Spokanisch Archief

LOON- EN INKOMSTENBELASTING
Gerelateerd bestand
Belastingen (algemeen overzicht)
 
 

Iemand die in loondienst is en een vast loon ontvangt, moet loonbelasting betalen. Deze belasting wordt door de werkgever op het loon ingehouden en afgedragen aan de Belastingdienst. De hoogte van de loonbelasting is afhankelijk van het loon dat men per maand verdient. Wordt het loon per dag of per week verdiend, dan moet dit eerst omgerekend worden naar een (fictief) maandloon.

Het heffen van loonbelasting heeft voor de overheid het voordeel dat er het hele jaar door een regelmatige stroom geld binnenkomt, en niet eens per jaar bij de betaling van inkomstenbelasting. Verder zijn vanwege de verplichte afdracht van loonbelasting de risico's dat burgers niet aan hun betalingsverplichting voldoen, veel kleiner. Ook voor de belastingbetaler is het prettiger dat er elke maand een bedrag van zijn loon wordt ingehouden, in plaats van dat je aan het eind van het jaar een groot bedrag ineens moet betalen.

Zelfstandigen (dus mensen die niet in loondienst zijn) kunnen geen loonbelasting betalen. Zij betalen dus alleen inkomstenbelasting. Dit betekent dat er in het jaar ná het jaar waarin het inkomen is genoten, een groot bedrag ineens moet worden betaald. Om betalingsproblemen te voorkómen kan een zelfstandige bij de Belastingdienst verzoeken om "termijnvoorschotten" te betalen. In feite is dit een voorheffing van de inkomstenbelasting, uitgesmeerd over 4 of 12 termijnen (dus per kwartaal of per maand). Een dergelijke voorschotregeling vervangt dus de loonbelasting, die feitelijk ook een voorschotregeling voor de uiteindelijke inkomstenbelasting is. Anders dan de voorheffing die bijvoorbeeld de Belastingdienst in Nederland oplegt, zijn de termijnvoorschotten niet verplicht: men moet er zelf om verzoeken. Doet men dat niet, dan wordt men jaarlijks met een groot bedrag aan inkomstenbelasting geconfronteerd.

Iedereen die op de een of andere manier inkomsten heeft moet inkomstenbelasting betalen. De hoogte van de inkomstenbelasting is afhankelijk van de inkomsten die men in een fiscaal jaar heeft genoten. Er worden vier soorten van fiscale jaren onderscheiden:

Fiscaal jaar A: loopt van februari t/m januari het volgende jaar
Fiscaal jaar B: loopt van mei t/m april het volgende jaar
Fiscaal jaar C: loopt van augustus t/m juli het volgende jaar
Fiscaal jaar D: loopt van november t/m oktober het volgende jaar

Elke Spokaniër wordt in een van deze fiscale jaren ingedeeld. Zodoende wordt het werk van de Belastingdienst over vier kwartalen verspreid, en wordt vermeden dat alle inwoners hun belastingbiljet op dezelfde dag moeten inleveren. Het totale bedrag dat men aan loonbelasting heeft betaald, wordt verrekend met het bedrag dat men aan inkomstenbelasting moet betalen. Loonbelasting wordt altijd per persoon geheven (idereen verdient "zijn eigen loon"), terwijl inkomstenbelasting per huishouden wordt berekend. De belastingaanslag die men voor het afgelopen fiscale jaar ontvangt kan het volgende karakter hebben:

  1. een naheffing (minhóf), indien de inkomstenbelasting hoger uitvalt dan de reeds betaalde loonbelasting;

  2. een restitutie (noftatos-tÿrt), indien de reeds betaalde loonbelasting hoger blijkt te zijn dan de te betalen inkomstenbelasting;

  3. een vereffening (mâdros), indien loonbelasting en inkomstenbelasting even hoog zijn;

  4. een opschorting (miptrekkos), indien er een verschil tussen loon- en inkomstenbelasting bestaat, en dit verschil bij een volgende aanslag verrekend zal worden;

  5. een kwijtschelding (mipreppos), indien de inkomstenbelasting hoger is dan de reeds betaalde loonbelasting, maar afgezien wordt van een naheffing;

  6. een inhouding (migûos), indien de inkomstenbelasting lager is dan de reeds betaalde loonbelasting, maar afgezien wordt van een restitutie.

De Belastingdienst kan tot een (gedeeltelijke) kwijtschelding (nr. 5) beslissen indien de belastingbetaler nog geld te goed heeft van de overheid (bijvoorbeeld: er was eerder sprake van een opschorting, die nog verrekend moet worden; de belastingbetaler heeft recht op nog niet uitbetaalde subsidies of uitkeringen, enzovoort). Ook indien het verschil tussen inkomstenbelasting en loonbelasting minder is dan 6% van de te betalen inkomstenbelasting, wordt het te betalen bedrag kwijtgescholden.
De Belastingdienst kan tot een (gedeeltelijke) inhouding (nr. 6) beslissen indien de belastingbetaler nog andere schulden bij de overheid heeft (bijvoorbeeld: er was eerder sprake van een opschorting, die nog verrekend moet worden; de belastingbetaler moet nog een boete voldoen; de voormalige echtgenote heeft nog recht op alimentatie; hypotheekschulden moeten nog afgelost worden, enzovoort).

In principe worden de fiscale aangelegenheden van een belastingplichtige behandeld door het regionale kantoor dat zich bevindt in de hoofdstad van het district waar men woont. Inwoners van een eilandhoofdstad zijn afhankelijk van het regionale kantoor aldaar. De belasting wordt echter altijd betaald aan de "Tâxskrenn" (Belastingschatkist), een aparte instantie in Hirdo.


Loonbelasting is een bepaald percentage van het brutoloon dat men ontvangt als men in loondienst is. Zie tabel I.
Inkomstenbelasting is een bepaald percentage van het belastbare inkomen dat men in een fiscaal jaar heeft ontvangen. Zie tabel II. Het belastbare inkomen wordt - globaal - als volgt berekend:

TEL OP:


TEL OP:


BEDRAG A minus BEDRAG B = belastbaar inkomen

Zie briefpapier hoofdkantoor Hirdo . Zie briefpapier bijkantoor Minde .
Zie aanslagbiljet . Zie betalingsbewijs .


TABEL I: LOONBELASTING

Kolommen A en B: percentages van het Maandloon

MAANDLOON
in herco tot
KOLOM A
alleenstaand
KOLOM B
met partner
420 1,5 -
460 2,2 -
510 2,9 -
560 3,6 -
610 4,3 -
660 5,0 -
710 5,7 -
760 6,4 0,8
810 7,1 0,8
860 7,7 1,0
930 8,4 1,0
1000 9,1 1,2
1070 9,9 1,4
1140 10,7 1,7
1230 11,5 2,1
1320 12,3 2,9
1410 13,1 3,7
1500 13,9 4,5
1590 14,8 5,4
1710 15,7 6,3
1830 16,6 7,2
1950 17,5 8,4
2070 18,4 9,1
2190 19,3 10,0
2340 20,2 10,9
2490 21,2 12,0
2640 22,3 13,1
2790 23,4 15,2
2940 24,5 16,3
3140 25,6 17,4
3340 26,9 18,7
3540 28,2 21,0
3740 29,5 22,3
3940 30,8 23,6
4190 32,1 24,9
4440 33,6 26,4
4690 35,1 28,9
4940 36,6 30,4
5190 38,1 31,9
5490 39,6 33,6
5790 41,1 35,1
6090 42,6 37,6
6390 44,1 39,1
6690 45,6 40,6
6990 47,1 42,1
7390 48,8 43,8
meer 50,5 44,5

TABEL II: INKOMSTENBELASTING

Kolommen A en B: percentages van het Jaarinkomen

JAARINKOMEN
in herco tot
KOLOM A
alleenstaand
KOLOM B
met partner
4200 1,3 -
4600 2,0 -
5000 2,7 -
5400 3,4 -
5900 4,1 -
6400 4,8 -
6900 5,5 -
7400 6,2 0,8
7900 6,9 0,8
8600 7,6 1,0
9300 8,3 1,0
10000 9,0 1,2
10700 9,8 1,4
11400 10,6 1,7
12300 11,4 2,1
13200 12,2 2,9
14100 13,0 3,7
15000 13,8 4,5
15900 14,7 5,4
17100 15,6 6,3
18300 16,5 7,2
19500 17,4 8,4
20700 18,3 9,1
21900 19,2 10,0
23400 20,1 10,9
24900 21,2 12,0
26400 22,3 13,1
27900 23,4 15,2
29400 24,5 16,3
31400 25,6 17,4
33400 26,9 18,7
35400 28,2 21,0
37400 29,5 22,3
39400 30,8 23,6
41900 32,1 24,9
44400 33,6 26,4
46900 35,1 28,9
49400 36,6 30,4
51900 38,1 31,9
54900 39,6 33,6
57900 41,1 35,1
60900 42,6 37,6
63900 44,1 39,1
66900 45,6 40,6
69900 47,1 42,1
73900 48,8 43,8
77900 50,5 44,5
81900 52,2 45,2
85900 53,9 46,9
89900 55,6 51,6
93900 57,2 54,2
98900 58,9 55,9
103900 60,6 57,6
meer 62 58,5

Speciale tarieven

2 partners van wie er één inkomen heeft: bereken de inkomstenbelasting via tabel II, kolom B.
2 verdienende partners: tel het belastbare inkomen van beide partners bij elkaar op; trek er 7,6% van af en bereken de inkomstenbelasting via tabel II, kolom B.
ouder of ouderpaar met 1 kind: neem 2 percentages minder dan bij 0 kinderen;
ouder of ouderpaar met 2 kinderen: neem 3 percentages minder dan bij 0 kinderen;
ouder of ouderpaar met 3 of meer kinderen: neem 4 percentages minder dan bij 0 kinderen.

Voorbeeld 1:

Een alleenstaande vrouw met één kind heeft een brutomaandloon van 1678 herco. Haar werkgever houdt hierop loonbelasting in volgens tabel I, kolom A. Zonder kinderen zou er elke maand 15,7% van haar loon worden ingehouden. Omdat ze één kind heeft, betaalt ze 2 percentages minder (ofwel twee trappen omhoog), dat is 13,9%, ofwel 233,24 herco. In een fiscaal jaar is er dus 12 × 233,24 = 2798,88 herco aan loonbelasting ingehouden.
Nu gaan we haar belastbare inkomen berekenen. Aan loon heeft ze 12 × 1678 = 20.136 herco ontvangen. Verder heeft ze totaal 2066 herco aan vakantiegeld en een kleine bonus ontvangen. Totale inkomen: 20.136 + 2066 = 22.202 herco. Hier gaat 1764 herco aan allerlei uitgaven vanaf, zodat haar belastbare inkomen is: 22.202 - 1764 = 20.438 herco.
Zou ze geen kinderen hebben, dan moest ze volgens tabel II, kolom A 18,3% betalen. Met één kind wordt dat 2 percentages minder, dus 16,5% van 20.538 herco, is 3388,77 herco inkomstenbelasting.
Ze heeft reeds 2798,88 herco loonbelasting betaald, dus moet ze nu nog betalen: 3388,77 - 2798,88 = 589,89 herco naheffing.

Voorbeeld 2:

Beide partners zijn zelfstandigen en hebben twee kinderen. Partner 1 heef een belastbaar inkomen van 34.000 herco; partner 2 van 25.770 herco, dus samen: 59.770 herco. Hier mag 7,6% van afgetrokken worden: 59.770 – 4542,52 = 55.227,48 herco.
Volgens tabel II kolom B moet van 55.227,48 herco 35,1% belasting worden betaald, maar omdat de partners 2 kinderen hebben, geldt een percentage van 3 trappen minder, dat is: 30,4% van 55.227,48 herco, ofwel 16.789,15 herco. Aangezien de zelfstandigen geen loonbelasting hebben betaald en ook geen "termijnvoorschotten" hebben betaald, moeten ze dit hele bedrag in één keer ophoesten. Het is daarom altijd verstandig om als zelfstandige elke maand zo'n 30% opzij te zetten. Bij diverse banken kun je regelen dat er automatisch elke maand een bepaald percentage van je inkomen naar een spaarrekening gaat, speciaal bedoeld om later de inkomstenbelasting te kunnen voldoen. De rente die deze "belastingspaarregeling" oplevert, wordt dan niet fiscaal belast (ofwel: telt niet mee als inkomen).

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 00 • SPARC 14 nov 1998