Spokanisch Archief

SPOORWEGEN: inrij- en uitrijseinen
Terug naar
Spoorwegen
 
Zie ook
Hoofdbestand Seinsystemen
 

De Spokanische Spoorwegen (SA) kennen geen aparte modellen voor inrijseinen en uitrijseinen. De gewone arm- en lichtseinen van de typen R17, R19, Mx en Cx gelden als inrijsein indien ze zijn voorzien van bord 300, en als uitrijsein met bord 301 (zie figuur).

Een inrijsein wordt geplaatst als de vrije baan overgaat in een emplacement. Een uitrijsein staat bij de overgang van emplacement naar vrije baan. In de terminologie van de SA vallen ook de perronsporen van een station onder "emplacement".

Emplacementssporen als emplacement
Voor treinen die een emplacement naderen en daar moeten stoppen (zoals personentreinen bij een perron) of andere speciale handelingen moeten verrichten (rangeren, omlopen, af- of aankoppelen, tanken ed.) is het ronde witte bord met de zwarte E bovenop het inrijsein relevant. De machinist weet dan dat hij niet meer op de vrije baan rijdt, en dus moet letten op alle borden en seinbeelden die typisch bij een emplacement horen. Lichtseinen van de typen Sx, Mx en Cx (dus voor-, hoofd en combinatieseinen) die bedoeld zijn als beveiliging van de vrije baan, zullen formeel gedoofd zijn (maar er zal wel een geel knipperlicht getoond worden om aan te geven dat ze "buiten gebruik" zijn). De armseinen R17 t/m R22 zullen alle in de onveilige stand (MF1) staan. (Armseinen langs emplacementssporen die ook als vrije baan kunnen gelden, komen nog maar heel sporadisch voor).

Emplacementssporen als vrije baan
Treinen die op een emplacement niet hoeven te stoppen (zogenaamde doorgaande treinen) worden geacht op de vrije baan te blijven rijden. De emplacementsporen waar de doorgaande trein over rijdt, worden dan tijdelijk als "vrije baan" gekwalificeerd. Dit betekent dat de machinist het ronde witte bord met de E kan negeren en verder alleen hoeft te letten op de seinen en borden die bedoeld zijn voor de beveiliging van een vrije baan. Wat seinen betreft kunnen dit dus zijn: R17 t/m R22 (armseinen), Sx, Mx en Cx (lichtseinen). Alle overige seinen moeten een seinbeeld tonen dat geen verwarring schept met de seinbeelden gereserveerd voor de vrije baan. Hiervoor zijn verschillende oplossingen:

Beweegbare tekens met lichten (R13 t/m R16) tonen seinbeeld MF1 (algemeen omschreven als "stop", maar in de praktijk dus een indicatie om de opdracht niet uit te voeren, zoals rangeren, vertrekken, heuvelen, opdrukken ed). In de praktijk komen zulke beweegbare tekens met lichten niet voor langs de emplacementssporen die als vrije baan kunen dienen.

Vertrekseinen (type Px), rangeerseinen (type Rx) en dwergseinen (type Gx) zijn gedoofd als het spoor waarlangs ze staan als vrije baan is gekwalificeerd.
Andere lichtseinen (zoals sperseinen, invoegseinen, enz.) komen langs zulke sporen nooit voor.

Overgang van "emplacement" naar "vrije baan"
Stel dat een personentrein een emplacement nadert en langs het perron moet stoppen. De machinist weet in dit geval dat hij op de emplacmentsbeveiliging moet letten. Zijn trein wordt door een wisselstraat geleid, waarvan de rijweg vrij is gegeven met groen tonende dwergseinen. Hij stopt langs het perron bij een gedoofd vertreksein. Het combinatiesein hier vlak achter zal "buiten gebruik" zijn (dus geel knipperen). Als het tijd wordt om te vertrekken zal het vertreksein gaan knipperen en moet de machinist alert zijn op een teken van de conducteur dat alles veilig is. Vervolgens zal het gedoofde combinatiesein in werking gesteld worden en een seinbeeld voor de vrije baan geven. Op dat moment zal het vertreksein gaan branden, en heeft de machinist toestemming om te vertrekken. Of hij daadwerkelijk vertrekt, hangt af van het seinbeeld van het combinatiesein. Als dit op rood staat, is de vrije baan voorbij dit sein bezet en moet de machinist wachten. Het brandende vertreksein is dan een indicatie dat de trein niet meer stilstaat om passagiers in en uit te laten de deuren blijven gesloten), maar dat de trein stilstaat omdat er een sein rood licht vertoont.
Het kan soms gebeuren dat er iets fout gaat en het sein op rood blijft staan (bijvoorbeeld omdat er een andere trein defect is en het spoor blokkeert). In dat geval kan het vertreksein weer gedoofd worden, wat een indicatie is dat er geen toestemming meer is om te vertrekken, en de deuren eventueel weer geopend mogen worden, om passagiers alsnog in en uit te laten. Er is als het waren een tweede stop- en vertrekprocedure in gang gezet.

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 00 • SPARC 11 okt 2007