Spokanisch Archief  

Legende van de twee Reuzinnen


Jysteryll Oftehynne-Gâres (1922–  )
een opnieuw verteld volksverhaal uit Berrefoeg zampôr-zeffôsta
(Berrefse Volksverhalen, 1974)

Het Tora-gebergte bestaat eigenlijk uit twee delen, gescheiden door een langwerpig dal waarin de stad Lammafin ligt. Het gebergte ten noorden van dit dal wordt ook wel Pâlsten-gebergte genoemd; de grens van Tjemp en Plefô loopt hier dwars doorheen. Ten zuiden van Lammafin ligt het Tora-gebergte in engere zin. De streek is van oudsher een geliefd gebied voor toeristen en natuurliefhebbers. Over ontstaan van gebergte en dal gaat de "Legende van de twee Reuzinnen" (Ef perdÿr Frÿccÿer trempos):


Twee reuzinnen gingen eens met elkaar taart eten. Ze waren niet alleen van nature zo groot, maar hadden ook hun hele leven stevig doorgebuffeld. Daar zaten ze dan, ieder aan een kant van de prachtige taart, zich verkneukelend over het komende maal. Ze stelden het moment van aansnijden nog even uit om de taart in zijn heelheid goed te kunnen bewonderen. Het was een mooie taart, met torens slagroom, met bergen crème, met gletschers glacé, maar ten slotte hielden ze het niet meer. De ene pakte het mes, en bewoog het boven het bakwerk heen en weer, zoekend naar het juiste midden.

"Ho, ho", riep de ander, "eerlijk delen", en schoof met haar vinger het mes iets naar links. "Nee, het midden is hier", zei de ene en zwenkte het mes weer iets naar rechts.
"Nee, daar", zei de ander en duwde het mes terug tot ver over de denkbeeldige snijlijn. Toen kregen ze zo'n ruzie dat ze vuur begonnen te spugen. Hun hitte verspreidde zich, hun zweet verdampte in wolken stoom. Ze stonden te stampvoeten van woede. En de een hakte de taart met het mes lukraak in tweeën.

De helften waren niet helemaal gelijk, maar erg veel scheelde het nou ook weer niet. Maar door hun verzengende razernij was alles in de buurt uitgedroogd en versteend. Ook de taart lag er bij als een bergrug, en heet vandaag de dag nog steeds het Tora-gebergte, naar de reuzin die de taart in tweeën hakte.

© inleiding en vertaling: Joost den Haan

10 nov 2000