Isolationisme komt jongeren de strot uit

Zie hier, kort samengevat, de inhoud van het rapport Velparen ef Rutôs (Pomp de Zee leeg), samengesteld door een aantal organisaties op het gebied van wetenschap, cultuur en sport. Het rapport concludeert dat vooral jongeren (maar ook ouderen) het langzamerhand spuugzat zijn dat Spokanische kunstenaars, musici, sportlieden en anderen nooit eens mee kunnen doen aan internationale wedstrijden, festivals en andere evenementen. Denk aan concrete gebeurtenissen als het Songfestival, Europese Voetbalkampioenschappen, Olympische Spelen, Tour de France, Frankfurter Buchmesse, Biënnale in Venetië, enzovoort.

In al deze gevallen valt Spokanië op door de permanente afwezigheid. Veel Spokaniërs willen wel eens buiten hun grenzen tonen wat ze waard zijn. Het motto "Pomp de Zee leeg" is niet voor niets gekozen: het slaat op de fysieke barrière, de omringende oceaan die het eilandenrijk van de rest van de wereld afscheidt. Maar het is ook een abstracte barrière, en die moet geslecht worden.

Minister Matilda Eester-Dôlty

Het rapport is, samen met een petitie en een lijst met ruim 15.000 handtekeningen, aangeboden aan Matilda Eester-Dôlty, minister van Onderwijs, Wetenschap en Kunst, die ook gaat over sport en cultuur in het algemeen. De overhandiging vond plaats voor de ingang van het ministerie, en trok een enorme belangstelling van de pers, radio en tv. Hoewel de minister op de hoogte was gesteld van deze gebeurtenis, deed ze toch alsof ze "uitermate verrast" was door deze actie en de media-belangstelling. Ze zal het rapport bestuderen en er "binnenkort, na raadpleging van de relevante personen en instanties" op terugkomen.

Vele prominente Spokaniërs hebben de petitie ondertekend. Deze, samen met het rapport, is aan de minister aangeboden door 4 bekende jonge Spokaniërs, die zich gediscrimineerd voelen omdat zij nooit de kans hebben gekregen hun talenten in het buitenland te tonen. Het gaat om popzanger Etârt Krÿnta (linksboven), dichter en schrijver Tybelt Matteriy-Sinto-Vildul (rechtsboven), violiste Hurona Cviylpa-Stootâ (linksonder) en zwemster Sjocc Furdâs (rechtsonder).

De vier bekende Spokaniërs komen ieder op voor hun eigen beroepsgroep. Popzanger Etârt Krÿnta: "Ik ben van mening dat meedoen aan het Songfestival of andere internationale muziekfestivals ook goed is voor de ontdekking van Spokanisch muzikaal talent. De motivatie om professioneel met muziek bezig te zijn is natuurlijk veel groter als je een kans hebt om ook in Europa of Amerika wat te betekenen."

Schrijver en dichter Tybelt Matteriy-Sinto-Vildul: "Neem nou zoiets als het Rotterdamse poëziefestival of grote internationale boekenbeurzen. De Spokanische overheid is absoluut niet geïnteresseerd in zulke manifestaties en heeft er nul komma nul herco voor over om ons land als literaire natie op de kaart te zetten. Zo blijven Spokanische auteurs onbekend en worden ze elders niet vertaald of uitgegeven."

Violiste Hurona Cviylpa-Stootâ: "Er zijn talloze prestigieuze internationale concoursen waar ik vaak musici hoor die minder presteren dan veel van mijn landgenoten. Maar wij doen nooit mee en niemand weet hoe prachtig wij kunnen musiceren."

Zwemster Sjocc Furdâs: "Ik zwem sneller dan de gemiddelde collega die aan de Olympische Spelen meedoet. Maar wij als Spokaniërs krijgen geen enkele kans om onze prestaties te laten zien. Want we doen nooit mee. Mijn partner is een professionele voetballer, maar hij heeft nog nooit aan een competitie in Europa meegedaan. Het lijkt wel of we in Birma wonen: lekker afgegrendeld van de beschaafde wereld. Maar intussen zitten we wel allemaal op internet!"