Spokanisch Archief

GESCHIEDENIS: samenvatting, terminologie en verwijzingen
Zie ook
Kronieken en geschriften

Leif Ketilbjornsson en de
Skandinavische invloed

 

Dit bestand
Alleenrecht tot overzetting (Greelare-mainrigt)
Archiefbranden (Dokumentos-burôsta)
Boerenopstand (Kelte-Scermvust)
Brand van Gÿrô (Buros ber Gÿrô)
Grote Hongersnood (Hupster Famiyn)
Grote Oorlogen (Hupster Wÿsÿrs)
Heersersloze Tijdperk (Jacier-velp Fortiyn)
Keltische Opstand (Câlde-rel)
Kulanische Godsdienststrijd (Kulano Religišo-jesfsâ)
Neno-troebelen (Neno-plotepp)
Overeenkomst van Gerfta (Gerfta-lo'ifos)
Pegrevië (Pegreff, voormalig koninkrijk)
Slag bij Feuni (Vallinrân luft Feuni)
Vrede van Mora (Mora-beecân)
Zwarte Steen (Doffiy Kolini)
 
Status: Concept. Nog uitwerken.
 

Overzicht van historische begrippen en gebeurtenissen, voor zover in SPARC genoemd. Een chronologische beschrijving van de geschiedenis moet nog uitgewerkt worden.


Archiefbranden (Dokumentos-burôsta)

Archiefbranden waren een zo veelvoorkomend verschijnsel dat de term dokumentos-buros een historisch begrip is geworden. Archieven, ofwel het bewaren van dokumenten, wordt door veel orthodoxe ergynisten gezien als het vastleggen van het verleden, wat in hun ogen verwerpelijk was omdat het verleden diende te vergaan teneinde plaats te maken voor heden en toekomst. Alleen Erget - en volgens sommigen ook hogere geestelijken - was gemachtigd om te bepalen wat er uit het verleden bewaard mag worden. Concrete zaken, zoals voorwerpen of gebouwen, dienden juist wel bewaard en gekoesterd te worden, maar alles wat abstract of niet tastbaar was (en dus alleen in documenten kon worden vastgelegd) diende "in het niets op te lossen". .... Daarom zijn veel archiefbranden geen ongelukken maar opzettelijk aangestoken.
Beroemde branden zijn: archief v Liyrotyka (1720), paleisarchief te Blort (1733), archief in Hirdo (1742), kloosterarchief te Blumarr (1800).

Buros ber Gÿrô (Brand van Gÿrô)

.....

Câlde-rel (Keltische Opstand)

1e in 1872, 2e in 1874; in beide gevallen gaat het om onlusten in het Pegrevische deel van Liftka, waar de bergbewoners protesteren tegen de uitbuiting door de adel, en de onderdrukking door de legers van de koning; de bergbewoners zijn van Keltische afkomst en voelen zich verwant met de Ieren, die een identieke onderdrukking door de Engelsen meemaken.

Doffiy Kolini (Zwarte Steen)

Zwarte steen waarop Koning Mazu Côhale in 1521 de eerste Spokanische grondwet liet beitelen; de originele Zwarte Steen stond oorspronkelijk in Mazu Côhales paleis te Blort; toen dit in 1733 geheel afgebrand was is de Zwarte Steen overgebracht naar Hirdo, waar hij sinds 1853 in de hal van het Historisch Museum staat. De huidige grondwet is een moderne voortzetting van de tekst op de Zwarte Steen, en wordt tegenwoordig eveneens "Doffiy Kolini" genoemd.

Gerfta-lo'ifos (Overeenkomst van Gerfta)

In 1859 heeft de Pegrevische koning Lotpâlmen II enkele maanden ondergedoken gezeten in de Hupster-Veemt-kerk in Gerfta omdat hij anders de kans liep door woedende, uitgehongerde boeren aan de hooivork gespietst te worden. Het mislukken van de oogst, de voortdurende overstromingen, de zojuist verzwaarde belastingdruk en het voortduren van de horigheid waren reden genoeg voor de boeren van het Pegrevische deel van Liftka om massaal in opstand te komen. Zij stelden hun koning persoonlijk aansprakelijk voor alle ellende en pas toen zijn onderduikadres bekend geworden was en hij (gedwongen) een belofte had ondertekend dat de arme boeren op daadwerkelijke steun konden rekenen, kwam er aan de opstand een einde. Het zoldervertrek van de Hupster-Veemt-kerk met de tafel waaraan koning Lotpâlmen II omringd door een dozijn soldaten en boeren op 7 oktober 1859 zijn Belofte aan de Boeren ondertekende, kunt u na een afspraak met de koster van deze kerk bezichtigen. Deze gebeurtenis staat bekend als de "Overeenkomst van Gerfta" en heeft ertoe geleid dat Gerfta met zijn kerk een soort bedevaartplaats is geworden. (UIS 15-16)

Greelare-mainrigt (Alleenrecht tot overzetting)

.....

Hupster Famiyn (Grote Hongersnood)

De jaren 1731 t/m 1738. Een periode met afwisselend grote droogte en overvloedige regenval waarbij veel oogsten verloren gingen. Met name in de steden in Jelafo en op Tigof en Lomky had de bevolking een groot gebrek aan voedsel. In 1737 kwamen de boeren in Jelafo en op Tigof in opstand (zie Kelte-Scermvust). Zie ook Droja Liocc.

Hupster Wÿsÿrs (Grote Oorlogen)

Zie Hacori Festo Zlebaôno. ??

Jacier-velp Fortiyn (Heersersloze Tijdperk)

Begrip uit de Spokanische geschiedenis: er waren twee van zulke tijdperken: het eerste duurde van ca. 1150 tot 1271, en begon na de dood van Koning Hacori II, het tweede duurde van 1433 tot 1459 en begon na de dood van Koning Kerkocuiy Ÿrkamÿr.
Deze koningen hadden niet in een opvolger voorzien, zodat het land in een anarchie verviel waarin verscheidene personen om de macht streden. Men vermoedt dat het Eerste H.T. gekenmerkt werd door een grote chaos (hierover is zo goed als niets vastgelegd); het Tweede H.T. kende een betrekkelijke rust omdat enkele geestelijke (Ergynne) leiders de situatie onder controle hadden.

Kelte-Scermvust (Boerenopstand)

Opstand van de boeren in Jelafo en op Tigof in 1737, tijdens de Grote Hongersnood. In deze jaren was er niet alleen een gebrek aan voedsel, maar de boeren hadden vanwege de mislukte oogsten ook geen inkomen meer. Ze deden een beroep op de regering in Hirdo, maar toen dat niets uithaalde, kwamen ze in opstand.

Kulano Religišo-jesfsâ (Kulanische Godsdienststrijd)

Onlusten in Pegrevië in 1588. .....

Mora-beecân (Vrede van Mora)

.....

Neno-plotepp (Troebelen van Neno)

Boerenopstand op Tigof, 1708-1709. ..... (DOM 162)

Pegreff (Pegrevië, voormalig koninkrijk)

Het oostelijke deel van de Spokanische archipel is tot 1894 een eigen koninkrijk geweest: Pegrevië (Pegreff). In 1894 is het samengevoegd met het koninkrijk Spokanië, al gebruiken velen liever de term "inlijving" om het onvrijwillige karakter van deze samenvoeging te benadrukken.
Ten tijde van deze samenvoeging bestond Pegrevië uit de volgende gebieden:


Het zuidelijke deel van Renô behoorde tot Spokanië en was toen onderdeel van het district Jelafo. Zjekk grensde aan de zuidkant aan de Grote Haag (de eeuwenoude grens tussen Spokanië en Pegrevië), en ten zuiden daarvan lag het Spokanische district Flena. Na de samenvoeging van beide koninkrijken werden ook Flena en Zjekk tot één district samengevoegd: het huidige Flenazjekk. Verder kwam de oostelijke hoek van Jelafo bij het voormalige Pegrevische district Renô, zodat dit nu een groter Spokanisch district werd.
De oude Pegrevische hoofdstad Mollefin werd na de samenvoeging de districtshoofdstad van Ben. De stad had zijn koninklijke allure al omstreeks 1850 verloren, en ontwikkelde zich verder tot een verpauperde haven- en industriestad - die het nu nog steeds is.
De huidige grenzen tussen Alles en Ben, en tussen Ales en Renô, komen nog goed overeen met de vroegere grens tussen Spokanië en Pegrevië, al liep die hier en daar wat grilliger en zijn de huidige districtsgrenzen wat meer rechtgetrokken. Ook de tegenwoordig strakke grens tussen Ben en Renô was in de Pegrevische tijd veel grilliger, met name daar waar beide voormalige Pegrevische districten aan het Spokanische district Ales grensden. Daar was een gebied dat geregeld van nationaliteit wisselde: nog tot 1885 was het Spokanisch, zodat het tot de inlijving in 1894 slechts negen jaar Pegrevisch is geweest.
Tussen 1610 en 1653 is ook het grootste deel van het district Jelafo Pegrevisch geweest. Tussem 1694 en 1747 is ook het voormalige district Flena Pegrevisch geweest.

Het koninkrijk Pegrevië (beige kleur) in 1894, het jaar dat het ingelijfd werd bij Spokanië. Het oranje gebied was tot 1885 Spokanisch, en is dus slechts 9 jaar Pegrevisch geweest. De rode grenzen zijn de oorspronkelijke districtsgrenzen in Spokanië die nog steeds bestaan. De blauwe grenzen zijn de nieuwe districtsgrenzen sinds 1894; ze volgen in een meer rechte lijn de oude landsgrens, maar in Jelafo scheidt de nieuwe grens een deel van Jelafo af, dat tegenwoordig bij Renô hoort.
Het groene deel (zuidoosthoek van Ales en een stukje van Jelafo) behoorde in de 12e en 13e eeuw tot Pegrevië, de tijd dat dit land de grootste oppervlakte had. De grens met Spokanië liep hier in Ales door een eenzaam berggebied, via hoge bergruggen en enkele passen, zoals de Zrâvve-pas waar nog steeds de resten van een oud verdedigingswerk te vinden zijn.

De witte grenzen zijn de oude districtsgrenzen in Pegrevië, die ook tegenwoordig nog bestaan. Het Pegrevische district Zjekk en het Spokanische district Flena worden gescheiden door de Grote Haag. Sinds 1894 zijn Flena en Zjekk samengevoegd tot Flenazjekk, zodat de Grote Haag geen grensfunctie meer heeft.
Mollefin was de hoofdstad van Pegrevië. Tussen haakjes staan de Pegrevische namen zoals ze tot 1894 officieel in gebruik waren.
De landsnaam "Pegrevië" is weergegeven in het Pegrevische schrift, in de officiële transcriptie, in het Spokaans, het Engels en het Nederlands. Namen van eilanden staan in blauw.

Extra informatie in relatie met het voormalige koninkrijk Pegrevië en de voormalige grenzen is te vinden bij onder meer:


 
Vallinrân luft Feuni (Slag bij Feuni)

Slag bij Feuni in 1588 tussen de legers van Lotôlmensten en van Klesto Mercu. .....

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 00 • SPARC 23 mrt 1998