Spokanisch Archief

SEINSYSTEEM SERIE 300: Seinspecificaties en -markeringen
< vorige serie | volgende serie >
 
Terug naar
Hoofdbestand Seinsystemen
 

 

  300 Begin van emplacement of stationsspoor (einde vrije baan). Het sein dat bord 300 draagt, geldt als een inrijsein. Bord 300 staat bovenop het sein, als dit als inrijsein geldt. Overigens geen specifieke plaats.
301 Einde van emplacement of stationsspoor (begin vrije baan). Het sein dat bord 301 draagt, geldt als een uitrijsein. Bord 301 staat bovenop het sein, als dit als uitrijsein geldt. Overigens geen specifieke plaats.
Noot: In Pegrevië wordt soms een Pegrevische R gebruikt (rechter variant). 302 Vanaf dit bord geldt het rangeerreglement; het sein waaraan dit bord bevestigd is, geldt als een rangeersein. Bord 302 staat bovenop het sein, als dit als rangeersein geldt. Bij afwezigheid van een rangeersein kan bord 302 samen met bord 300 geplaatst worden.
  303 Het sein waaraan dit bord bevestigd is, is een voorsein (voorafgaand aan een hoofdsein). Bord 303 zit rechts aan het sein. Bij ruimtegebrek eventueel eronder of erboven. In plaats van bord 303, zijn ook de borden 304 of 305 mogelijk.
304 Het sein waaraan dit bord bevestigd is, is een voorsein (maar er volgt geen hoofdsein). Bord 304 zit rechts aan het sein. Bij ruimtegebrek eventueel eronder of erboven. In plaats van bord 304, zijn ook de borden 303 of 305 mogelijk.
305 Het sein waaraan dit bord bevestigd is, is een herhaalvoorsein. Bord 305 zit rechts aan het sein. Bij ruimtegebrek eventueel eronder of erboven. In plaats van bord 305, zijn ook de borden 303 of 304 mogelijk.

Bord 305a kan op drie manieren aan een lichtsein bevestigd worden:
1. er recht onder
2. aan de rechterzijde
3. aan de rechterzijde, onder bord 303
305a Het sein waaraan dit bord bevestigd is, is een invoegsein. Oud systeem: onderaan de ronde seinbak van sein Ux. Nieuw systeem: aan de seinbak van sein Mx, sein Sx of sein Cx.
306 (Diabolo-baken) Markeert de officiële plaats van een sein dat wegens ruimtegebrek meer naar links of rechts is geplaatst. Wordt gebruikt bij hoofdseinen, combinatieseinen, rangeerseinen en sperseinen.
307 Markeert de officiële plaats van een voorsein dat wegens ruimtegebrek meer naar links of rechts is geplaatst.
308 Eerste voorseinbaken: over ca. 1600 m volgt een voorsein. Wordt bevestigd aan bovenleidingmast of anderszins.
309 Tweede voorseinbaken: over ca. 800 m volgt een voorsein. Wordt bevestigd aan bovenleidingmast of anderszins.
310 Hulp-voorseinbaken: vervangt baken 309 indien de afstand tussen 308 en het voorsein minder dan 1600 m zou zijn, en/of de afstand tussen baken 309 en het voorsein minder dan 800 m zou zijn. Baken 308 ontbreekt hoe dan ook bij toepassing van 310.
311 Het sein waaraan dit bord bevestigd is, maakt deel uit van een automatisch bloksysteem. In plaats van bord 311 zijn ook de borden 312 of 313 mogelijk.
312 Bij een (sein)storing: na telefonische of schriftelijke toestemming mag het sein dat dit bord draagt voorbijgereden worden, echter met halve dienstsnelheid indien het sein STOP vertoont. Komt alleen voor bij seinen van een automatisch bloksysteem en vervangt daarom bord 311. (De J kan ook op matrixbord A17 worden weergegeven.)
313 Bij een (sein)storing: het sein dat dit bord draagt mag bij STOP nimmer voorbijgereden worden (ook niet als er een algemene toestemming is verstrekt om seinen bij een storing voorbij te rijden). Komt alleen voor bij seinen van een automatisch bloksysteem en vervangt daarom bord 311.
314 Het sein dat dit bord draagt is een groepssein.
315 Het sein geldt voor het spoor links van de seinpaal. Deze pijl zit aan de paal, vlak onder de seinbak.
316 Het sein geldt voor het spoor rechts van de seinpaal. Deze pijl zit aan de paal, vlak onder de seinbak.
317 Het sein geldt voor de sporen aan weerszijden van de seinpaal. Deze pijlen zitten aan de paal, vlak onder de seinbak.
318 Het baken staat op de plaats van het sein dat nu rechts van het baken staat. De pijl zit vlak onder baken 306 of 307.
319 Het baken staat op de plaats van het sein dat nu links van het baken staat. De pijl zit vlak onder baken 306 of 307.
320 Nummer van een sein. Zit altijd aan de seinpaal, onder alle andere eventuele tekens.
Noot: Terugvalwissels komen nog sporadisch op secundaire inhaalsporen en industrie-emplacementen voor. Het terugvalwissel-sein R10 wordt sinds ca. 1960 niet meer toegepast. Bord 321 heeft daarom geen functie meer als vooraankondiging, maar wordt hier en daar nog wel gebruikt bij een terugvalwissel. 321 Vroeger: vooraankondiging voor een terugvalwissel-sein. Tegenwoordig: aanduiding bij een terugvalwissel.
322 Vooraankondiging voor een oprij/afrijsein. Het bord staat 80 m voor het sein; bij een kortere afstand wordt onderbord 706 toegevoegd.
323 Vooraankondiging voor een opdruk/heuvelsein. Het bord staat 80 m voor het sein; bij een kortere afstand wordt onderbord 706 toegevoegd.
324 Sein is buiten gebruik. Het kruis wordt direct op, onder of voor de seinbak bevestigd. Het kan gaan om een nieuw geplaatst sein dat nog niet functioneel is, een actueel sein dat kapot is (of om een andere reden tijdelijk niet wordt gebruikt), dan wel een oud sein dat niet meer in gebruik is.
325 Het hoofdsein (M) staat op de gegeven afstand (hier: 1000 m) van het voorsein dat dit bord draagt (en niet de gebruikelijke ca. 1500 m).
Noot: Hoewel dit bord (als variant van bord 325) hier en daar al omstreeks 1998 in gebruik is, heeft het pas sinds 2011 een officieel nummer en een officiële beschrijving in het Reglement voor Seinen en Tekens gekregen. 326 Het volgende combinatiesein (C) staat op de gegeven afstand (hier: 300 m) van het combinatiesein dat dit bord draagt. Zo'n korte afstand doet zich bijvoorbeeld voor bij een emplacement van beperkte lengte, waarbij de twee combinatieseinen ook als inrij- en uitrijsein fungeren.
327 (Aandachtsbord) Vraagt aandacht voor een tunnelsein Lx. Bord 327 staat bij het voorsein of combinatiesein bij de tunnelingang: na de gegeven afstand (hier: 300 m) volgt een blauw tunnelsein.
328-
330
Aan een lichtsein: geeft aan dat het volgende lichtsein deel uitmaakt van het blokstelsel ontwerp 1945, resp. 1966 resp. 1998. (Borden ingevoerd in 1998.)
Noot: Deze unieke situatie doet zich tegenwoordig alleen bij het station van Zendoreno voor, waar de machinist dus in de tunnel moet stoppen omdat anders de trein niet geheel langs het perron (buiten de tunnel) past.
Oorspronkelijk had dit bord nummer 328. Na de invoering van de nieuwe borden 328, 329 en 330 (in 1998) kreeg dit bord nummer 331.
331 Bij sein dat bij een tunnelingang staat: na de gegeven afstand (hier: 40 m) volgt een identiek sein met een identiek seinbeeld: hier moet de machinist stoppen (en niet bij het sein bij de tunnelingang).

 

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 77-101082 • SPARC 04 apr 1991