Grammatica van het Spokaans

<< Hoofdstuk 51 | Hoofdstuk 60 >>
5. Lidwoorden en lidwoordvervangende voornaamwoorden

52. Aanwijzende en onbepaalde voornaamwoorden


Opbouw van dit hoofdstuk:
  1. Aanwijzende voornaamwoorden
  2. Onbepaalde voornaamwoorden

Blokken:


52.1

Naast de bezittelijke voornaamwoorden die in het vorige hoofdstuk behandeld zijn, kent het Spokaans nog twee groepen van lidwoordvervangende voornaamwoorden, en wel:

  1. Aanwijzende voornaamwoorden
  2. Onbepaalde voornaamwoorden (vanaf § 52.10)

52.2   ad § 52.1   A. Aanwijzende voornaamwoorden

De vorm van de aanwijzende voornaamwoorden (aanw.vnw.n) wordt bepaald door de categorie (CONCREET ~ ABSTRACT) en het getal (ENKELVOUD ~ MEERVOUD) van het bijbehorende substantief, alsmede door de positie:

  1. CONTEXTUELE POSITIE:
    terugverwijzing binnen dezelfde context of tekst: "bovengenoemde; hiervoor bedoelde".

  2. DEIKTISCHE POSITIE:
    dichtbij ("deze; dit");
    neutraal;
    ver weg ("die; dat").

Aanw.vnw.n voor de contextuele positie gelden voor zowel concrete als abstracte substantieven; die voor de deiktische positie gelden alleen voor concrete substantieven (want abstracte zaken "zijn niet aan te wijzen"). Deiktische aanw.vnw.n komen uitsluitend in de gesproken taal (of in opgeschreven spreektaal) voor, want er is altijd sprake van fysieke entiteiten waar men naar kan wijzen.

Stoffelijke substantieven gedragen zich als concrete substantieven in het meervoud. Semi-concrete substantieven gedragen zich als concrete substantieven (let op: met betrekking tot bez.vnw.n worden semi-concr.subst.n gelijkgesteld met abstracte subst.n, zie Blok 51.3).
Voor de aanw.vnw.n in de neutrale positie kent het Nederlands geen equivalenten; we moeten bij het vertalen ervan een keus maken tussen de posities DICHTBIJ en VERWEG.

52.3

Aanwijzende voornaamwoorden
 CONCREET ABSTRACT
 enkelvoudmeervoud
+ stoffelijk
enkelvoudmeervoud
+ stoffelijk
DEIKTISCHdichtbij
neutraal
ver weg
lelmo
dena
lelmos
tem
bôs




CONTEXTUEEL mittofmittof[s] kâs

De laatste -s van lelmos, bôs en kâs is een meervouds-s. Dit betekent dat bôs en kâs uitgesproken worden als resp. [bos] en [kas] (zie § 11.3 letter â en ô).
Lelmo en lelmos worden uitgesproken als resp. [lemo] en [lemos].
Het contextuele aanw.vnw. mittof mag in het meervoud (en voor stoff.subst.n) zowel met als zonder meervouds-s gebruikt worden.
Gajener-Kârder (1988) constateert dat het neutrale deiktische aanw.vnw. dena tegenwoordig meer en meer in plaats van het contextuele mittof gebruikt wordt als het aan personen refereert. Zie ook § 132.9.

52.3a

Bij een contrast tussen "dichtbij" en "ver weg" is de keuze tussen de deiktische posities duidelijk, zoals in:

Aftel tu zecofe lelmo tróma oft bô tiyn?1
Wil je dit gebakje of dat [daar]?

Gress cônsidere bôs platiranûe hordâ terat dus lelmos dravôsta.
Ik vind die schilderijen [daar] mooier dan deze tekeningen [hier].

Do axavy lelmo vildul ur dena tiyn, tur kirturavy bô tiyn.1
Hij wil deze boom en die daar (in het midden) omhakken, en die in de verte laten staan.

Lelmos pleko melde grûva oiba dus bôs tiyn.2
Dit zand is minder grof dan dat daar[ginds].

1Tiyn (ding) en tiyns (dingen) staan hier als spoor op de lege positie achter het aanw.vnw. Zie hiervoor § 132.15.


2Tiyn vervangt het stoff.subst. pleko, en is daarmee zelf STOFFELIJK geworden. Zie ook § 132.29.

52.4

Komt er slechts één aanw.vnw. in een zin voor (zonder contrastwerking met een tweede), dan is de verwijzing meer nadrukkelijk. Het aanw.vnw. geeft dan aan dat het om een bepaalde entiteit gaat (en niet om een andere). Bijvoorbeeld:

(1)Kirro probare beri axe dena vildul.We willen deze/die boom omhakken.
(2)Aftel tu tem mimpits trempe?Heb je deze/die boeken gelezen?
(3)Lelmo 'jan pe Ârmyll.Deze jongen heet Ârmyll.
(4)Aftel tu tiffe ki bôs hurts, mit
piyrstelira kusama?
Ken jij die honden, die daar aan het
vechten zijn?

Bij (1) kunnen we ons voorstellen dat de spreker niet naar een specifieke boom (ver)wijst maar ervan uitgaat dat de hoorder snapt welke boom er wordt bedoeld. Evenzo drukt het neutrale tem in (2) uit dat de vraagsteller ervan uitgaat dat de hoorder weet om welke boeken het gaat (bijvoorbeeld omdat men ze op tafel kan zien liggen).
Bij (3) gaat het om een jongen die erbij aanwezig is als de spreker aan de hoorder vertelt hoe de jongen heet. Vergelijk dit met Mittof 'jan pe Ârmyll, waarbij mittof een contextuele positie uitdrukt: de jongen is bij deze taaluiting niet aanwezig, maar de spreker refereert aan een jongen die eerder in het gesprek ter sprake is gekomen; zowel de spreker als de hoorder weet dus om welke jongen het gaat.

52.5

In de volgende drie voorbeelden wordt er met het aanw.vnw. expliciet terugverwezen naar een entiteit binnen de context. In (1) bevindt de context zich in dezelfde zin. In (2) wordt de context door spreker A. gegeven, waaraan spreker B. refereert. Bij het abstracte rovretos (liefde) in (3) zou een deiktische verwijzing niet eens mogelijk zijn (hier is de "entiteit" de situatie dat Petriy van Elsa houdt):

(1)Gress lâzâre Blort; mittof sÿrt locâteše armt ef Fetu.
 Ik woon in Blort; die stad ligt aan de Fetu.

(2)A:Lerdu eft hordaos mimpit stinde.
 B:Gress mittof mimpit/tiyn trempe strâ.
 A:Lerdu heeft een prachtig boek geschreven.
 B:Ik heb dat [boek] nog niet gelezen.

(3)Petriy lye Elsa; kâ rovretos ump eup eksistere pip zempersot.
 Petriy houdt van Elsa; die liefde voor haar bestaat al jaren.

52.6

In sommige dialecten (met name in de districten Tjemp en Plefô) krijgen ook de abstracte substantieven de aanw.vnw.n mittof en mittofs. Hier zijn en kâs onbekend.
In de spreektaal langs de Zverosta-kust wordt in het geheel geen onderscheid gemaakt tussen abstracte en concrete substantieven: alle substantieven krijgen hier of kâs. Mittof en mittofs komen langs deze kust niet voor (zie ook § 30.53).

52.7

Het Spokaans kent een aantal idiomatische uitdrukkingen met een oneigenlijk gebruik van lelmo. Het zijn alle tijdsbepalingen (zie ook § 171.28):

lelmo tofvandaag
lelmo miskof1vannacht (de voornacht van 22 uur tot 1 uur)
lelmo kÿlvannacht (de gehele nacht van 22 uur tot 4 uur)
lelmo palfûvannacht (de nanacht van 1 uur tot 4 uur)
lelmo gurtvanochtend, vanmorgen
lelmo fittasvanmiddag
lelmo lupporvanavond
lelmo Paskmet de komende Pasen
lelmo Kriystâsmet de komende Kerstmis

Al deze tijdsbepalingen drukken een moment uit dat nog komen moet, of dat reeds aan de gang is. Als het genoemde tijdstip reeds voorbij is, moet een constructie met lâst (afgelopen; verleden) gebruikt worden. De mededeling in a. kan alleen vóór 17 uur gedaan worden, want dan gaat de "middag" over in de "avond". De mededeling in b. kan alleen ná 17 uur gedaan worden (als de middag al voorbij is):

a.Lelmo fittas gress quardere ef koifur.
 Vanmiddag ga ik naar de kapper.

b.Lâst fittas gress ef koifur quardere.
 Vanmiddag ben ik naar de kapper geweest.

Ten slotte nog een idiomatische uitdrukking met een oneigenlijk gebruik van :

Kâ tiyn melde!
Ziezo!; dat is dat!; het zit erop!; het is voor elkaar!

1In de spreektaal wordt miskof wel in de plaats van kÿl gebruikt. Dan betekent lelmo miskof dus 'vannacht tussen 22 uur en 4 uur'.

52.8

Combinaties van bez.vnw.n en aanw.vnw.n (met het aanw.vnw. vooraan) zijn dikwijls goed mogelijk, bijvoorbeeld:

lelmos groft canariysdeze kanaries van hem
kâ vilt korstadie (bovenbedoelde) woede van jou
bô kult otodie auto van ons
bôs kost mimpitsdie boeken van mij

Het impliciete bez.vnw. sener[s] kan níét gecombineerd worden met een aanw.vnw. Hiervoor in de plaats mag echter wel een expliciet equivalent komen, bijvoorbeeld:

Gress rupke sener efantys. > Gress rupke bôs kost efantys.
Ik roep mijn kinderen. > Ik roep die kinderen van mij.

Do kette klâk rifo sener xafolla. > Do kette klâk rifo lelmo groft xafolla.1
Hij heeft maling aan zijn opdracht. > Hij heeft maling aan deze opdracht van hem.

Zie ook § 52.15a en § 51.18a.


1Deze zin is ambigu geworden want groft (zijn; haar) kan ook aan een niet nader genoemd persoon refereren.

52.9

Evenals de bez.vnw.n (Blok 51.27) kennen ook enkele aanw.vnw.n een genominaliseerde afleiding. Deze wordt altijd voorafgegaan door het bep.lidw. ef en kent geen meervouds- of resultatiefvorm:

Nominalisatie van aanwijzende vnw.n
DEIKTISCHdichtbij
neutraal
ver weg
lelmo > ef lelmoiy
tem > ef temiy
bô > ef bôtiy
deze
deze; die
die

De genominaliseerde afleidingen kunnen slechts met betrekking tot concrete en stoffelijke substantieven (zowel enkel- als meervoud) gebruikt worden. Merk op dat ef temiy ook in het enkelvoud gebruikt wordt, terwijl tem uitsluitend meervoudig is (Blok 52.3). Bijvoorbeeld:

(1)Tem bellarts melde giss, ur ef bôtiy melde lÿss.
 Deze leerlingen zijn ijverig, en die [daar] zijn/is lui.

(2)Lerdu axavy lelmo vildul, tur do kirturavy ef temiy ur ef bôtiy.
 Lerdu wil deze boom omhakken, maar hij wil die [daar] en die daar
in de verte laten staan.

52.9a

In plaats van deze genominaliseerde afleiding (die ietwat plechtig klinkt) kunnen ook de aanw.vnw.n. gevolgd door tiyn (of een ander vervangend substantief) gebruikt worden (zie ook § 52.3a). Vergelijk (1) en (2) uit de vorige paragraaf met de volgende alternatieven, en merk op dat er nu een keuze gemaakt moet worden tussen enkelvoud (in a.) en meervoud (in b.):

(1′)a.Tem bellarts melde giss, ur bô tiyn melde lÿss.
  Deze leerlingen zijn ijverig, en die is lui.

 b.Tem bellarts melde giss, ur bôs tiyns melde lÿss.
  Deze leerlingen zijn ijverig, en die zijn lui.

(2′)a.Lerdu axavy lelmo vildul, tur do kirturavy dena tiyn ur bô tiyn.
  Lerdu wil deze boom omhakken, maar hij wil die (één stuks) en die
daar in de verte (één stuks) laten staan.

 b.Lerdu axavy lelmo vildul, tur do kirturavy tem tiyns ur bôs tiyns.
  Lerdu wil deze boom omhakken, maar hij wil die (meer dan 1) en die
daar in de verte (meer dan 1) laten staan.

Voor tiyn, zie verder § 132.15–36.

52.10   ad § 52.1   B. Onbepaalde voornaamwoorden

De laatste groep lidwoordvervangende voornaamwoorden die we bespreken zijn de onbepaalde voornaamwoorden (onb.vnw.). De vorm van de onb.vnw.n wordt bepaald door de categorie (CONCREET ~ ABSTRACT) en het getal (ENKELVOUD ~ MEERVOUD) van het bijbehorende substantief. Stoffelijke substantieven gedragen zich met betrekking tot de onb.vnw.n als abstracte substantieven in het enkelvoud of in het meervoud. Deze keuze is vrij. Vergelijk dit met het gedrag van stoff.subst.n met betrekking tot de aanw.vnw.n (§ 52.2). Semi-concr.subst.n gedragen zich als concr.subst.n.

52.11

Onbepaalde voornaamwoorden
nootconcr.-enk.semi-c.-enk.
abstr.-enk.
stoffelijk
meervoud
stoffelijk
 
1
2
 
3
 
4
5
6
7
8
 
9
10
10
11
12
12
13
 
14
15
effer/efra
eftofpira
 
felðe
 
hédiyc
jadâk
minker/pes
nys
teâk
 
wâlke






 

effer
eftofpira
 
felðe
 
hédiyc
jadâk/cradef
minker
nyses
sest
 
wâlke
beritel
bertert
hâls
litel
pert
lopert
 
nÿf
sylâ
effer
gopirus
 
feltes
 
hédecs
cradef
minker
nyses
sest
 
wâlkiys
beritel
bertert
hâles
litel
pert
lopert
 
nÿf
metteraf
de/het enige (en geen ander)
een of ander; enig; een enkel;
  enkele; wat; een paar
elke; zoveel als een/de; zoiets
  als een/de
elkaars (méér dan 2)
elk; ieder; alle; al het
menig; verscheidene; sommige
welk ... dan ook; echt alle
zo'n; zulk [een]; [een] dergelijk;
  zulke
elkaars (2 stuks)
te weinig; te kort [aan]
te veel; een overmaat aan
voldoende; genoeg [van de]
weinig
veel
evenveel; in gelijke mate;
  gelijke hoeveelheid
geen
allerlei

52.12   ad Blok 52.11   Noten

Voorbeelden en opmerkingen:

Noot 1

K'mije effer/efra mirrâtat fes ef zeces.
Hier is de enige lantaarnpaal in het dorp.

Mittof melde effer môntyos.    Dit is het enige probleem.

Effer quista tâgosz, eup lelperrelira, melde frópjÿ belt fosies.
De enige goede herinneringen die ze heeft, zijn aan haar ouders.
(méér goede herinneringen heeft ze niet)

Noot 2

Aftel tu tiffe eftofpira cofðiy?Ken je enig/een of ander sprookje?
Eftofpira/gopirus pleko melde kaf ef floôr.Er ligt enig/wat zand op de vloer.
Do lelperre eftofpira môntyos.Hij heeft een of ander/een enkel probleem.
Gress tiffe gopirus cofðiys.1Ik ken enige/enkele/wat/een paar sprookjes.
Do sen armtgre gopirus jolaiy.2Hij veroorlooft zich enige/enkele vrijheden.

1Vergelijk:

Do lorerde eft patury musts.Hij koopt een paar schoenen.

Eft patury (een paar) wordt gebruikt bij twee bij elkaar behorende entiteiten. Gopirus (enige; een paar) is meestal méér dan twee.


2Jolaiy kan zowel enkel- als meervoud zijn (§ 30.40); dat hier het meervoud bedoeld wordt, blijkt uit het meervoudige gopirus.

Noot 3
Felðe en feltes hebben vaak een ironisch, denigrerend of onverschillig karakter:

Tu reppe nem ral, té melde felðe merfos.
Dat wat je nu zegt, is zoiets als een leugen. (m.a.w. je liegt)

Dena šimchelot melde mip felðe/feltes canazâ.
Deze schoorsteenmantel is van zoiets als marmer.
(maar het ziet er eerder uit als geschilderd hout)

Óps larde feltes huldus.
Ze eten zoveel/zoiets als kersen. (het kan mij niet schelen wat ze eten
OF ze noemen het kersen maar het lijken pruimen)

Felðe stûdent tisjane, té paine dena exâm.3
Elke student die dit examen doet, zal zakken.
(áls een student dit examen zóú doen, zou hij zakken: dit is een hypothese)

3Vergelijk de concrete gebeurtenis:

Jadâk stûdent tisjano, té dena exâm paine.
Elke student die dit examen deed, is gezakt.

Zie ook noot 5.


Noot 4
Het antecedent van hédiyc of hédecs moet drie of meer entiteiten bevatten:

Jân, Lerdu ur Petriy tume hédiyc kas.4
Jân, Lerdu en Petriy lenen elkaars jas.

Kirro trempe hédecs mimpits.
Wij (= ik + minstens 2 anderen) lezen elkaars boeken.

Ef vilduls giffe fes hédiyc armâtat.
De bomen (meer dan 2) staan in elkaars licht.

Vergelijk ook noot 9.


4In § 31.12 is besproken dat een entiteit in het meervoud gebruikt wordt (en eventueel voorafgegaan wordt door het lidwoord goe) indien deze entiteit refereert aan twee of meer andere entiteiten. Deze regel is niet van toepassing indien goe vervangen wordt door hédiyc (of wâlke, zie noot 9), tenzij Jân, Lerdu en/of Petriy elk twee of meer jassen aan de ander uitlenen:

Jân, Lerdu ur Petriy tume hédecs kasz.
Jân, Lerdu en Petriy lenen elkaars jassen. (er zijn dus minstens vier jassen
aanwezig, want ten minste een van de drie heeft twee jassen om uit te lenen)

Noot 5

Gress melde ûqu jadâk/cradef miyros.Ik ben tegen iedere/elke dwang.
Ef zé jadâk/cradef pleko smôlme-tijâ.De zee heeft al het zand weggespoeld.
Elsa axe cradef vilduls fes ef arâbe.Elsa hakt alle bomen in de tuin om.
Fes jadâk arâbe cradef rozas clajote ral.Ik elke tuin bloeien nu alle rozen.
Jadâk zemper do qugle eftofpira hupster
fenta.5
Ieder/elk jaar geeft hij een of ander
groot feest.

In combinatie met een aanw.vnw. of bez.vnw. kan cradef soms ook bij een enkelvoudig concreet subst. gebruikt worden:

Ef menester nert cÿrstûlée dena cradef scemros pai ef demonstrerers.
De minister trekt zich niets aan van al dat geschreeuw van de demonstranten.

Groft cradef senjos qugle eft côšos ón gress.
Al zijn gezeur hangt me de keel uit.

5Tijdsbepalingen die met jadâk of cradef beginnen, hebben meestal geen voorzetsel (zie ook § 171.36). Vergelijk:

a.lóf minker terrats[gedurende] sommige dagen
b.cradef terratsalle dagen; elke dag

a.fes teâk miskof[in] zo'n nacht
b.jadâk miskofelke nacht

Noot 6

Minker/pes sért mennirre ef verfute.
Menig huis is aan een schilderbeurt toe.

Minker sérts mennirre ef verfute.
Verscheidene/sommige huizen zijn aan een schilderbeurt toe.

Vergelijk de betekenis van het enkelvoudige minker met die van het meervoudige minker:

(1)Minker jolaiy melde eft ilusy.Menige vrijheid is een illusie.
(2)Minker jolaiy melde goe ilusys.Sommige vrijheden zijn illusies.

Dat jolaiy in (2) meervoudig is, blijkt uit het meervoudige goe ilusys. In (1) moet minker geïnterpreteerd worden als "véél meer dan één; bijna allemaal; zeker meer dan de helft". In (2) als: "een beperkt aantal, maar minder dan de helft". Zin (1) is dan ook een veel meer generaliserende uitspraak dan (2), want (1) impliceert dat er bijna geen vrijheid bestaat die níét een illusie is.

Noot 7
Nys[es] is een versterking van jadâk of cradef:

Do lorertecû nys mikar oto.Hij kan welke dure auto dan ook kopen.
Eup hatre nys tneferdes.Ze haat werkelijk elke vreemdeling.
Petriy zoverte nyses armtganos.Petriy is tevreden met welke vergoeding dan
ook (met echt elke vergoeding).
Nyses vilduls fes ef wuma melde koffon.Werkelijk álle bomen in het bos zijn dood.

Noot 8
Teâk en sest kunnen zowel contextueel als deiktisch refereren:

Teâk muts qugle nurp-ÿkatle.
Zo'n/een dergelijk lawaai veroorzaakt hoofdpijn.

Sest jolaiy meltecû kviksiy.
Een dergelijke/zo'n soort vrijheid kan gevaarlijk zijn.

Sest klao nert melde fûrta.
Dergelijke/zulke klei is niet vruchtbaar.

Gress nert affionnose sest ustjâgers.
Ik houd niet van dergelijke/zulke oplichters.

Noot 9
Het antecedent van wâlke of wâlkiys moet twee entiteiten bevatten (een van de weinige gevallen dat er in het Spokaans van een dualis sprake is). Omdat wâlkiys op een meervouds-s eindigt, wordt het uitgesproken als [wâLkis] (zie § 11.3 letter iy):

Jân ur Petriy tume wâlke kas.Jân en Petriy lenen elkaars jas.
Óps trempe wâlkiys mimpits.Zij (2 personen) lezen elkaars boeken.

Vergelijk ook noot 4.

Noot 10

Ef mataaré lelperre beritel ool.De olielamp heeft te weinig olie.
Beritel côrn melde.Er is een tekort aan graan.
Beritel érmiyp jacie kusami.Hier heerst te weinig eensgezindheid.
Beritel trenos verge fes kult zeces.Er stoppen te weinig treinen in ons dorp.
Do lelperre bertert smurf.Hij heeft te veel geld.
Bertert ðÿr-trustos quefe pinochiyt.Te veel (een overmaat aan) zelfvertrouwen
leidt tot overmoed.
Bertert tval tomatos melde fes ef
kanâstriy.
Er zitten te veel rotte tomaten in de mand.

Beritel en bertert zijn samentrekkingen van ber + litel en ber + pert. Ze kunnen ook optreden als een pred.add.:

Peoll larde beritel ur pliyfone bertert.Peoll eet te weinig en drinkt te veel.

Voor een additivische uitdrukking van "te veel" en "te weinig", zie ook de trappen van overmatigheid van pert en litel in noot 12.

Noot 11

Ef wélfa'ecosz kette hâls rajiytos.
De ontwikkelingen geven voldoende/genoeg hoop (zijn voldoende hoopgevend).

Hâles geffys melde velk furt sest lart veldurs.
Er zijn nog genoeg/voldoende appels voor zulke hongerige mensen.

Hâls en hâles kunnen ook optreden als een pred.add.; een onderscheid tussen enkel- en meervoud wordt dan niet gemaakt:

Ef liftkaroiy perke beri rutre hâls/hâles.
De bejaarden moeten voldoende/genoeg bewegen.

Noot 12

Ef wélfa'ecosz kette litel rajiytos.
De ontwikkelingen geven weinig hoop (zijn weinig hoopgevend).

Do pliyfone litel bjerr ur pert weinoh.
Hij drinkt weinig bier en veel wijn.

Eup larde litel geffys ur pert leffys.
Zij eet weinig appels en veel peren.

Pert en litel kunnen ook als additief fungeren, bijvoorbeeld:

(1)Ef pert ypriys fes kult zeces melde kinur.
 De vele iepen in ons dorp zijn ziek.

(2)Ef litel krodûrs fes kult zeces dÿfie mas.
 De weinige bakkers in ons dorp staken morgen.

(3)Óps mirre pert fes ef fôresta.6
 Ze wandelen veel (= vaak) in het bos.

Let op het verschil tussen een onb.vnw. (in a.) en een additief (in b.):

a.Pert bôs rozas lâfsiye fes ef arâbe.Veel van deze rozen in de tuin zijn verlept.
b.Bôs pert rozas melde eft ojic stjôft.Die vele rozen zijn een prachtig gezicht.

Van litel en pert bestaat ook een trap van overmatigheid (§ 43.22) welke – geheel regelmatig – met de resultatief gevormd wordt: litell (te weinig) en perte (te veel). Deze resultatieve vormen komen slechts als additief voor (en worden dus eventueel voorafgegaan door een lidwoord of lidwoordvervangend voornaamwoord). In noot 10 hierboven wordt uitgelegd hoe beritel (te weinig) en bertert (te veel) als pred.add.n kunnen optreden (dus feitelijk als trappen van overmatigheid).
Vergelijk:

Do koldre-tijâ ef pert, velp liskosz.
Hij gooit de vele, lege flessen weg.

Do koldre-tijâ ef perte, velp liskosz.
Hij gooit de te vele, lege flessen weg. (= de lege flessen die hij in overvloed heeft)

Do koldre-tijâ bertert velp liskosz.
Hij gooit te veel lege flessen weg. (hij kan ze beter naar de glasbak brengen)

Zie ook Blok 43.25 voor de andere trappen van vergelijking.


6In zin (3) fungeert pert als pred.add. (het vormt een bepaling bij "wandelen"). Vergelijk dit met:

a.* Óps zerfe pert fes ef fôresta.
 Ze zien veel in het bos.

Zin a. is niet correct, omdat het hier niet om een pred.add. gaat, maar om een attr.add. waarbij een substantief (object) ontbreekt. In het Nederlands is dit correct, maar in het Spokaans is toevoeging van een spoor noodzakelijk, dus bijvoorbeeld: Óps zerfe pert tiyns fes ef fôresta (lett. "ze zien vele dingen in het bos"). Zie ook § 132.15.


Noot 13
Lopert (evenveel) kan alleen gebruikt worden in relatie tot een zinskern die twee of meer entiteiten bevat; lopert kan nooit zelf in een zinskern staan:

(1)Lerf ur Nânk rinne lopert smurf.
 Lerf en Nânk verdienen evenveel geld.
(= Lerf verdient evenveel als Nânk)

(2)Kirro kinuro lóf lopert terrats.
 Wij zijn [gedurende] evenveel dagen ziek geweest.

(3)Ef perdÿr amârs ÿrgefûðe lopert pleko.
 De beide emmers bevatten evenveel zand.

Als de hoeveelheid in relatie tot de ene entiteit of groep entiteiten vergeleken wordt met de hoeveelheid in relatie tot een andere entiteit of groep entiteiten, moeten de vergelijkende voegwoorden lo ... lo (even ... als) gebruikt worden. Synoniemen van (1), (2) en (3) zijn:

(1′)Lerf rinne lo pert smurf lo Nânk [paine].7
 Lerf verdient even veel geld als Nânk [doet].8

(2′)Gress kinuro lóf lo pert terrats lo do.
 Ik ben [gedurende] even veel dagen ziek geweest als hij.

(3′)Ef ére amâr ÿrgefûðe lo pert pleko lo ef lelpirutt.
 De ene emmer bevat even veel zand als de andere.

Vergelijk ook:

(4)Ef dur feldariys ÿrgefûðe lopert mimpits.
 De drie kasten bevatten [elk] evenveel boeken.
(= in elke kast ligt een gelijk aantal boeken)

(4′)Lo pert mimpits melde fes lo ef dur feldariys.
 Er liggen even veel boeken in de drie kasten.

In (4′) is lopert niet te gebruiken omdat het dan in de zinskern zou staan. Daarom wordt hier gebruikgemaakt van een constructie met lo ... lo, zie ook Blok 120.49. Merk op dat de notie "veel" (als antoniem van "weinig") in lopert verdwenen is. Lopert betekent letterlijk "gelijk aantal; in gelijke hoeveelheid; gelijk gewicht; ed.".
In (4) wordt dus beweerd dat in elke kast een gelijke hoeveelheid boeken ligt; dit kunnen er veel of weinig zijn. Zelfs als er slechts één boek (en wellicht ook: nul boeken) ligt, is (4) correct.
In (4′) wordt beweerd dat het aantal boeken in elke kast "veel" (en niet "weinig") is; het grote aantal boeken is dus gelijkelijk verdeeld over de drie kasten. Is het aantal boeken zodanig dat de kwalificatie "veel" niet op zijn plaats is, dan moet er expliciet voor litel (weinig) gekozen worden:

Lo litel mimpits melde fes lo ef dur feldariys.
Er liggen even weinig boeken in elk van de drie kasten.

Lopert en lo ... lo worden uitgebreid besproken in de hoofdstukken over vergelijkingen (§ 143.113–130 en § 144.7–11).


7Merk op dat pert in de constructie met lo ... lo als additief optreedt (niet als onb.vnw.). Vergelijk (1′) met:

(1′′)Lerf rinne lo pert lo Nânk.
 Lerf verdient even veel als Nânk.

In (1′) is pert een attr.add. (het specificeert het substantief smurf), maar in (1′′) is pert een pred.add. (het specificeert het predicaat "verdienen").


8We maken in deze voorbeelden onderscheid tussen het onb.vnw. evenveel en de combinatie even + veel waarbij even een additief is. Dit analoog aan bijvoorbeeld even groot (dat we níét schrijven als *evengroot).

Noot 14
Nÿf ontkent datgene wat door nÿf bepaald wordt. Dit wordt verder uitgebreid besproken in § 151.57–74; zie ook § 144.64–66 voor een bijzonder gebruik van nÿf. Bijvoorbeeld:

Nÿf pleko melde fes ef amâr.
Er zit geen zand in de emmer. (maar wel iets anders dan zand)

Gress lelperre nÿf mimpits.
Ik heb geen boeken. (maar wel iets anders, CD's bijvoorbeeld)

Do stjece nÿf korsta.
Hij toont geen woede. (maar wel iets anders, haat bijvoorbeeld)

Noot 15

Fes ef arâbe sylâ toklesÿ melde.In de tuin staat allerlei onkruid.
Do lelperre metteraf ÿrozzermosz. Hij heeft allerlei voorrechten.
Metteraf belks melde fes ef stôl.Er liggen allerlei soorten vruchten
in de schaal.

52.13   Combinaties van onb.vnw.n

Verscheidene onb.vnw.n uit Blok 52.11 kunnen met elkaar gecombineerd worden, bijvoorbeeld:

gopirus sest geffysenige van zulke appels
hâles sest geffysgenoeg van zulke appels
wâlke pes mimpitmenig boek van elkaar
hédecs effer mimpitsde enige boeken van elkaar
bertert metteraf mimpitste veel van allerlei boeken
sest litel plekozulk weinig zand

Óps larde lopert bertert picas.
Ze eten evenveel en te veel ijsjes.

Óps lelperre hâles nyses lûx tiyns.
Ze hebben voldoende van werkelijk alle luxueuze dingen.

52.14

In een enkel geval is zo'n onb.vnw.-combinatie gelexicaliseerd, bijvoorbeeld:

feltes + cradef > feltes cradef1
zoiets als de + alle > welke ... dan ook; elke willekeurige

Let op het verschil tussen nyses en feltes cradef:

a.Óps quardere nyses cônsertos.
 Ze bezoeken werkelijk alle concerten. (= ze slaan geen enkel concert over)
b.Óps quardere feltes cradef cônsertos.
 Ze bezoeken elk willekeurige concert/welk concert dan ook.
(= ze hebben geen voorkeur voor bepaalde concerten)

a.Do zerfe ef cafer hôskâf nyses terrats.
 Hij komt werkelijk elke dag/welke dag dan ook bij ons langs.
(= er gaat geen dag voorbij of hij komt langs)
b.Do zerfe ef cafer hôskâf feltes cradef terrats.
 Hij komt op willekeurige dagen/welke dag dan ook bij ons langs.
(= we weten nooit van te voren op welke dag hij langskomt)

1Feltes en cradef eisen beide een meervoudig of stoffelijk substantief. Soms komen we ook de enkelvoudige variant felðe jadâk tegen. Vergelijk:

a.Tek lutterafe feltes cradef omâstâys.
b.?£ Tek lutterafe felðe jadâk omâstây.
 Tek kijkt naar werkelijk alle films/elke film.

Variant a. wordt als correct beschouwd, terwijl b. bestempeld wordt als een twijfelachtige spreektaalvorm. De voorkeur voor de meervoudsvorm is begrijpelijk als we bedenken dat het hier om een "algemeen geldende uitspraak" gaat, waarbij het Spokaans voor een meervoud kiest, zoals in: Goe otos melde poire-jakâm-neflifados gabanolacs (Een auto is een milieuonvriendelijk vervoermiddel), zie § 31.18.


52.14a

Let ook op de specifieke betekenis van:

nÿf + effer > nÿf effer
geen + de enige > geen enkele; niet één; helemaal geen

Do lelperre nÿf effer mimpits.Hij heeft niet één boek/geen enkel boek.
Nÿf effer bensynn melde fes ef tenk.Er zit helemaal geen benzine in de tank.

52.15   Combinaties van onb.vnw.n met aanw., bez. en pers.vnw.n

Soms kan een onb.vnw. door een aanw., bez. of pers.vnw. gevolgd worden:

gopirus tem geffyseen paar/enkele van deze appels
bertert kâs jolaiyte veel van zulke vrijheden
cradef bôs otosal die auto's
jadâk groft frintelke vriend van hem
efra/effer kost frintmijn enige vriend
eftofpira vilt frinteen of andere vriend van jou
cradef ópszij allen; zij allemaal
cradef panasdat allemaal; al die dingen

Ef feldariys ÿrgefûðe lopert kost mimpits.
De kasten bevatten [elk] evenveel van mijn boeken.

Kost sour melde felðe tu.
Mijn zuster is zoiets als jij.
(= hetzelfde type als jij – maar dan niet erg aardig bedoeld)

Ef minge-harbos promisa beri tijâðobiyre ef tiynstes, tur pert tem hâtsa velk.
de reinigingsdienst beloofde te opruimen de rotzooi1 , maar veel hij1 achterbleef nog
De reinigingsdienst beloofde de rotzooi op te ruimen maar veel [ervan] is
nog blijven liggen.

In het laatste voorbeeld refereert het pers.vnw. tem aan het stoff.subst. tiynstes (rotzooi) (zie Blok 70.5).1


1 Hier is tem dus géén aanw.vnw. zoals genoemd in Blok 52.3, want dan zou het gevolgd moeten worden door een substantief. Bovendien lag het gebruik van het contextuele aanw.vnw. mittof dan meer voor de hand.

52.15a

Het impliciete bez.vnw. sener[s] kan níét gecombineerd worden met een onb.vnw. Hiervoor in de plaats moet dan een expliciet equivalent komen. Vergelijk:

a.Gress rupke sener efantys.Ik roep mijn kinderen.
b.Gress rupke cradef kost efantys.Ik roep al mijn kinderen.

a.Eup sener frint clajûzuobe.Ze heeft haar vriend in de steek gelaten.
b.Eup minker belt frint clajûzuobe.1Ze heeft menige vriend van haar in de
steek gelaten.

Zie ook § 52.8 en § 51.18a.


1Deze zin kan ook zo opgevat worden dat zij menige vriend van een andere vrouw in de steek heeft gelaten, want belt hoeft niet per se aan de zinskern te refereren.

52.16   Combinaties van onb.vnw.n met telwoorden

Het is soms mogelijk om een meervoudig onb.vnw. met een telwoord te combineren:

Sest vÿr fotels melde hâgypalelira pert.Vijf van zulke fouten is meer dan genoeg.
(lett. "zulke vijf fouten ...")
Nyses pérsa vilduls melde koffon.Werkelijk alle honderd bomen zijn dood.
Kusama gopirus dur Enelandos farte.Daar lopen drie Engelsen.
(lett. "daar lopen enige drie Engelsen")

In het laatste voorbeeld fungeert gopirus voornamelijk als vervanger van een lidwoord dat bij namen van volkeren verplicht is. In het Nederlands is dit niet te vertalen. Zie hiervoor § 50.34.

52.17

Evenals bez.vnw.n (Blok 51.27) en aanw.vnw.n (§ 52.9) kennen ook sommige onb.vnw.n een genominaliseerde afleiding. Deze kent geen meervouds- of resultatiefvorm. Maar – in tegenstelling tot nominalisaties van bez. en aanw.vnw.n – kan het bep.lidw. ef soms door een bez. of aanw.vnw. vervangen worden:

Nominalisatie van onbepaalde vnw.n
efra > ef efraiy
effer > ef efferiy
sest > ef sestiy
beritel > ef beriteliy
bertert > ef bertertiy
hédiyc > ef hédiyciy
wâlke > ef wâlkeiy
de/het enige; de enigen  (zie § 20.38)
(idem)
zo een; zulk een; een dergelijke; zoiets
het te weinige; het tekort
het te vele; het overschot
die/dat van elkaar (meer dan 2)
die/dat van elkaar (2 stuks)

Voorbeelden:

 Do melde ef efferiy, té afânole.Hij is de enige die achterblijft.
 Óps melde ef efferiy, mit vende rala.Zij zijn de enigen die meegaan.

 Dena tirdus flappa melde kost efraiy.
 Deze kapotte vulpen in mijn enige. (= de enige die ik heb)  (zie § 20.38)

 Aftel tu tiffe eft miltef merater? – Siy, Petriy melde ef sestiy.
 Ken jij een sterke man? – Ja, Petriy is er zo een.

 Dena mimpit melde ef sestiy, técÿr dÿfos knôfe pip mintof pracâ dur.
 Dit boek is er zo een, waarvan de afloop al na de derde pagina bekend is.

 Gress lelperre beritel mindefit verfu ur bertert mesâ tiyn; curmel gress kurakettecû ef bertertiy helkara ef beriteliy.
 Ik heb te weinig rode verf en te veel groene; misschien kan ik de te vele [verf] ruilen voor de te weinige [verf]. (m.a.w. het overschot aan verf inruilen tegen de verf die ik te kort kom)

 Ef ôldisa melde ef beriteliy fes kult zeces.1
 Er zijn te weinig brievenbussen/er is een gebrek aan brievenbussen in ons dorp.

 Aniy zoverte sener Sukriy-lâptôp, tur kost sestiy melde hÿet tirdus.
 Aniy is tevreden met haar Sukriy-laptop, maar een dergelijke die ik heb is herhaaldelijk kapot. (lett. "mijn dergelijke"; ik heb dus eveneens een laptop van het merk Sukriy)

(1)Petriy lelperre Peugeot ur gress lelperre Audi, tur kirro ufirare riyfain ef wâlkeiy.
 Petriy heeft een Peugeot en ik heb een Audi, maar we rijden altijd in die van elkaar (in elkaars auto).

(2)Gylt, Gest, Glo ur Gals trempe riyfain hédecs mimpits, tûre Iva affionnose beri trempe ef hédiyciy.2
 Gylt, Gest, Glo en Gals lezen altijd elkaars boeken, maar Iva houdt er niet van om die van elkaar te lezen.

Let op het verschil in referentie tussen (1) en (2). In (1) refereert wâlkeiy aan de Peugeot + Audi: het zijn dus deze twee auto's die wij van elkaar lenen. Hier is sprake van een contextuele referentie. Daarentegen refereert hédiyciy in (2) níét aan de in de context bedoelde boeken (oftewel de boeken die Gylt, Gest, Glo en Gals van elkaar lezen), maar aan een andere verzameling boeken die Iva samen met niet nader genoemde personen zou kunnen lezen. Hédiyciy heeft dus een buitentalige referentie.


1Deze constructie met ef beriteliy doet vriendelijker aan dan:

Ef nâôldise melde fes kult zeces.
Er is een gebrek aan brievenbussen in ons dorp.

Vergelijk ook § 21.5.


2Merk op dat Iva een enkelvoudige zinskern is, terwijl ef hédiyciy minstens drie entiteiten verlangt. Dat deze zin correct is, kan verklaard worden door aan te nemen dat de drie of meer personen waaraan ef hédiyciy moet refereren feitelijk niet in de zinskern (Iva) staan, maar gedacht moeten worden bij het werkwoord trempe. De constructie is te interpreteren als: "Iva houdt er niet van dat drie of meer personen (inclusief zijzelf) elkaars boeken lezen".

TOP
<< Hoofdstuk 51 | Hoofdstuk 60 >>

© (2000) Rolandt Tweehuysen, Kimswerd, the Netherlands