo); .
  3. {N} (vuurtoren; gemeente Milbo); .

Vlociys-âskân:: {W} .

Vlociyska I:: {N} (autoveer); .

Vlociyska II:: {N} (autoveer); .

Vlociys-lirrotiy:: {W} .

Vlociys-pât:: {W} .

vloda:: {Cid} spoed||traagheid; móns-~ = ~ lef lamiros: spoed; chys-~ = ~ ðÿm lamiros: traagheid; ~ lef ef cyriy: aarzelende traagheid.

Vloetâs:: {F}.

vloff:: {gst} »vlofje.

vlofiy:: {I} opgesloten, ingesloten.

vlofje:: {K; gst= vloff} opsluiten, insluiten.

vlofjos:: {C} opsluiting, insluiting.

vloja:: {C} eft ~: een beetje, een weinig; eft ~ [rifo] sucro: een beetje suiker; do lelperre vûlt eft ~ febbe: hij heeft hoogstens wat koorts; »vlo.

Vloja:: {F}.

vlojapôrtecc:: {I} dunbevolkt; (= »vloja + »zampôrtecc).

Vlojumûtre:: {F}.

Vlolubâ-poentel:: {N} (herberg aan de weg tussen Fonistâ en Amahagge); .

Vlolunzatak:: {G} (dorp; gemeente Imenal).

Vlomâ:: {F}.

Vlomanyje:: {F}.

Vlonôc:: {N} (apparatenfabriek in Hoggebim); .

vlôt:: {C} sprong.

vlôte:: {U} springen; ef ~ armt fléms: in brand vliegen.

vlôte-prart:: {C} springplank.

vlôtos:: {C} gespring.

vlu•:: (= vlû•) {PXimpr} (gereduceerde vorm v »vluf); »vlu-/vlû-.

vlû•:: {PX} »vlu•.

vluf:: {I; =vt v pert 1} meer (vg v veel); Marje rinne ~ dus Lerdu: Marje verdient meer dan Lerdu (maar beiden verdienen ze veel); (vgl) Marje rinne crâmô dus Lerdu: Marje verdient minder weinig dan Lerdu (dus meer dan L., maar beiden verdienen weinig); do rinne 1000 ur ~ herco ri'ef hertel = do rinne 1000 ur ~ ri'ef hertel: hij verdient meer dan 1000 herco per maand; groft ÿrôm nert melde ~ ki dus eft surront-wôlpios: zijn werk is niet méér dan een ingreep in de omgeving; óps melde lef 12 zempers ur ~: ze zijn ouder dan 12 jaar; aftel tu tiffe velk ~ tiyns?: weet je nog meer [dingen]?; mittof hâftere [velk] ~: dat gebeurt wel vaker; ~ dus holfe (afk= v.d.h.): nagenoeg; zo goed als; ~ ur oiba (afk= v.u.o.): min of meer; nert ~ tur velk (afk= nv/v): voortdurend, constant; nert ~ ki dus: niet méér dan (slechts); (vluf drukt in sommige idiomatische uitdrukkingen een vt uit) ef tupplip ma melda ~ olla meldelira, ef kôbo nÿlilóme: de reis was des te fijner omdat de zon scheen; »meldelira; »pert.

vlufa:: {I} meerdere (bv); hoger in rang; grotere; do melde kost ~ veldur: (alg) hij is mijn meerdere; hij staat boven mij (in rang/prestatie ed); »vluvender.

vlufkanas:: {C} merendeel.

vlufkanasiy:: {I} merendeels, voor het merendeel.

vluftiy:: {C} meerderheid, gros; eft miproit ~: een ruime meerderheid; ef melde ~: in de meerderheid zijn; kirro melde ~ (en NIET: ~n): wij zijn in de meerderheid (soms wordt vluftiy abusievelijk als add opgevat en dan komen we de incorrecte mv-vorm vluftiyn tegen).

vlûješy:: {I} [erg] veel; ~ terat: veel meer.

vlukk:: {C} vloek.

vlukke:: {U} vloeken; ~ tygtja rst: vloeken tegen/op iemand.

vlukkos:: {C} gevloek.

Vlukrjûtamatte:: {F} (Gar).

vlûme:: {K} kennen, bekend zijn met.

vlûmos:: {A} het bekend-zijn, bekendheid; ef ~ ón ef sÿrtos osks (ón is vz): de bekendheid met de plaatselijke gebruiken.

vluquos:: {II} enkel; lef eft ~ wufta: met een enkel woord; nÿf ~ veldurs: geen enkel persoon; (= »vlu• + »quoss).

vlurre:: {C} nachtjapon.

vlute:: {U} fluiten; op een fluit blazen (muziekinstrument; locomotief).

vluto:: {C} fluit (muziekinstrument; op locomotief); fyg ~: baggermolen (vrnl op de Trendon).

vlutomerre:: {U} fluiten, fluitspelen.

vluvender:: {C} meerdere (in leger/bedrijf: persoon hoger in rang).

vly:: {I} onbevredigend (resultaat ed).

vlybâs:: {I} turquoise (kleur).

Vlychiy:: {F}.

Vlyg:: {F}.

Vlÿs:: {G}

  1. (wijnbouwgebied in de westelijke uitlopers vh Lamk-gebergte op Lomky); .
  2. (»ûpk-areû in district Kina).

Vlÿs-agru:: {G} (top in Lamk-gebergte; 1160 m hoog); .

Vlÿs-agru-mirra:: {W} .

Vlÿs-avenû:: {W} .

Vlÿss:: {F}.

Vlÿs-šarks:: {N} (wijngaarden op Lomky); .

Vneresu-weg:: {W} .

Vnor:: {F}.

Vnor-natâs:: {N} (boek- en brochurebinderij in Gralkrich); .

v.o.:: {afk} »vita-oto.

vobare:: {K} (lett/fig) vormen.

Vobare-sentrym furt Cûlturela én Kûraiy Zebbe:: {N} (afk= VCKZ) "Cultureel en Artistiek Vormingscentrum" (bij Minde); .

vobariy:: {I} formeel; vormelijk; volgens de vorm.

vobaror:: {I} beschaafd.

vobaros:: {C} (lett/fig) vorm, vorming.

vóbe:: {U} ~ furt rst: iemand welkom heten.

vober:: {C} (fig) vorm; mittof enter melde eft ~ rifo metatesiy: dit verschijnsel is een vorm van metathesis; zÿtâ ~ rifo (vz-uitdr): in de vorm van.

voddyrân:: {Crs} voorhoede; »•ân.

vodka:: |vôtka|

  1. {C} glas wodka.
  2. {S} wodka.

Voede:: {J}.

Voetsavos::

  1. {F}.
  2. {N} (naaimachinemerk); .

Voetsavos TC:: {N} (naaimachinefabriek te Hoggebim); .

Voghel:: {F}.

vogiliyatur:: {C} vogelnest[je].

Vogiliyatur-lirrotiy:: {W} .

Vogiliyatur-motela:: {N} (motel; gemeente Ozaneto a/e Leije); .

vogily:: {C} vogel (ntr); do prato tjâg Jôl Vogily: hij is met de noorderzon vertrokken.

Vogily:: {F/M}.

Vogily-armtpildos:: {N} "Vogelterras" (café met groot terras in de dierentuin v Amahagge); (UIS 31).

vogily-caf:: {C} vogelkooi, volière.

vogily-cluzâs:: {C} vogelhuisje.

vogily-flyddere:: {C} grist ~: kolibrievlinder (pijlstaartvlinder) (L. Macroglossum stellatarum); lâeitor ~: pauwoogpijlstaart (L. Smerinthus ocellata); lâlÿntor ~: windepijlstaart (L. Agrius convolvuli).

Vogilygert:: {N} "Vogelwacht" (stichting v bescherming v vogels; in Kûrânien); .

vogily-huron:: {C} orchis; blakker ~: herfstschroeforchis (L. Spiranthes spiralis); littit ~: bijenorchis (L. Ophrys apifera); mindefit ~: grote muggenorchis (L. Gymnadenia conopsea); miterus ~: vliegenorchis (L. Ophrys insectifera).

vogily-influnns:: {C} vogelgriep.

Vogily-lirrotiy:: {W} .

vogily-mipru:: {C/S} vogelbraak (zeldzame plant, verwant aan koekoeksbloem, groeit vooral langs de Prek-oevers; vogels moeten ervan braken en mensen krijgen er diarree van) (L. Melandrium catharticum).

Vogily-mirra:: {W} .

Vogily-oftian:: {W} (stadswijk in Hirdo en in Zest); .

Vogily-plep:: {W} .

Vogily-pola:: {W} .

Vogily-reks:: {N} "Vogelserie" (serie stoomlocomotieven); .

vogily-roiy:: {C} vogelwachter.

Vogily-rÿ-lirrotiy:: {W} .

Vogily-seert:: {N} "Vogelhuis" (museum in Amahagge); .

vogily-tiffug:: {C} vogelpootje (plant) (L. Ornithopus perpusillus).

vogily-vlagtatjen:: {C} vogelverschrikker.

Vogily-weg:: {W} .

vokel:: {C} (taalk) vocaal, klinker.

vokel-graros:: {C} (afk= VG) umlaut (zoals in het Duits).

vokelise:: {I} vocaal (bv).

Vola:: {F/M}.

Volaja:: {G} (waterval in de Cheetucjâ; gemeente Tjokkyt); .

Volaja-pât:: {W} .

Volaj-dunjes:: {G} (duingebied tussen Xôcÿrðamiy en Haleu); .

Volaj-taris:: {N} (toren die in de duinen ten zuidoosten v Xôcÿrðamiy LIGT); ; (DOM 76-79).

vôlcanise:: {I} vulkanisch.

vôlcano:: {C} vulkaan.

Vôlcano-weg:: {W} .

Volga:: {G} Wolga.

Volga-mirra:: {W} .

Volkswagen:: {N} (assemblagebedrijf in Amahagge); .

Vôlšiy:: {N} (vuurtoren; gemeente Liyrotyka); .

Vôlt:: {J}.

Vôlte:: {J} Walter.

voluptiy:: {SC} (pej) wellust.

vômang:: {I} spontaan.

vômange:: {U} inschrijven, intekenen (aannemer, abonnement, boek ed).

vômangos:: {C} inschrijving, intekening (aannemer, abonnement, boek ed).

vômp:: {C} pens.

von:: (in Dui namen; zie lemma's hieronder).

von Eckenhofen:: {F} (Dui).

von Schenkendorff:: {F} (Dui).

von Steier:: {F} (Dui).

vonare:: {Kpr} het eens worden met.

Vônda:: {G} (eilandje in de Trendon; gemeente Eon (BF)); .

Vônda-pônt:: {N} (spoorbrug over de Trendon, bij Eon (BF)); .

Vondel-ka:: {N} (veerboot); .

Vôndika-mirra:: {W} .

vondrû:: {I} weerspannig.

vone:: {Kpr} het eens zijn met.

Vônja-pônt:: {N} (spoorbrug over de Leije, bij Zvÿrx); .

voqug:: {C} dreg.

voquge:: {K} (lett) ophalen, opdreggen (drenkeling ed); (pop) ophalen (lett: gaan halen); gress ~ tu tjâg ef oto: ik kom je met de auto ophalen.

voqug-fisae:: {U} dreggen (met een dreg in het water zoeken).

voqugos:: {C} (lett) ophaling, opdregging (v drenkeling ed).

Vorâx-ðôrcel:: {W} .

vôrd•:: {wst} »vôrdre.

vôrdre:: {K; gst= vôrt; wst= vôrd•} arresteren, aanhouden.

vôrdros:: {C} arrestatie, aanhouding.

Vorgte:: {J}.

Vorgtiy-tômp:: {N} (grafheuvel; gemeente Metie); .

voriy:: {C} voorschip.

Vorrdemân:: {F}.

vôrt:: {gst} »vôrdre.

Vortarent:: {G} (dorp; gemeente Akom).

Vort-Iymper:: {G} (dorp; gemeente Frâk).

Vort-Knurfelstiy:: {G} (dorp; gemeente Lankos).

vosite:: {C} bankschroef.

Vosite-weg:: {W} .

vostiche:: {K} »vostriche.

vostichos:: {A} »vostrichos.

vostriche:: {K} (fig) voortvloeien uit.

vostrichos:: {A} (fig) voortvloeiing; dat wat [ergens uit] voortgevloeid is; lef ~: in alle opzichten.

votafiy:: {C} stembiljet.

vóta'o:: {C} liederlijke taal; schuine mop.

vote:: {U} stemmen.

vote-arr:: {C} kieskring.

vote-buro:: {C} stembureau.

vote-buro-bavân:: {C} stemdistrict (waar een stembureau werkzaam is).

vote-kura:: {K} overstémmen (meerderheid v stemmen krijgen).

votelira:: {III} uiteraard, vanzelfsprekend.

votelmstjâ:: |votemstâ| {C} stemrecht.

vote-zemperas:: {C} kiesgerechtigde leeftijd.

votos:: {C} stemming, het stemmen.

vott:: {C} [kies]stem.

Vôx:: {G} (dorp; gemeente Pitu).

Vôx-jakâm:: {W} .

vozaben::

  1. {Aef} beleg (v stad).
  2. {I} belegerd.

vozabiye:: {K} belegeren.

vozabiyos:: {C} belegering, het belegeren.

Vozjâf:: {F}.

vózÿr:: {I; =vt v olla en trojo} fijner, aangenamer, prettiger; »olla; »trojo.

vraboe:: {K} vermoeden.

vraboiy:: {I} vermoedelijk.

vraboos:: {A} vermoeden (zn); ef chaquinde ef ~, den ...: het vermoeden uitspreken, dat ...; »bzaée.

Vradiys:: {N} (sportinstituut bij Ÿrbô); .

vrala:: {C} jonge koe (maar ouder dan »piâ = kalf).

vraloba:: {C} vertier.

Vrâmpaza-fôresta:: {G} (bos; gemeenten Aelas en Aequetâ); .

Vrânciy:: {F}.

vrânt:: {C; mv= ûr~} turf.

vraše:: {K} aflossen.

vrašos:: {C} aflossing.

vrašy:: {C} generatie; team; ploeg (v ploegendienst; bij sport).

vrašy-fâgo:: {C} fes eft ~: in teamverband.

Vratiy-mirra:: {W} .

vreéðe:: {U} ~ ump: slagen voor.

vreéðos:: {A} het slagen.

Vreeërrt:: {F}.

Vreeges:: {G} (riviertje van Qumk-vlakte naar Ef Râster); .

vréka:: {C} voorschoot, groot schort (met galgen).

vrelle:: {U} opdrogen en verschrompelen/krimpen/barsten (oude appel, droge kleigrond ed).

vren:: {S} (dl= Bloi) koolzaad.

vrennâfyte:: {E} zich druk maken, zich opwinden.

vrens:: {C} (plantennaam; ihb in de samenstelling luppor-~ = teunisbloem).

Vrescân:: {N} (merk v schoenen en laarzen); .

Vressa:: {M}.

vrestare:: {U} (fig) worstelen.

vrestaros:: {A} (fig) worsteling.

vrestatjen:: {C} worstelaar.

Vrestatjen-pât:: {W} .

vreste:: {U} worstelen (sport).

vrestos:: {C} (lett) worstelpartij (sport); (fig) worsteling; eft pijâ ~ melde den sértare: het is een heel gedoe om te verhuizen.

vrezobiy:: {C} harde, galmende stem; lef eft ~: luidkeels.

Vrevet:: {G} (dorp; gemeente Keranôs-sÿrt).

Vricc:: {F}.

Vricc-taris:: {N} "Vricc-toren" (museum in Amahagge); .

Vrient:: {F}.

vrik:: {C} pop (ingekapseld insect).

vrimale:: {U} verpieteren, wegkwijnen (in kwaliteit achteruitgaan).

vriylber:: {C} »zvâmp-vriylber.

Vriylsta-mirra:: {W} .

Vriymiy-plep:: {W} .

vriys:: {C} dennennaald.

vriys-âspers:: {C} sierasperge (kamerplant) (L. Asparagus sprengeri).

vro'egie:: {K} (fig) beschrijven, schilderen.

vro'egios:: {C} (fig) beschrijving, schildering.

vro'eg'kurre:: {I} nert ~: onbeschrijflijk.

Vroemata-mirra:: {W} .

vrôk:: {SC} manier, wijze; levenswijze; fes mittof ~: op deze wijze; fes ten ~s: op twee manieren; fes ef ~ rifo (vz-uitdr): in de trant van; fes zjut ~: op [een] rare wijze/manier (enz); fes folarra ~s: op welke wijzen (expliciet mv); fes folarra buchâ ~: op welke [enige] wijze (expliciet enk); »wys.

vrôk-nefpainer:: (= vrôk-supainer) {C} modaal hulpwerkwoord ("moeten", "mogen", "kunnen", "willen").

vrôk-supainer:: {C} »vrôk-nefpainer.

vrôkukér:: {C} landbouwmethode.

vrôlk::

  1. {Aef} vrolijkheid; vreugde; ef obezjere furt ~: lachen van vreugde.
  2. {I} vrolijk.

Vromaza:: {M}.

Vromiy:: {F/J/M}.

Vromjagenn:: {F}.

vrontese:: {U} ~ ón: boos worden op; do ~: hij maakt zich boos.

Vrotymâ:: {W} .

Vrûkâf-korda:: {N} (Erg kerk; gemeente Girdesef); .

Vrûkâf-weg:: {W} .

vrûl:: {C} (dl= Oost-Ziyp) kluifjeszwam; »stiyjâp-missis; (DOM 126).

vrust:: {S} vorst (vriezend weer); ef plilder monente tukst 5 tjens helkara ~: de temperatuur zakt tot 5 graden onder nul.

Vrustiy:: {G} (dorp; gemeente Dreumân).

vryft:: {C} tas (behorend bij Spok klederdracht); .

vryft-kyr:: {C} (arch) koffer, valies; »vrÿkyr.

vrÿkyr:: {C} koffer, valies.

Vrymân:: {F}.

Vs.:: {afk} »Vereslytt.

Vsa.:: {afk} »Vereslytta.

Vuae:: {F}.

Vûchÿ:: {G} (stad in Jelafo).

Vûcy:: {F}.

vufâ:: {I} steeds meer, steeds erger.

vufâfâ:: {I} (=red) steeds meer, meer en meer; »vufâ.

vûk:: {VZ}

  1. (richting) tegenin, op ... in; do ufire ~ ef clûma: hij rijdt op de menigte in;
  2. (betrekking) tegenin, op ... in; gress nert pjôle ~ ef: ik ga daar niet tegen/op in.

vûkgre:: {U; gst= ~t} aanlopen (v wiel); klemmen (v deur); ef ÿrôm ~[lira]: het werk wil niet vlotten.

vûkgret:: {gst} »vûkgre.

Vulâ:: {F}.

vûlc-flyddere:: {C} bruine page (L. Strymonidia pruni).

Vûldriyniy:: {W} .

vuldul:: {C} (arch/dl= Berref) boom; »vildul.

Vuldultos:: {W} .

Vuldultos-plep:: {W} .

vuldurtos:: {C; mv= ~z} boomgaard.

Vuldurtos-lirrotiy:: {W} .

Vuldurtos-oftian:: {W} (stadswijk in Hirdo); .

vulkanisere:: |..ÿje| {K} vulkaniseren (zwavel bij rubber).

Vulkaniy-plep:: {W} .

vûlke:: {U} uitkomen (v ei).

Vûlô:: {F/M}.

vult:: {C}

  1. (alg) kip; (sprkw) eft tâkelira ~ noi nute ef netâsz: (voordat je allerlei onzin te berde brengt, kun je beter eerst naar anderen luisteren); (sprkw) ef lo ÿrðaage, eft ~ [feltilóme] kaf eft tustu: zo klaar als een klontje;
  2. (pej) homo, nicht, flikker.

Vult:: {F}.

vûlt:: {III} hoogstens, op zijn hoogst.

vult-krutt:: {C/S} bilzekruid (L. Hyoscyamus niger).

Vult-plep:: {W} .

vult-râf:: {S} kippengaas.

vult-šupa:: {C/S} znét ~: [heldere] kippensoep.

Vummbe-plep:: {W} .

vûmse:: {K} bewegen, beroeren; (speciale constructie met tdw) ef ~ ..lira: het scheelt niet veel of ...; gress vûmso lelperrelira eft moplariy: het scheelde niet veel of ik had een ongeluk; ef ~ cryrelira: het scheelt niet veel of het vriest; het is tegen het vriespunt aan; ef vildul ~ meldelira koffon: de boom is zo goed als dood.

vûmsos:: {C} beweging, beroering (het doen bewegen/beroeren); nÿf vûmsôsta!: niet aanraken! (opschrift in musea ed).

Vûndyjana-lirrotiy:: {W} .

Vûndyjana-plep:: {W} .

Vunnt:: {J}.

v.u.o.:: {afk} (= »vluf ur oiba).

vure:: {K} wegvoeren.

vure:: {C} (afwezig persoon over wie gesproken/geroddeld/beraadslaagd wordt).

vure-ral:: {K} medevoeren.

Vuriynâja-agru:: {G} (heuveltop; gemeente Daba-Chÿrg); .

vuros:: {C} wegvoering.

vuros-ral:: {C} medevoering.

vûrre:: {K} aanslaan (toon, snaar).

Vurrmen:: {F}.

Vurrmen-mirra:: {W} .

vûrros:: {C} aanslag, het aanslaan (toon, snaar).

Vurtâgt armt ef Krappa-Kents:: {G} (Erg commune; gemeente Vel); .

vust::

  1. {C; mv= regelm.} vuist.
  2. {C; mv= vûste} exemplaar.

vûste:: {mv} »vust 2.

vûze:: {U} gonzen, ronken.

vuzindre:: {C} terugslag, tegenvaller, strop.

vûzos:: {C} gegons, geronk.

vycc:: {S} (alg) wikke (L. Vicia); lathyrus (L. Lathyrus).

vyche:: {K} afstellen (v apparaat, ontsteking in auto ed); gelijkzetten (v klok); do ~ ef diskušo lo migt: hij zet de discussie op scherp.

vychos:: {C} afstelling (v apparaat, ontsteking in auto ed).

vydre:: {C} windvlaagje, zuchtje wind.

Vÿfer:: {F}.

Vyl-•:: {PXimpr.n} (vgl Lat villa = landgoed; toevoeging voor naam ve Spok dorp dat vóór 1820 tot een »šarkdomenn behoorde) (bijv) Vyl-Roensa; Vyl-Zest.

Vylaða:: {N} (bekende chemische industrie voor etherische oliën, reukstoffen en cosmetica in Aschen en Amahagge); .

Vyl-Âster:: {G} (dorp; gemeente Tosiy).

Vyl-Aufgiy:: {G} (dorp; gemeente Balier).

Vyl-Cÿrlaje:: {G} (dorp; gemeente Lamoneo).

Vyl-Elp:: {G} (dorp; gemeente Xârfu-Ðizem); (DOM 157).

Vyl-Elp-korda:: {N} (RK kerkje te Vyl-Elp; gemeente Xârfu-Ðizem); ; (DOM 157-158).

vylk:: {C} (dl= Tigof/Lomky) armvol (zoveel als je in je armen kunt dragen); do ÿtine eft ~ rifo bures: hij loopt met een arm vol brandhout.

Vylkôni-weg:: {W} .

Vyl-Môcÿr:: {G} (dorp; gemeente Zumela).

Vyl-Ôpestaliy:: {G} (dorp; gemeente Qua).

Vyl-Qummertiy:: {G} (dorp; gemeente Tosiy).

Vyl-Roensa:: {G} (dorp; gemeente Balier).

Vyl-Tôliy:: {G} (voormalig dorp).

Vyl-Ÿrblo:: {G} (dorp; gemeente Tosiy).

Vyl-Zest:: {G} (dorp; gemeente Krea, district Ziyp).

vÿmp:: {C} geest; bosgeest.

vÿmpiy:: {I} griezelig.

Vÿmpiy:: {G} (dorp; gemeente Lajy).

Vÿmpiy-pônt:: {G} (dorp; gemeente Lajy).

Vÿmpiy-seert:: {N} (landhuis; gemeente Lajy); .

vyn::

  1. {C} glas appelwijn, glas cider (zonder koolzuur).
  2. {S} appelwijn, cider (zonder koolzuur).

vÿn:: {C}

  1. ader, bloedvat; (fig) kanaal.
  2. (dl= Centraal-Liftka) schort met mouwen.

Vÿnbeeg:: {F} (Van Beek).

Vyncha:: {M}.

Vyndert:: {J}.

Vyndylen:: {F}.

Vyñgy:: {M} (Gar).

vÿnkâlkos:: {C} aderverkalking.

Vÿnn:: {F}.

vynte:: {C} vers[regel].

vynte-ârg:: {C} expletiefpartikel; »ti.

Vÿnvort:: {F} (Van [der] Voort).

vypljâce:: |vyplâce| {I} hulpeloos.

vÿr:: {TW} vijf.

Vÿr:: {G} (riviertje in het Blizerû-moeras); .

vÿranty:: {C} vijfling; (= »vÿr + »•anty).

Vyrde-ÿgiy-Kents:: {G} (voormalige Erg commune; gemeente Aquandô); .

Vyriy:: {N} (een vd drie met name genoemde vrw plaaggeesten); »defôliya; .

Vyrrda:: {M}.

vÿrsa:: {TW} vijftig (rekenkundig).

Vÿrseerts:: {W} (buurtschap); .

vyrte:: {U} deugen.

Vÿrtef Kveer-weg:: {W} .

vyrtos:: {A} deugd.

vyrtosiy:: {I} deugdzaam, braaf, eerzaam.

Vytracÿr:: {F}.

vÿttiyrâ:: {Crs} pauw (L. Pavo cristatus).

vÿttiyrâ-eit:: {C} dagpauwoog (vlinder) (L. Inachis io).

vÿttiyrâ-flyddere:: {C} mikkelel ~: grote nachtpauwoog (L. Saturnia pyri).

vyx:: {C} veulen, jonge hengst (mnl paard).

Vÿziy:: {M}.

 

© (2000) De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DICTIO