Grammatica van het Spokaans

<< Hoofdstuk 41 | Hoofdstuk 43 >>
4. Additieven

42. Meervoudsvorm van additieven


Opbouw van dit hoofdstuk:
  1. Intern meervoud
    1. Geografische namen op -iy
    2. Toevallig op iy en lira
  2. Extern meervoud

Blok:

42.1

Er bestaat in veel gevallen een getalscongruentie tussen een additief en zijn fundament (§ 40.4). Ofwel: als een fundament een meervoudsvorm heeft, dan moeten of kunnen de bijbehorende additieven eveneens een meervoudsvorm krijgen. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen:

  1. een intern meervoud (vanaf § 42.2)
  2. een extern meervoud (vanaf § 42.11)

Dit onderscheid is uitgelegd in § 31.25–27.

42.2   ad § 42.1   A. Intern meervoud

De volgende groepen van additieven krijgen een meervoudssuffix als zij een bepaling vormen bij een intern meervoudig fundament (zie ook § 31.26):

  1. Additieven die eindigen op het suffix -iy1
  2. Additieven op het suffix -lira die oorspronkelijk een teg.dw. waren dat door lexicalisatie een "echt" additief is geworden (dus de additieven CAT. I, CAT. II en CAT. III op -lira, zie § 40.59–60)

Het meervoudssuffix voor deze twee groepen van additieven in de functie van attr., subj. of obj. add. is -n. Alle additieven die niet tot groep 1 of groep 2 behoren, blijven voor het interne meervoud ongemarkeerd. Bijvoorbeeld:

ef kariy efanty ~ ef kariyn efantyshet lelijke kind ~ de lelijke kinderen
ef ÿtinelira tubôs ~ ef ÿtineliran tubôsz2de zwangere vrouw ~ de zwangere vrouwen
ef pûzôliy vogily ~ ef pûzôliyn vogilys3de vogel die niet kan vliegen ~ de vogels die niet kunnen vliegen
lyiyn Romee ur Juliyde verliefde Romeo en Julia
ef hent doffiyn boert4de vijf zwarte koeien
Ef ÿrbÿr hôfruos riffe óps lo simajeliran.De strenge opvoeding maakt hen achterbaks.
Qurt verfute ef argerats lo kariyn.Qurt schildert de deuren lelijk.
Ef entrafers sena ocÿrme [lo] zlÿšiyn.De toeristen gedragen zich verwend.
(= gedragen zich zodanig dat men hun de eigenschap "verwend" kan toekennen)

1Onder de noemer "het suffix -iy" vallen ook:

  1. De suffixen waarbij iy het eind-element is, zoals -amiy (§ 41.2) en -abliy (§ 41.13)
  2. De uitgang -iy die op improductieve wijze bij de additief-vorming verschijnt, zoals bij tundare (breken) > tundâriy (breekbaar) of stala (fundament, basis) > stafiy (fundamenteel) (§ 41.14)


2Een niet-gelexicaliseerd teg.dw. krijgt nooit het suffix -n, dus: ef ÿtinelira tubôsz (de dragende vrouwen).


3Zie § 41.9.


4Achter het telwoord hent (vijf) verschijnt het substantief in het enkelvoud (§ 31.6), maar het additief is desondanks voor het meervoud gemarkeerd. Volgens Kojen-Pôt (1977) is er in dergelijke gevallen sprake van een gebrek aan getalscongruentie, maar volgens een meer moderne opvatting heeft het substantief hier een ongemarkeerde meervoudsvorm, zodat er wel degelijk sprake is van een getalscongruentie (Dyne, 1988).

42.3

In de spreektaal is het al vanaf ca. 1900 de gewoonte om een stoff.subst. als enkelvoudig te behandelen, oftewel, het meervoudssuffix -n blijft bij bijbehorende additieven achterwege. Sinds ca. 1980 is dit enkelvoudige gebruik van een stoff.subst. ook in de schrijftaal doorgedrongen. Daarom zijn in de volgende voorbeelden zowel de gesuffigeerde als de ongesuffigeerde additieven goed:

ef méltriy[n] plekohet klamme zand
ef kluršiy[n] knurfelhet kabbelende water
Ef kvik-šifer melde plistepiy[n].Kwikzilver is vloeibaar.

Voor Kojen-Pôt (1977) was dit enkelvoudige gebruik van stoff.subst.n nog onacceptabel, maar Undoryll-Sjocc (1975) keurde dit althans in de spreektaal reeds goed. In een latere publicatie (1987) stelt zij zelfs voor om stoff.subst.n consequent als enkelvoudig te gaan behandelen.1


1Naar de laatste opvattingen van de autoriteit op het gebied van correct taalgebruik, Lerdu-Sypa Kojen-Pôt, zullen we helaas moeten gissen want hij is in 1980 overleden.

42.4

De additieven op -iy en -lira (§ 42.2, groep 1 en 2) krijgen het suffix -m als zij een bepaling vormen bij een intern meervoudig predicaat (dus als zij de functie van pred.add. hebben):

Do sen ocÿrme simajelira. ~ Óps sena ocÿrme simajeliram.
Hij gedraagt zich achterbaks. ~ Zij gedragen zich achterbaks.
(= hun wijze van gedragen heeft de eigenschap "achterbaks")

Ef 'jans chaquinde choffiym.    De jongens spreken rumoerig.
Ef knurfel vende lâmiy[m] minkÿr ef jakâmses.
Het water stroomt dromerig langs de velden.

In bovenstaande voorbeelden is het predicaat voor de interne meervoudsvorm niet gemarkeerd en moeten we uit de zinskern (hier: subject) opmaken of we met een enkel- of meervoud te doen hebben. Modale suffixen maken echter onderscheid tussen enkel- en meervoud: het predicaat met een modaal suffix is dus wél gemarkeerd. Vergelijk:

Do chafostecû kariy. ~ Óps chafostecos kariym.
Hij kan lelijk zingen. ~ Zij kunnen lelijk zingen.

Bij stoff.subst.n moet op de getalscongruentie gelet worden: óf modaal suffix en additief hebben beide een meervoudsvorm, óf beide staan in het enkelvoud

Ef knurfel ventaves lâmiym minkÿr ef jakâmses. =
Ef knurfel ventavy lâmiy minkÿr ef jakâmses.
Het water wil dromerig langs de velden stromen.

Zie voor de modale suffixen Hoofdstuk 110.

42.5

De additieven op -iy en -lira (§ 42.2, groep 1 en 2) krijgen eveneens het suffix -m als zij in de functie van adj.add. een bepaling vormen bij een ander additief dat op zijn beurt een bepaling vormt bij een intern meervoudig fundament. Bijvoorbeeld:

ef graviym flifados efantysde zeer aardige kinderen
ef katšeriym kariyn efantysde afschuwelijk lelijke kinderen
ef latereliram kluršiyn knurfel =
= ef laterelira kluršiy knurfel
het nerveus kabbelende water
Óps chaquinde pjohelleliram hups.Ze spreken onbeschoft hard.
Ef 'jans sena ocÿrme graviym choffiym.De jongens gedragen zich zeer rumoerig.
Vyriy, Cana ur Lâc melde môntyeliram
fâkomm.1
Vyriy, Cana en Lâc zijn onnoemelijk gemeen.

1Alleen als met Vyriy, Cana en Lâc de drie plaaggodinnen bedoeld worden (en dat zal vrijwel altijd het geval zijn) is er sprake van een intern meervoud, en krijgt môntyelira (onnoemelijk) het suffix -m (§ 31.27).

42.6

Als een additief op -iy of -lira in de functie van attr.add. een bepaling vormt bij de genitiefvorm van een intern meervoudig substantief, krijgt het additief eveneens een -m. Zie ook § 60.41. Vergelijk:

ef gumbâl rifo ef zlÿšiyn efantys = ef zlÿšiym efantyser gumbâl
de bal van de verwende kinderen

ef mabys rifo ef kluršiyn knurfel = ef kluršiym knurfelecÿr mabys
het geluid van het kabbelende water

ef myzâlôsta rifo ef ÿtineliran mosjeusz = ef ÿtineliram mosjeuster myzâlôsta
de weeën van de zwangere vrouwen

De onderstreepte genitiefvormen hebben hier het karakter van een attr.add. zodat de additieven op -iym en -liram feitelijk als adj.add. fungeren.

42.6a

De suffixen -n en -m worden níét gebruikt bij de trappen van vergelijking die gevormd worden met de determinanten terat, oras, oiba en tom, zoals behandeld in § 43.17. Vergelijk:

ef kariyn efantys ~ ef kariy oras efantys
de lelijke kinderen ~ de lelijkste kinderen

Ef 'jans melde pjohelleliran. ~ Ef 'jans melde pjohellelira terat dus ef 'nins.
De jongens zijn onbeschoft. ~ De jongens zijn onbeschofter dan de meisjes.

Óps chafoste ÿrtsiym. ~ Óps chafoste ÿrtsiy oiba dus Mariy.
Ze zingen vals. ~ Ze zingen minder vals dan Mariy.

42.7

Sommige additieven op iy en lira krijgen als bepaling bij een intern meervoudig fundament geen -n of -m. Deze additieven zijn:

  1. Geografische namen op iy in de functie van attr.add. (§ 42.8)
  2. Additieven waarbij het evident is dat iy of lira géén afleidend suffix is, of waarbij dit niet (meer) duidelijk is aan te tonen of als zodanig "gevoeld" wordt (die dus "toevallig" op iy of lira eindigen, zie ook § 41.23) (vanaf § 42.9)

42.8   ad § 42.7   a. Geografische namen op iy

Geografische namen worden in de functie van attr.add. met een kleine letter geschreven maar blijven verder onveranderd. De eindletters iy worden als "toevallig" beschouwd, en nooit als suffix. Vergelijk:

ef spooksoliy mennweg ~ ef spooksoliy mennwegs
de Spokanische snelweg ~ de Spokanische snelwegen

kost ameriy frint ~ kost ameriy frints
mijn Amerikaanse vriend ~ mijn Amerikaanse vrienden

ef trupiy kelte ~ ef trupiy keltes
de boer uit Trupiy ~ de boeren uit Trupiy (stadje op Berref)

Zie verder § 40.63–66 voor de geografische namen.

42.9   ad § 42.7   b. Additieven, "toevallig" op iy en lira

Er zijn slechts 2 additieven die op lira eindigen, zonder dat hier sprake is van het suffix -lira: zij eindigen dus toevallig op deze 4 letters. Het gaat om maqulira (berooid (geen geld of bezittingen)) en zvalira (idyllisch). Zij krijgen dus geen meervoudssuffix.

Daarentegen zijn er ongeveer 200 additieven die op iy eindigen, zonder dat hier duidelijk sprake is van het suffix -iy (of een ander suffix dat op iy eindigt), of waarbij het niet duidelijk is van welk ander woord het additief zou zijn afgeleid. Deze groep kan in drie subgroepen verdeeld worden:

  1. additieven op iy die altijd een meervoudssuffix krijgen
  2. additieven op iy die nooit een meervoudssuffix krijgen
  3. additieven op iy die eventueel een meervoudssufix mogen krijgen

Het onderscheid tussen deze groepen is nogal arbitrair. Globaal kan gesteld worden dat het bij de additieven uit groep 2 onomstreden vaststaat dat de letters iy aan het eind van het woord zuiver toevallig zijn. Bij de additieven uit groep 1 en groep 3 is het meer een kwestie van "gevoel". Bij deze additieven leidt weglating van -iy niet tot een woord dat in het hedendaags Spokaans als zodanig bestaat; de afleiding is dus erg diffuus. Historisch gezien is wellicht verklaarbaar dat er inderdaad sprake is van een suffix -iy dat achter een ooit bestaand woord is gehecht, maar dit is niet altijd meer te achterhalen. Om verschillende redenen heeft een klein aantal van deze additieven wél altijd een meervoudssuffix (groep 1), terwijl de meeste als "twijfelgeval" bestempeld kunnen worden zodat de aanhechting van een meervoudssuffix facultatief is (groep 3).

42.9a

In groep 1 (ze krijgen altijd een meervoudssuffix) zitten slechts 7 additieven: graviy (ernstig); knâmpiy (mollig), lanbiy (stemmig, niet opzichtig (vooral v. kleding)) en róziy (kostelijk). En verder de kleurnamen doffiy (zwart), roffiy (oranje) en lómiy (azuren (blauwe kleur)). Bijvoorbeeld:

ef graviyn chaquindôstade ernstige gesprekken
Ef defôliyas melde graviym fâkomm.De plaaggodinnen zijn heel gemeen.
Ef 'nins melde knâmpiyn.De meisjes zijn mollig.
Óps sena ania róziym.Ze hebben zich kostelijk vermaakt.

Voorbeelden van additieven uit groep 2 (ze krijgen nooit een meervoudssuffix):

ef kriy mosjeus ~ ef kriy mosjeusz
de snauwerige vrouw ~ de snauwerige vrouwen

Ef moirter melde mjûrtiy. ~ Ef moirters melde mjûrtiy.
De verdachte is onschuldig. ~ De verdachten zijn onschuldig.

Ef ufnaros riffe ef 'jans lo sliy.De training maakt de jongens gehard.
plentiy mimpits1ruim voldoende boeken
Kirro paine niy ef.2We doet het niet zo.

Voorbeelden van additieven uit groep 3 (meervoudssuffix is facultatief):

Ef mechiy[n] tiffugbâl-hajemjerers ef tojesfsâ pente.
De onverdraagzame voetbalsupporters hebben de wedstrijd verpest.

Ef mosjeusz feldre kegiy[m] kaf sener blofs.
De vrouwen zitten schrijlings op hun paard.

Ef zomar ef liftkar belt-sérts poertere lo nittôpiy[n].
De gemeente heeft de oude huisjes eigenaardig gerestaureerd.

ef ÿlammefiy[m] kaflaanšor huarosz
de onmerkbaar doorgevoerde bezuinigingen

Zie Appendix 192 voor alle additieven op iy en lira die géén markering voor het interne meervoud krijgen, of waarbij deze markering facultatief is.


1Zie ook § 40.73.


2Zie ook § 41.52 voetnoot 3.

42.9b

De keuze tussen wel of geen meervoudssuffix bij groep 3 is niet geheel arbitrair. Als er binnen één constituent een additief aanwezig is dat altijd een meervoudssuffix vereist, zal het additief uit groep 3 dat eveneens krijgen. Evenzo blijft het meervoudssuffix bij een additief uit groep 3 achterwege als dat bij een ander additief ook het geval is. Vergelijk:

a.ef korabiyn én slamestiyn efantysde bedroefde en beleefde kinderen
b.ef mjûrtiy én slamestiy efantysde onschuldige en beleefde kinderen
c.ef hupser én slamestiy efantysde vrolijke en beleefde kinderen

In a. heeft slamestiyn een -n omdat dat bij korabiyn ook moet. In b. en c. krijgt slamestiy geen -n omdat dat bij mjûrtiy en hupser evenmin mogelijk is.

42.10

Romus-Alber (1977) heeft een historisch en dialectisch onderzoek gedaan naar de additieven op iy om te achterhalen in hoeverre er sprake is van een "echte" afleiding. Hij formuleerde een ingewikkelde onderverdeling in vijf categorieën:

  1. Additieven met een productieve afleiding waarbij het verwijderen van het suffix -iy altijd leidt tot een bestaand Spokaans woord (eventueel met een ander suffix).
    Bijvoorbeeld: ôpalefiy ~ ôpalef (overvloedig ~ overvloed); chalfiy ~ chalfe (toepasselijk ~ toepassen)
  2. Improductieve afleidingen waarbij het suffixloze element sterk verwant is aan een bestaand Spokaans woord (eventueel met een ander suffix).
    Bijvoorbeeld: tundâriy ~ tundare (breekbaar ~ breken); hogoriy ~ hogorit (bovendeks ~ boven)
  3. Improductieve afleidingen waarbij het suffixloze element alleen tot een Spokaans woord te herleiden is als we dit taaldiachronisch of dialectisch benaderen.
    Bijvoorbeeld: frôsaliy ~ frôsal[l]1 (angstaanjagend ~ angst); mitsiy ~ Δmijâts2 (ranzig ~ reuzel)
  4. Additieven die toevallig op iy eindigen een (aantoonbaar) geen afleiding zijn.
    Bijvoorbeeld: gótiy (afkerig); brulapiy (fors, struis)
  5. Leenwoorden op iy.
    Bijvoorbeeld: graviy (ernstig (Frans: grave)); plentiy (ruim voldoende (Engels: plenty))

Verder onderscheidt Romus-Alber nog afleidingen die er niet "als zodanig" uitzien en additieven op iy die het "karakter van een afleiding" hebben. Met deze categorisering trachtte Romus-Alber een regelgeving te formuleren wanneer het additief een meervoudssufix moest krijgen en wanneer niet. Het geheel komt nogal arbitrair over en is in het dagelijks taalgebruik onwerkbaar.


1Frôsal[l] komt na ca. 1720 niet meer voor. Hiervoor in de plaats is het leenwoord ânkest gekomen.


2Mijâts komt nog sporadisch voor in het Cheetuc. Romus-Alber kan niet goed duidelijk maken in hoeverre mitsiy en mijâts verwant zijn.

42.11   ad § 42.1   B. Extern meervoud

De nevengeschikte elementen binnen een extern meervoudige constituent (zie § 31.27) kunnen elk door één of meer eigen attr.add.n bepaald worden, bijvoorbeeld:

ef blakker chat ur doffiy hurtde witte kat en zwarte hond
ef blakker chat ur hurtde witte kat en hond (d.w.z. alleen de kat is wit)
ef doffiyn chats ur grist hurtde zwarte katten en grijze hond
flifados Petriy ur réte én pûl Weside aardige Petriy en de onbeleefde en stomme Wesi

Tôje ef ÿtineliran mosjeusz frân ef ðÿmÿrômiyn meraters inéchare goe mipzâlbinasôsta.
Noch de zwangere vrouwen noch de werkloze mannen hebben recht op een uitkering.

42.12

Als we willen uitdrukken dat een attr.add. een bepaling vormt bij de gehele constituent (en niet slechts bij een van de elementen) moet het attr.add. voorzien worden van het meervoudssuffix -[e]s (-es als het additief eindigt op h, x of s, anders -s). Het suffix -[e]s dient dus om het externe meervoud van de constituent uit te drukken. De met -[e]s gesuffigeerde additieven komen vóór het eerste nevengeschikte element. In tegenstelling tot de suffixen -n en -m kan -[e]s achter elk additief geplaatst worden. Vergelijk:

ef blakker chat ur hurtde witte kat en hond (de hond is níét wit)
ef blakkers chat ur hurtde witte kat en witte hond
ef doffiyn chatsde zwarte katten
ef doffiys chats ur hurtde zwarte katten en zwarte hond
ef flifadoses 'jans ur 'ninsde aardige jongens en aardige meisjes
ef flifadoses 'jans ur cÿrtiriyn 'ninsde aardige jongens en aardige, behulpzame meisjes
ef flifadoses én cÿrtiriys 'jans ur 'ninsde aardige en behulpzame jongens en aardige en behulpzame meisjes
ef ÿrtses, blakker chat ur doffiyn hurtsde valse witte kat en valse zwarte honden
ef râviys moplariy lef qugjoho1het opmerkelijke ongeluk met het opmerkelijke gevolg

1Een herhaling van het additief is mogelijk indien we extra nadruk willen leggen op het feit dat beide elementen van de samenstelling dezelfde eigenschap hebben: ef râviy moplariy lef ef râviy qugjoho (het opmerkelijke ongeluk met het [evenzeer] opmerkelijke gevolg).

42.13

Elk subj.add. of obj.add. mag het meervoudssuffix -[e]s krijgen als dit subj.add. of obj.add. een bepaling vormt bij een extern meervoudig fundament. In tegenstelling tot bij attr.add.n (vorige paragraaf) is suffigering met -[e]s nu dus optioneel:

Ef chat melde blakker. ~ Ef chat ur hurt melde blakker[s].
De kat is wit. ~ De kat en hond zijn [beide] wit.

Gress verfute ef argerats lo mesâ. ~ Gress verfute ef argerats ur miflifs lo mesâ[s].
Ik verf de deuren groen. ~ Ik verf de deuren en ramen groen.

De externe meervoudssuffigering van subj.add.n en obj.add.n vindt voornamelijk in de schrijftaal plaats; in de spreektaal wordt het suffix -[e]s meestal weggelaten.

42.14

Als we het suffix -[e]s bij subj.add.n en obj.add.n weglaten, moeten we eraan denken dat additieven op -iy en -lira (§ 42.2, groep 1 en 2) een -n krijgen, zowel bij een intern als bij een extern meervoud. Vergelijk:

Ef chat ur hurt melde doffiys. = Ef chat ur hurt melde doffiyn.
De kat en hond zijn [beide] zwart.

Toje Sulf fra Glo melde pjohelleliras. = Toje Sulf fra Glo melde pjohelleliran.
Óf Sulf óf Glo is onbeschoft.

Do verfute ef argerats ur miflifs lo kariys. = Do verfute ef argerats ur miflifs lo kariyn.1
Hij verft de deuren en ramen lelijk.

1Gebruik van het suffix -n leidt tot ambiguïteit want het additief kariyn kan ook zo opgevat worden dat het alleen bij ef miflifs hoort. De zin kan dan geparafraseerd worden als "hij verft de deuren en de ramen, maar de ramen verft hij lelijk". Deze parafrase kan wellicht beter uitgedrukt worden met een constructie waarin "constituentsplitsing" (§ 120.55) heeft plaatsgevonden:

Do verfute ef argerats, ur ef miflifs lo kariyn.
Hij verft de deuren, en de ramen [verft hij] lelijk.

Merk op dat constituentsplitsing de eigenschap "extern meervoud" ongedaan maakt, zodat de volgende zin ongrammaticaal is:

* Do verfute ef argerats, ur ef miflifs lo kariys.

42.15

Als elk nevengeschikte element van een constituent door zijn eigen additief bepaald wordt, moet de extern meervoudige constituent opgesplitst worden in twee nevengeschikte constituenten, vergelijk:

a.Gress verfute ef argerats ur miflifs lo mesâ.
 Ik verf de deuren en ramen groen.
b.Gress verfute ef argerats lo roffiyn ur ef miflifs lo mesâ.
 Ik verf de deuren oranje en de ramen groen.

In a. is sprake van één constituent ef argerats ur miflifs (en daarom is er ook één lidwoord; zie hiervoor § 131.63a–63b); deze constituent wordt nader bepaald door lo mesâ. In b. is daarentegen sprake van twee constituenten: (1) ef argerats, en (2) ef miflifs (beide met een eigen lidwoord). Constituent (1) wordt nader bepaald door lo roffiyn en constituent (2) door lo mesâ. Voor een nadere analyse van deze "constituentsplitsing" wordt verwezen naar § 120.55.

Als splitsing van een zinskern noodzakelijk is (omdat elk nevengeschikte element in de kern door een ander additief bepaald wordt), ontstaan er feitelijk twee nevengeschikte zinnen. Vergelijk:

a.Sulf ur Glo melde pjohelleliran ur pûl.
 Sulf en Glo zijn onbeschoft en stom.
b.Sulf melde pjohellelira ur Glo melde pûl.
 Sulf is onbeschoft en Glo is stom.

Zie verder ook Hoofdstuk 120 voor nevenschikking.

42.16

Elk pred.add. mag het meervoudssuffix -p (achter vocalen) of -ep (achter consonanten) krijgen als dit pred.add. een bepaling vormt bij een extern meervoudig predicaat. Een predicaat wordt geacht een extern meervoud te bezitten als de zinskern een extern meervoud vertoont. Vergelijk:

Petriy sen ocÿrme fâkomm. ~ Petriy ur Welm sena ocÿrme fâkomm[ep].
Petriy gedraagt zich gemeen. ~ Petriy en Welm gedragen zich gemeen.

Ef knurfel vende lôftquar. ~ Ef knurfel lef ef pica-tâts vende lôftquar[ep].
Het water stroomt langzaam. ~ Het water met de ijsschotsen stroomt langzaam.

42.17

Als we het suffix -[e]p weglaten, moeten we eraan denken dat de pred.add.n op -iy en -lira (§ 42.2, groep 1 en 2) een -m krijgen, zowel bij een intern als bij een extern meervoud. Vergelijk:

Petriy ur Welm sena ocÿrme pjohellelirap. = Petriy ur Welm sena ocÿrme pjohelleliram.
Petriy en Welm gedragen zich onbeschoft.

Ef knurfel lef ef pica-tâts vende lo lâmiyp. = Ef knurfel lef ef pica-tâts vende lo lâmiym.
Het water met de ijsschotsen stroomt dromerig.

Als weglating van -p leidt tot toevoeging van -m (voorbeelden hierboven), dan geven velen er de voorkeur aan om -m te gebruiken. Of met andere woorden: pred.add. op -iy en -lira worden liever altijd met -m gesuffigeerd, zodat het suffix -p bij deze additieven niet van toepassing is.

42.18

Dat de suffixen -[e]s en -[e]p voor het externe meervoud optioneel zijn bij additieven in de functie van subj., obj. en pred.add. ligt aan het feit dat subj., obj. en pred.add.n nooit slechts een deel van een extern meervoudige constituent kunnen bepalen. Ook zonder de suffixen -[e]s en -[e]p is het duidelijk dat het additief een bepaling vormt bij de gehele constituent.
Dit is niet het geval bij een additief in de functie van attr.add.: een attr.add. kan zowel een gehele constituent bepalen als slechts een van de elementen ervan.1
Om ambiguïteit te vermijden is het suffix -[e]s bij een attr.add. verplicht als dit attr.add. de gehele constituent bepaalt. Zie § 42.11–12.


1In het eerste geval staat het additief – samen met het lidwoord – vóór de gehele constituent; in het tweede geval is elke additief een deel van de constituent; zie ook Hoofdstuk 120.

42.19

De additieven op -iy en -lira krijgen het suffix -m (en niet -[e]s of -[e]p) als zij in de functie van adj.add. een bepaling vormen bij een ander additief dat op zijn beurt een bepaling vormt bij een extern meervoudig fundament. Feitelijk geldt nu dus hetzelfde als wat er in § 42.5 gezegd is, bijvoorbeeld:

Fyn, Hara ur Olâf chaquinde pjohelleliram hups[ep].
Fyn, Hara en Olâf praten onbeschoft hard.

Ef ÿrbÿr hôfruos riffe Mariy ur Elsa lo graviym simajeliras (of: simajeliran).
De strenge opvoeding maakt Mariy en Elsa zeer achterbaks.

ef katšeriym kariys 'jan ur 'nin
de afschuwelijk lelijke jongen en het afschuwelijk lelijke meisje

42.20

Geografische namen in de functie van attr.add. krijgen als enige geen -[e]s of -[e]p als zij een bepaling bij een extern meervoudige constituent vormen. Vergelijk (de b-zinnen zijn ambigu):

a.ef kviksiys mennwegs ur tiffugwegs
 de gevaarlijke snelwegen en gevaarlijke provinciale wegen
b.ef spooksoliy mennwegs ur tiffugwegs
 de Spokanische snelwegen en [Spokanische] provinciale wegen

a.ef kurasÿrtoses gerlasz oft trems
 de interlokale autobussen of interlokale trams
b.ef amsterdam gerlasz oft trems
 de Amsterdamse autobussen of [Amsterdamse] trams

42.21

Als expliciet duidelijk gemaakt moet worden dat een dergelijk geografisch attr.add. een bepaling bij de gehele constituent vormt, en niet slechts bij het eerste element, kan voor de overige elementen het spoor idem geplaatst worden:

ef spooksoliy mennwegs ur idem tiffugwegs
de Spokanische snelwegen en [idem dito] provinciale wegen

ef amsterdam gerlasz oft idem trems
de Amsterdamse autobussen en [idem dito] trams

Let ook op de ambiguïteit in (1):

(1)Gress affionnose ef lomky sectâ ur léf.
 a. Ik houd van wijn uit Lomky en bier.
    (het bier kan overal vandaan komen)
 b. Ik houd van wijn uit Lomky en bier uit Lomky.

Betekenis (1b) wordt expliciet uitgedrukt in (2):

(2)Gress affionnose ef lomky sectâ ur idem léf.

Voor idem, zie ook § 132.45.

42.22

In plaats van toevoeging van idem kan ook het voegwoord ur door én vervangen worden. Als twee elementen nevenschikkend verbonden zijn door én, worden zij beide door een voorafgaand additief bepaald, dus:

ef amsterdam gerlasz én tremsde Amsterdamse autobussen én trams
Gress affionnose ef lomky sectâ én léf.Ik houd van sectâ én bier uit Lomky.

Merk op dat het "additief-includerende" voegwoord én geen emfatisch karakter heeft, zoals dat het geval is met de Nederlandse vertaling 'én'. Voor én, zie Blok 120.49.

42.23

In het volgende Blok zijn alle meervoudssuffixen samengevat die de additieven in de verschillende functies kunnen krijgen:

Meervoudssuffixen bij additieven
getal v.h.
fundament  
attr.add. subj.add. obj.add. pred.add. adj.add.
enkelvoud X
Y
[lo] X
[lo] Y
lo X
lo Y
X
Y
X
Y
intern
meervoud
X
Y-n
[lo] X
[lo] Y-n
lo X
lo Y-n
X
Y-m
X
Y-m
extern
meervoud
X-[e]s
 
 
Y-s
 
[lo] X-[e]s
of  [lo] X
 
[lo] Y-s
of  [lo] Y-n
lo X-[e]s
of  lo X
 
lo Y-s
of  lo Y-n
X-[e]p
of  X
 
Y-p
of  Y-m
X
 
 
Y-m
 

X = willekeurig additief.
Y= additief op -iy of -lira (§ 42.2 punten 1. en 2.), met uitzondering van
    geografische namen.
Ø= geen suffix.
-[e]s= suffix -es als add. eindigt op h, s of x; suffix -s in alle andere gevallen.
-[e]p= suffix -ep als add. eindigt op consonant; suffix -p als add. eindigt op vocaal.

TOP
<< Hoofdstuk 41 | Hoofdstuk 43 >>

© (2000) Rolandt Tweehuysen, Kimswerd, the Netherlands