Spokanisch Archief

PERSONEN: literatuur
Terug naar
Personen
Geregistreerde personen

Zie ook
Publicaties
 

Bestandsgroep
AdelBeeldende kunstBestuurCreatief beroep
GeestelijkheidKoninklijk personeelLeger + Politie
LiteratuurMediaOverigPolitiekStichten + Oprichten
TheaterVorsten + FamilieWetenschap
 
Dit bestand (beginletter van achternaam)
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
 

Dichters en schrijvers.

Per definitie hebben dichters en schrijvers werk gepubliceerd. In dit bestand zijn alléén de werken opgenomen die ergens in het Spokanisch Archief of andere literatuur zijn genoemd.
Gebruikte codes voor de soort publicatie:

AUautobiografie, memoires
DBdichtbundel
DW  dichtwerk
GDgedicht
HRhistorische roman
KBkinderboek
KUkunst, wetenschap, cultuur
LCliederencyclus
MDmuziekdrama
NBnovellenbundel
NOnovelle
POpolitiek
PPpopulair lees/kijkboek
PRpraktisch boek, kookboek ed.
ROroman
SVsage-verzameling, volksverhalen
TOtoneelstuk
VBverhalenbundel
VEverhaal

Voorvoegsels in buitenlandse namen tellen bij de alfabetisering mee: dus de naam van Bakel staat onder de V.


  1. Petriy Akona-Hônt (1774-1845)

       Schrijver. ....

    Verdere gegevens in het archief zijn onvindbaar.

    (ca. 1835)

  2. Clopiy Âlbalev (1937 [Hirdo]-2016 [Ajertaliy])

    (1992)

      

    Romanschrijver. Kritische observatie van de verhouding mens-maatschappij. Hoofdthema is de mens als slachtoffer van de moderne maatschappij. Â. is een pseudoniem van Clopiy Jâlba Holiy-Lafayette. Dat deze beroemde auteur zijn adellijke afkomst verloochent door zijn dubbele achternaam niet te gebruiken, wordt hem in adellijke kringen zeer kwalijk genomen. Zijn roman Gerte Côlmann is in 1967 bekroond met de Nationale Proza-prijs. In 1975 verscheen Côlmannex ef tokuramosÿ ("Côlmanns nalatenschap"), een vervolg op Gerte Colmann, dat veel minder succes oogstte. Â. heeft verder vele essays gepubliceerd in het tijdschrift Ef Zutter Littekipt ("De Donkere Vuurtoren").

    Hij is in september 2016 in Ajertaliy gestorven. Begin november besloot het gemeentebestuur om de gloednieuwe bibliotheek in dat stadje Âlbalev-seert te noemen. Zijn nabestaanden (o.a. zijn vrouw Vressa Jâlba Holiy-Lafayette en zijn broer Myndriy Jâlba Holiy-Portessi) waren het daar niet mee eens, zij vonden dat zijn échte naam moest worden gebruikt, dus Jâlba Holiy-seert, en stapten naar de rechter, aangezien de gemeente niet tegemoet wilde komen aan de wens van de nabestaanden. Op 15 februari 2017 verklaarde de rechter dat de naam Âlbalev-seert gebruikt mag worden, omdat "de heer Clopiy Jâlba Holiy-Lafayette er zelf nadrukkelijk voor gekozen heeft om zijn schrijverscarrière te verbinden aan het pseudoniem Âlbalev, en de gemeente Ajertaliy er bewust voor gekozen heeft om de overleden persoon in de hoedanigheid van beroemd schrijver te eren, en niet in de hoedanigheid van afstammeling van een adellijk geslacht".

    RO-1965: Ef ecronaror hyliy (De gekroonde ladder)
    RO-1967: Gerte Côlmann
    RO-1970: Eft glaza sért (Een glazen huis)
    RO-1975: Côlmannex ef tokuramosÿ (Côlmanns nalatenschap)
    RO-1981: Ef bedaratjen (De brandstichter) (Amahagge: Aelbâtiy-Qurten)
    RO-1999: Tunbasz ber Zest (Modderpoelen in Zest)

  3. Mariy Alvarez* (1930-2006)

      

    Sociologe en schrijfster. Vooral bekend om haar kennis van de etiquette, en haar boek Quista Ocÿrma-Lyd'mip ("Handboek voor goed Gedrag"; Hirdo 1961). Zie ook Ef Salonn. (UIS 144)

    (Ef Salonn, 1971)

    PR-1961: Quista Ocÿrma-Lyd'mip (Handboek voor goed Gedrag) (Hirdo)

  4. Vittore Ambrogio (1690?-??)

    Italiaan, schreef omstreeks 1725 Esperienze Spocanesi ('Spokanische Ervaringen'), een soort dagboek van wat hij in Spokanië (of preciezer: in Hirdo, Gret, Amahagge en Gralkrich) meemaakte. Het is niet bekend waarom hij in deze steden was en of hij verder nog iets van het land heeft gezien. Of, en zo ja, wanneer hij teruggekeerd is naar Italië, is evenmin bekend. Een exemplaar van het waarschijnlijk in Gralkrich gedrukte boekje wordt in de Universiteitsbibliotheek van Amahagge bewaard).

    PR-1725 ?: Esperienze Spocanesi (Spokanische Ervaringen) (Gralkrich ?)

  5. Clara Bohemienn* (1912-1976)

    Kunsthistorica; schrijfster van vele boeken over kunst(geschiedenis).

    KU-1954: Kûra-analyss ur Definiere-metoðiys (Kunstanalyse en definitiemethodes)

  6. Jânes Bûlfer (1930-2020)

    Dichter. In de jaren zeventig en tachtig schreef hij anti-kapitalistische, opruiende, gedichten onder het pseudoniem Herco Smurf. Zijn optredens in die tijd waren berucht: schreeuwend met een joint in zijn ene hand en een fles bier in zijn andere hand stond hij de microfoon vol te spugen met een waterval van klanken. Het publiek kreeg "handouts" uitgereikt waar de werkelijke tekst van zijn onverstaanbaar gebrul op te lezen was. Tot ca. 1990 woonde hij in Menscherr, daarna aan de rand van Hajofese.
    Genoemd in de Amahâkšo . (RO-HIRDO.DOM)

  7. Jân Camyra (1929-1980)

      

    Schrijver. Zijn werk wordt wel tot het genre van de Smeulende-haardliteratuur gerekend, hoewel hijzelf nooit zo gecharmeerd was van die term. "Een smeulend vuur? Dat klinkt nogal slaapverwekkend en slapjes. Gooi er eerst maar 's een scheut benzine op, dan komt het meer in de buurt van mijn werk", is een geliefd citaat uit de mond van Camyra. Zie ook Ef Salonn. Het laatste werk van Camyra, de verhalenbundel Ef Salonn, bevat veel referenties naar de tijd dat hij De Salon frequenteerde. Helaas is dit werk onvoltooid gebleven, want de auteur overleed in 1980 geheel onverwacht. Er waren 14 verhalen gereed, maar de uitgever hield rekening met zeker nóg 10 verhalen. (NENO.DOM)

    (Ef Salonn, 1971)

    VB-1980: Ef Salonn (De Salon) (Hirdo: Maliyster Cats).

  8. Herneg Cloma-Ryff (1921 [Hirdo]-1991 [Madrid])

    Bekend toneelschrijver en regisseur. Had zijn doorbraak in 1960 met het drama Ef Ojel ("De Uil").

    TO-1960: Ef Ojel (De Uil)
    DB-1973: Ef vilduls nute (De bomen luisteren)

  9. Glopiy Côhale (1926-1980)

      

    Bekend toneelschrijver. Kreeg in 1971 de Toneelprijs voor zijn abstracte drama Miskof-tof ("Nacht-dag"). Zie ook Ef Salonn.

    Links: Glopiy Côhale
    Rechts: Mariy Alvarez (Ef Salonn, 1971)

    TO-1971: Miskof-tof (Nacht-dag)

  10. Peoll Côlmann (1950 [Hirdo]-....)

    Schrijver; redacteur van Litra; columnist in de Kleter Hirdoegg. (DOM 18)

  11. Sypa Cor (1810-1877)

      

    Schrijver en taalkundige. Aanhanger van de Conityje-koles ("Conityjaanse School"), een schrijversrichting die bekend staat om de lange volzinnen.

    (1876)

    RO-1869: Ef kôrch nômðe (De ruige hoogvlakte) (Liyrotyka: Leemân & Sûmiy Ÿrðos [1963: 4e druk])
    RO-1873: Ef Ulljevatjen (De Indringer)

  12. Hara Crânza* (1955-....)

    Schrijfster van korte verhalen en enkele toneelstukken. (ASJETTO.DOM)

  13. John Croydon (1671? [Bath]-1750?)

    Engelsman, schreef in 1712/13 Journal of a Spocanian Survey, een van de oudste reisverslagen over Spokanië (een exemplaar van de 2e druk (1724) wordt in de Universiteitsbibliotheek van Amahagge bewaard). Zie ook Yqufjen-Kerfewiynne. (UIS 144)

    PR-1712/13: Journal of a Spocanian Survey

  14. Jenva Cvârf* (1892-1966)

    Romanschrijfster. In 1972 (dus 6 jaar na haar dood) werd een testament ontdekt waarin zij het initiatief had vastgelegd om jaarlijks een literaire prijs uit te reiken aan een veelbelovende auteur die in dat jaar een succesvolle roman had gepubliceerd. Dit werd de Cvârf-priss. (Gegevens uit oude ordner SPOKA, dd. 1972.)

    RO-1960: Cvôfs (Wolven) (Gralkrich: Vliyteram)
    RO-1962: Hurts fes ef jûlt (Honden aan de lijn) (Gralkrich: Vliyteram)

  15. Hesta Ðulû-Morris* (1923 [Amahagge]-2002)

      

    Populair schrijfster van historische romans; velen beschouwen haar werk als erg kitscherig. Zie ook Ef Salonn.

    Links: Mariy Alvarez
    Rechts: Hesta Ðulû-Morris (Ef Salonn, 1971)

    HR-1952: Ef fest sail (Het vaste zeil) (Amahagge: Aelbâtiy-Qurten)
    HR-1961: Ef môjôls gre (De molens draaien)
    HR-1980: Blef ef tex (Achter de dijk)

  16. Miko Sereg Dwârfjeñg-Noôsðe (1946-2011)

    Romanschrijver. Zijn voornamen worden altijd afgekort met M.S. (ongebruikelijk in Spokanië).

    RO-1989: Marâsz (Kleuren) (Minde: Kaf ef Agrus - nr 579)

  17. Pano Eperrðû (1745-1799 [Amahagge])

    Dichter.

  18. Bochôc Fâga (1835-1901)

    Schrijver uit de Conityje-Koles ("Conityjaanse School"). Zie Ârmyll en Citaten. (DOM 94/137/212)

    RO-1876: Ef gôl vildul (De kale boom) (Blort: Râpip)
    HR-1880: Liftollus rafane (Grootvader vertelt)
    SV-1883: Zampôr-zeffôsta ur rafanor cofðiys (Volksverhalen en vertelde sprookjes) (Blort: Dika Kabi)

  19. Rinâs Fâs (1910 [Hoggebim]-1992 [Gÿrô])

    Zeer productief romanschrijver.

    RO-1959: Eft frokabeeiy revusos (Een halsstarrige weigering)
    RO-1962: Eft meldos ber Rom (Een verblijf in Rome)
    RO-1973: Uokkelira mÿrts (Rokende schoorstenen)
    RO-1978: Crena Males-Qurten
    RO-1983: Kerkts (Geiten) (Hoggebim: Heldrec & Delst TC)
    RO-1985: Mitréje (Bokken (Hoggebim: Heldrec & Delst TC)

  20. Costeliy Firos-Debando* (1958-....)

    Schrijfster van kookboeken. (DOM 212)

    PR-1992: Eft kleter tjonde-vrôk (Een nieuwe manier van koken) (Gralkrich: Vliyteram)

  21. Ôrs Freegh-Oten (1940-....)

    Genoot kortstondig bekendheid als schrijver, en werkt sinds ca. 1975 als ambtenaar op een ministerie in Hirdo.

    RO-1967: Kult Hâlâfers (Onze Gekken)

  22. Leffy Gindiroh (1921 [Tunbas]-2005 [Otreff])

      

    Bekend dichter, toneelspeler en toneelschrijver; kreeg de Culturele prijs van Hirdo voor zijn boek Kult šark zefae ("Ons land is diep", 1983). Zie ook Halôk & Murre.
    Werd op 2 juni 2005 dood achter zijn computer in zijn atelier gevonden. Hij werkte de laatste jaren in een houten chalet aan de rand van het gehucht Otreff, op de Egpeeff-vlakte, met een weids uitzicht over het "niets" zoals hij het zelf omschreef. De popzanger Ceen Gindiroh was zijn zoon, en kwam al eerder om (auto-ongeluk in 1992). Zie Citaten.

    Tussen ca. 1960 en 1980 is Leffy Gindiroh nog kapitein op een coaster geweest. In 1984 heeft hij de kapiteinspet letterlijk in zee gegooid, om daarmee te symboliseren dat hij zich nu geheel aan het schrijverschap ging wijden. Deze foto is uit 1978.

    TO-1983: Halôk ur Murre
    RO-1983: Kult šark zefae (Ons land is diep)

  23. Pôðil Gyll (1598 [Ozaneto a/e Prek]-1623)

    Shakespeariaans toneelschrijver; sommig werk lijkt eerder een parodie op Shakespeare, zoals Kolofâ-kâslecc ("Winternachtmerrie", 1620); zijn geboortehuis is tegenwoordig een museumpje (Gyll-seert in Ozaneto a/e Prek).

    TO-1618: Julys Cesâr
    TO-1620: Kolofâ-kâslecc (Winternachtmerrie)

  24. Leffy Gyndiroh (1831-1905)

    Schrijver van het muziekdrama Veldurs arvendo ("Mensen gingen voorbij", 1873; gebaseerd op de Sage van Moffain en Lerdu) en de liederencyclus Zurt-messer ("Zandloper", 1890).

    MD-1873: Veldurs arvendo (Er gingen mensen voorbij)
    LC-1890: Zurt-messer (Zandloper)

  25. Hypolyty Gynÿnn (1922 [Minde]-maart 1998 [Tosiy of Reven-Paille??])

    Lyrisch dichter en schrijver; zijn klassieke taalgebruik werd tot halverwege de jaren tachtig erg gewaardeerd. Na zijn plotselinge dood is hij weer erg populair geworden, en zijn boeken verkopen weer goed. (DOM 156)

    RO-1952: Ilderrt melde plâks (Ilderrt is verweg)
    RO-1955: Ef yfloniner rifo ef lemt-zalas (De juwelier van de wierookzaal)
    DB-1955/62: Verestelira vârnôsta (Juichende waarschuwingen)
    RO-1961: Eft nute-stâgos (Een hoorspel)
    RO-1972: Mecrequliyn bârjerrs (Smeedijzeren barrières)

  26. Riko Hânk-Verass (1851 [Blort]-1902 [Hirdo])

    Schrijver en dichter. Was geregeld in opspraak vanwege zijn kritiek op het Katholicisme en de Ergynne. Ook conservatieve politici moesten het geregeld ontgelden in zijn felle hekeldichten en pamfletten. Anderzijds werden zijn korte verhalen waarin sociale misstanden op humoristische wijze werden aangekaard, zeer geprezen.
    Vanwege zijn zwakke gezondheid lag hij veel in bed, en de laatste jaren van zijn leven kwijnde hij weg, lijdend aan talloze kwalen.

  27. Petriy Havik (1940-2011)

    Romanschrijver. Ontving in 1972 twee maal de Cvârf-priss voor zijn debuutromans uit 1969 en 1970. (Gegevens uit oude ordner SPOKA, dd. 1972.)

    RO-1969: Ef ÿkaquriy rifo Tâg (De inneming van Tâg) (Zezem: Pefme)
    RO-1970: Ef trôchâ rifo ef koffona (Het wiel van de dood) (Gralkrich: Vliyteram)

  28. Cala Hecâne Gyrrt-Nôkaso* (1911 [Conityje]-1989 [Liyrotyka])

    (1985)

      

    Jonkvrouw. Actrice en schrijfster van boeken en toneelstukken; bekendste boek: Kult feldariy ("Onze kast", 1947) waarin ze zeer openhartig over haar jeugd vertelt en ze haar ouders (uit een heerszuchtig adellijk geslacht) presenteert als twee drankzuchtige, op sex beluste, feestnummers; tot aan haar dood had ze een veelgelezen column in Bôrâ-tÿden, waarin ze het privéleven van bekende Spokaniërs niet spaarde; haar politiek conservativisme laat zich niet goed rijmen met haar progressieve ideeën in maatschappelijk en sociaal opzicht; zij was daarom in voortdurend conflict met haar familie en de behoudende instanties, wat aardige stof voor columns en artikeltjes opleverde. Ze was haar hele leven actief lid van de I.I..

    AU-1947: Kult feldariy (Onze kast)

  29. Moffain Heen (1922-1986)

    Historicus en toneelschrijver. Hij heeft zijn hele leven gewerkt op het Historisch Instituut in Hirdo. Hier is hij als loopjongen begonnen, en heeft hij zich als autodidact opgewerkt tot een volwaardige geleerde die na zijn eredoctoraat in 1961 benoemd werd als directeur van het Instituut. In zijn vrije tijd schreef hij toneelstukken die echter nooit een groot succes werden. Alleen het stuk "Het Vissersdorp" uit 1971 gooide hoge ogen. Echter, tot zijn dood toe heeft H. geklaagd dat er nooit een jonge jongen te vinden was die de rol van de vissersjongen Kôn perfect kon spelen. H. heeft niet meer mee mogen maken dat deze perfecte acteur uiteindelijk in de persoon van Justes Left-Taris werd gevonden.

    Herco Smurf

    Pseudoniem van de dichter Jânes Bûlfer.

  30. Vlaölos Hhaënt (1936 [Lor]-....)

    Pegrevisch schrijver. Strijdt voor de erkenning van het Pegrevisch en wil beslist niet dat zijn boeken naar het Spokaans vertaald worden. In de Spokanische literaire wereld wordt hierop gereageerd met de opmerking dat zijn boeken zo matig zijn dat ze het niet eens waard zijn om in het mooie, rijke Spokaans te vertalen. Zie ook Purisme in het Spokaans .

  31. Olyva Hirata-Liskos* (1901-1952)

    Dichteres en schrijfster van sentimentele korte verhalen. Ze werd pas bekend toen ze door haar man in 1952 was vermoord.

  32. Justus Hurterg

    Zie bij Geestelijken.

  33. Cârle Ierquf-Vjola (1873-1917)

    Schrijver van sprookjes en kinderboeken.

  34. Basyll Irjen (1880-1971)

    Beroemd schrijver van kinderboeken; bekendste werk: Ef Efanty-wuma ("het Kinderwoud", 1922) met de onafscheidelijke schoolvriendjes Moffain en Lerdu; dit boek wordt nog steeds door elk Spokanisch kind gelezen.

    KB-1922: Ef Efanty-wuma (Het Kinderwoud) (Liyrotyka: Zampôr)
    KB-1944: Hâldrecs ur halfâmpiyyas (Bruilofts- en feestpasteien)
    KB-1962: Jenvaex ef âtventuriys (Jenva's avonturen) (Gralkrich: Pelger & Mârðant)

  35. Ronesa Itârzatreef (1924-1997)

    Bekend politiek georiënteerd schrijver; publiceert o.a. in Jolaiy; stichtte in 1962 een anarchistisch georiënteerde woongemeenschap (Zutterkents-1).

    PO-1966: Âme Opper ur Wefot di meldu Lurgiy (Als Oost en West in het Midden zullen liggen)

  36. Moffain Jabâr (1794-1859)

    Toneelschrijver; zijn bekendste werk is de trilogie Vlaytros I, II en III ("het Verschuldigde", 1821-1826), drie toneeldrama's over de verloedering en ondergang van een rijk koopmansgeslacht.

    TO-1821/26: Vlaytros I-II-III (het Verschuldigde)

    Clopiy Jâlba Holiy-Lafayette

    Jonkheer. Werkelijke naam van de beroemde schrijver Clopiy Âlbalev.

  37. Merlen Jeers (1929-1992)

    Romanschrijver.

    RO-1976: Maquijâlos (Roofmoord)

  38. Ârmyll Jelafoiy-Reâmehhe (1935 [Ibesto-Horo]-....)

      

    Een van de beroemdste moderne schrijvers in Spokanië; woont in Sa Crono; in ouder werk is zijn stijl zeer grillig: lange ingetogen passages wisselen abrupt af met gezwollen volzinnen vol woordspelingen en redundante decoratie; zijn latere werk is veel evenwichtiger, en volgens sommigen daarom ook saaier. Zie ook Ef Salonn en Citaten.

    Ârmyll Jelafoiy-Reâmehhe buigt zich over de schrijfster Hesta Ðulû-Morris (links) en de taalkundige Olyna Florez (rechts).
    (Ef Salonn, 1971)

    RO-1973: Ylsa (Honing) (Hoggebim: Edver Eemere)
    RO-1974: Cÿrpep ur Petroleem (Peper en Petroleum) (Hoggebim: Edver Eemere)
    RO-1980: Eft net-quiyralôg mutašo (Een onaanvaardbare mutatie)
    RO-1984: Ef ororor ecron (De afgezaagde kroon)
    RO-1990: Mitos (Motten/Huur woordspeling)
    RO-1995: Ef Kanol (Het Kanaal)
    RO-1997: Ef Plâkomÿ (De Tunnel)

  39. Dorteje Jertek* (1941 [Filiapia]-....)

    Romanschrijfster; meest verkochte boek: Ef câðy-prest ("De kroeg-directeur",1979) over een kroegbaas die met zijn arrogantie en bemoeizucht het leven in een heel dorp beheerst; hoewel dit boek ergens in Pegrevië speelt, is het toch autobiografisch te noemen. Zie Citaten.

    RO-1979: Ef câðy-prest (De kroeg-directeur) (Gralkrich: Vliyteram)

  40. Megt Kalis-Fandare (1725 [Hirdo]-1810 [Blort])

    Schrijver van boertige toneelstukken en dichter van "gewaagde" gedichten met veel toespelingen op sex en drank; grote beroering wekte zijn dichtwerk Ef Poiros fes ef Raiys ("Het Leven in de Boomtoppen", 1800) waarin volksbuurten met kronkelige straatjes en schreeuwende vrouwen worden vergeleken met boomkruinen vol kronkelige takken en kwetterende vogels; sex, verkrachtingen en drank zijn de drie zaken die het leven in de volksbuurt bepalen. Zie Citaten.

    DW-1800: Ef Poiros fes ef Raiys (Het Leven in de Boomtoppen) (Blort: Dika Kabi)

  41. Neemt Kerfewiynne (1690 [Lammafin]-1765 [Lammafin])

    Schrijver van dâxa's met 12 coupletten en van Hyra Liskos; heeft altijd in Hirdo gewoond; broer van Pôlfer Kerfewiynne. (DOM 93/94)

    MD-1712: Hyra Liskos
    GD-ca. 1750: Ef blusôn tasse pip (De bloesem valt reeds)
    MD-1765: Dufjaex ef Giyrt (De Arrestatie van de Duivel)

  42. Flore Kitianos-Portâe (1949-....)

    Publicist/schrijver. (DOM 185/212)

    PP-1995: Zjut-âlbos (Rarebouw) (Hirdo: Ef Bax)

  43. Javlân Kol-Krârt (1930-2011)

    Samensteller en schrijver van populaire kijk- en plaatjesboeken.

    KB-1979: Ef efantyser tjeft-wufmip (Plaatjes-woordenboek voor kinderen) (Hirdo: Vliyteram)

  44. Fietrich Krap (1938-....)

    Schrijver van humoristische toneelstukken.

    TO-1966: Falja Kômba
    TO-1970: Derjiy ón dena miyna-câne (Zonde voor die theepot)

  45. Ung Krodur-Frecÿr (1931 [Zest]-2011)

    Schrijver. Zijn populairste boek is Pakriy naleemiy ("Kwetsbaar grondgebied", 1973), een verzameling volksvertellingen van het eiland Tigof, die hij op zijn eigen originele manier heeft bewerkt. Sinds 1991 staat er in het centrum van Zest een beeld van de kunstenares Irtava Pofâ, dat de auteur moet voorstellen. Hij heeft ook The Once and Future King van Terence H. White vertaald; deze vertaling verscheen in 1963 onder de titel Arthur - Ef Pÿriy Jabâr. (NENO.DOM)

    SV-1973: Pakriy naleemiy (Kwetsbaar grondgebied) (Zest: Literariy Instituša),
    waarin het verhaal Ef koffon mosjeus chaquinde (De dode vrouw spreekt).

  46. Lenne Ladi (1951-....)

    Schrijver; werd plotseling bekend met zijn debuutroman Wâveta nunas ("Verwijfde nonnen", 1985), waar hij in 1987 de Cultuurprijs van Amahagge voor ontving. Zie Citaten.

    RO-1982: Wefoðiy ef mân (Wefoðiy de mens) (Zezem: Pefme)
    RO-1985: Wâveta nunas (Verwijfde nonnen) (Amahagge: Vliyteram)
    VE-1996: Ef Hydy-kettos (Het Hydy-geschenk)

  47. Petriy Laëhhe (1947 [Trofy]-....)

    Taalkundige; meer bekend als toneel- en tekstschrijver (vrnl. voor cabaret); verwerkt veel Zuid-Spokaanse elementen in zijn teksten, en door zijn invloed is het Cheetuc-woord suchetader (uit Spaans sujetador) voor "bustehouder" in het standaard-Spokaans een populair spreektaalwoord geworden (officiële woord is briqu-munk).

  48. Helmut Laider (ca. 1860-1915 of 1916)

    Duitse Spokanië-kenner. Werkte tussen 1910 en 1913 als historicus op de Universiteit van Amahagge. Trok in 1914 naar het front in Noord-Frankrijk, alwaar hij in 1915 of 1916 sneuvelde. Zijn Spokanische collega's hebben het hem hoogst kwalijk genomen dat hij zijn wetenschappelijke loopbaan in Spokanië opgaf om voor de Duitsers te gaan vechten. Zie Citaten. (DOM 212)

    KU-1912: Grabsteine und Grabhügel in Spokanien (Magdeburg: Brocken Verlag)

  49. Ârmyll Laji-Qurharrt (1947 [Lift]-....)

      

    Schilder en schrijver; studeerde tot 1977 aan de Kunstacademie van Amahagge.

    Ârmyll Laji-Qurharrt
    Links: Ârmyll als peuter met zijn moeder (ca. 1950); rechts: op een camping aan de Zverosta-kust (ca. 1970).

    RO-1976: Tÿrt (Terug) (Minde: Kaf ef Agrus - nr 564)
    TO-1982: Kost koffona nert melde ef viltiy (Mijn dood is de jouwe niet)

  50. Jân Lajjeve (1950-1992)

    Schrijver van Science Fiction boeken en dito stripverhalen.

  51. Mânes Lârden-Šapiy (1935 [Treek]-2019 [Garos])

    Schrijver en dichter; veel van zijn gedichten zijn gebaseerd op verhalen uit de Ergemip; terwijl zijn verhalen dikwijls uitwerkingen zijn van oude ballades.

    SV-1968: Clajotelira Werty (Bloeiende Overlevering)
    GD-1970: Ef quÿelira yvôp (De wachtende linde)

  52. Beja Leaner* (1903-1977)

    Schrijfster. Haar verhalen die zich veelal in een sprookjeswereld afspelen, worden tot het genre van de Smeulende-haardliteratuur gerekend. (NENO.DOM)

    Lompo Pompko

    Pseudoniem van de toneelschrijver Moffain Mofainaler-Rifo Lift.

  53. Henÿ Lyn-Cherf* (1942 [Has-belt]-....)

    (ca. 1978)

      

    Schrijfster en dichteres; in de jaren zeventig was zij zeer politiek georiënteerd en ontpopte zich als de "eerste feministe in Spokanië". Haar politieke gedichten, begeleid door sterke gitaarmuziek, zijn opzwepend en naderen het hysterische. Daarentegen zijn haar sonnetten van een klankrijkdom en cadans zoals nog zelden in Spokanische poëzie gehoord. L.-C. wordt sinds 1978 door zeer koningsgezinde Spokaniërs verguisd omdat zij op een receptie Prins Lerdu Geeneg-Hubert (een broer van de Koningin) een draai om de oren gegeven zou hebben. Sinds 1988 is ze directrice van het makelaarskantoor Lyn-Cherf & Ozzûpiyle-Bâljer te Trendon en treedt ze nog zelden op. Ze kwam in 1993 nog even in het nieuws toen bekend werd dat Prins Geeneg Hubert haar op het makelaarskantoor had bezocht om te informeren naar de prijs van een oud landhuis aan de rand van Trendon. De Prins heeft dit huis inderdaad van haar gekocht.

    RO-1970: Kost Taris (Mijn Toren)

  54. Merlen Mâhhe (1935-2003)

    Schrijver van kookboeken en culinaire artikelen. Zijn bestseller, het kookboek Ef Krodurmip uit 1969, was in 1995 al aan zijn 20e druk toe.

    PR-1969: Ef Krodurmip (Het Bakboek)

  55. Tybelt Matteriy-Sinto-Vildul (1984-....)

      

    Veelbelovend schrijver en dichter. Politiek geëngageerd. Medeopsteller van het rapport Velparen ef Rutôs.
    Genoemd in de Amagene .

    PO-2016: Eft fiymbros rifo ef wertlâ (Een rafelrand van de wereld)

  56. Katija Meerdôr-Vloja* (1970-....)

    Journaliste en schrijfster. Bekend om haar gedegen onderzoeksjournalistiek. Heeft zich in september 2016 aangesloten bij de net opgerichte politieke partij MaJo.

    KU-2010: Rigtmittusz - Rifonn buffas-sel helkara mariyer-sat (Gerechtskamers - Van boevencel naar bruidssuite) (Gralkrich: Pelger & Mârðant)

  57. Vera Merces-Paðiyc* (1864-1942)

    Schrijfster van kinderboeken.

  58. Moffain Mofainaler-Rifo Lift (....-....)

    Toneelschrijver, meer bekend onder het pseudoniem Lompo Pompko. Bekend stuk: "Het Misverstand".

    TO-1971: Ef Taobléskros (Het Misverstand)

  59. Wesi Moffain Laterafe (1837 [Fonistâ]-1896 [Fonistâ])

    Schrijver.

  60. Hirdostenn Myna (1760-1825)

    Schrijver; kleinzoon van Hirdostenn Âlmer.

  61. Eltu Lezo Names-Pofâ (1903 [Lassos]-1974 [Milbo])

    Bekendste dichter van Brÿr. Heeft zich altijd afgezet tegen de Pegrevische taal, en beweerde dichter geworden te zijn om de schoonheid van het Standaard-Spokaans te bewijzen. Had een hekel aan zijn dubbele voornaam en gebruikte daarom altijd de initialen E.L.

  62. Wesi Neeðe (1851 [Pacelane]-1922 [Hildi])

    Toneelschrijver. Zijn streng katholieke opvattingen vormen een regelmatig terugkerend thema in zijn werk. De twee dichtregels op zijn graf worden toegeschreven aan Lofjec Quûzzt, en kunnen we na Neeðes dood op vele grafstenen vinden. Het is wellicht het meest populaire grafschrift in Spokanië. Zie Citaten.

    TO-1910: Ef Roza-'nins (De Rozenmeisjes)
    DB-1912: Mondô-ialef (Herfstoogst) (hierin: Ef korda-kâler) (Milbo: Promiy Mimpits)
    TO-1917: Merater Snÿpert (Meneer Snÿpert)

  63. Botriy Nerja (ca. 1690-1741)

    Geschiedschrijver in 1722. (FLAP.DOM)

  64. Klachet Nestafie-Ûffen (1716 [Zerrafie]-1774)

    Ergynne-filosoof en schrijver van cara's; stichtte de 3 Uvrâgt-communes (Uvrâgt-Jena-Kents, Uvrâgt-Lostô-Kents en Uvrâgt-Meen-Kents); werd in 1774 door enkele commune-leden in Lostô vermoord.

  65. Lâmpa Noliyf (1572-1633)

    Voornamelijk bekend onder zijn achternaam Noliyf. Eerste werkelijke toneelschrijver; schreef Ardeena ur Lyro.
    Genoemd in de Amahâkšo .

    TO-ca. 1620: Ardeena ur Lyro

  66. Tek Fyn Nonâstiy* (1943-2014)

    Romanschrijfster. Ontving in 1972 de Cvârf-priss voor haar debuutroman uit 1968. (Gegevens uit oude ordner SPOKA, dd. 1972.)

    RO-1968: Ef merater rifo Tašu (De man van Tašu) (Trofy: Ef Mataaree)

  67. Nuser (1592-07.12.1631)

    Dichter die nog steeds veel gelezen wordt. In 1765 heeft Neemt Kerfewiynne een muziekdrama gebaseerd op Dufjaex ef Giyrt geschreven; dit muziekdrama (met dezelfde titel) wordt elk jaar op 7 december op verscheidene plaatsen uitgevoerd, om de dag te herdenken dat Nuser in 1631 in de Rater-poentel bij Tona a/e Grât werd vermoord. (DOM 173)

    DW-1620: Dufjaex ef Giyrt (De Arrestatie van de Duivel)
    DW-1627: Jabâr Alasonur

  68. Syrell Oleema-Flofariy (1885-1963 [Alerita])

    Schrijver van streekromans. Zijn meeste boeken spelen zich af in het plattelandsmilieu van Jelafo. Wordt buiten het Spokaanstalige deel van Liftka nauwelijks gelezen. Woonde samen met de schrijfster Drusa Plafo'es, maar de nadruk wordt er opvallend sterk op gelegd dat zij een platonische relatie hadden en zij ieder hun eigen slaapkamer hadden.

  69. Uder Olôf (1939-....)

    Romanschrijver uit Minde. Zijn echte doorbraak kwam in 1993 met de thriller Tijâ tiyns melde klótarus, een woordspeling op de uitdrukking Klótarus tiyns melde tijâ ("Gedane zaken nemen geen keer"). Ook zijn detective Ef ZZ-brôt ("Het helikopterwrak") werd een bestseller. Overige romans, alle met een beduidend minder spannend gehalte, zijn nooit echte bestsellers geworden.

    RO-1993: Tijâ tiyns melde klótarus (Verdwenen dingen zijn gedaan) (Hirdo: Maliyster Cats)
    RO-2002: Ef ZZ-brôt (Het helikopterwrak) (Hirdo: Maliyster Cats)

  70. Quny Ozzûpiyle-Greka (1832-1897)

    Schrijver uit Bôrâ; zijn werk kenmerkt zich door een subtiele afwisseling van kritische beschouwing en ironie, met religieuze thema's als uitgangspunt.

    RO-1861: Ef dres-cijazut profett (De hoogmoedige profeet)
    RO-1875: Rys ef nii-alstrah (Onder de doopvont)
    RO-1880: Aitromba

  71. Mânes Pacef-Leeg (1940-....)

    Bekend dichter en toneelschrijver; verdedigt politieke gevangenen in buitenland; kreeg in 1970 de Blotter Jerrðe voor toneelstuk Ðoraor teldos ("Verschrompelde appeltjes"), gebaseerd op gedichten van o.a. Leffy Gindiroh.

    TO-1970: Ðoraor teldos (Verschrompelde appeltjes)

  72. Rynte Pajtôc-Verc* (1993-....)

    Maatschappelijk geëngageerd schrijfster en journalist die vanaf ca. 2004 snel landelijk bekend werd. Vanaf ca. 2010 vormen mondiale issues als milieuverontreiniging, energievoorziening en klimaatverandering haar hoofdthema's.

  73. Myja Palôst-Quntâ* (1953-....)

    Schrijfster van boeken over huisdieren, vooral honden en katten. Zie ook bij Hondenrassen.

    PR-1990: Ef wola-pót: dâmbiy én mubâtolmo (De wolpoet: levenslustig en overspannen)

  74. Testoyðe Panáñg (1943-....)

    Romanschrijver. Ontving in 1972 de Cvârf-priss voor zijn debuutroman uit 1971. (Gegevens uit oude ordner SPOKA, dd. 1972.)

    RO-1971: Cônsidere ef lo kvâmpos meldelira (Beschouw het als een redenering) (Hirdo: Ef Bax)

  75. Jystuven Pântiyf (1879-1964)

    Pegrevisch schrijver. Zijn roman Ef Kestkoldrelira Hyg ("De Rebelse Pad") veroorzaakte in 1924 veel ophef.

    RO-1924: Ef Kestkoldrelira Hyg (De Rebelse Pad)

  76. Peäl Pântiyf (1942-....)

    Pegrevisch schrijver, zoon van Jystuven Pântiyf. (BRYRTEU.DOM)

  77. Drusa Plafo'es* (1881 [Alerita]-1944 [Krsitsi])

    Schrijfster van streekromans. Haar meeste boeken spelen zich af in het plattelandsmilieu van Jelafo. Wordt buiten het Spokaanstalige deel van Liftka nauwelijks gelezen. Haar geboortehuis is tegenwoordig een museum. In dit huis heeft zij lang samengewoond met de eveneens Pegrevische schrijver Syrell Oleema-Flofariy.

  78. Meche Ploem-Vozjâf (1944-....)

    Romanschrijver. Zie Citaten.

    RO-1982: Klótarus tiyns (Gedane zaken) (Hirdo: Ef Bax)

  79. Kôndy Plona (1849-1920)

    Romanschrijver.

    RO-1903: Paqur terrats (Lange dagen) (Blort: Knurfelstiy)

  80. Moffain Pômacÿr-Nolec

    Zie bij Musici.

  81. Šelt Pôxy (1648-1699)

    Schrijver en dichter.

  82. Mues Pûter-Gajener (1971-....)

    Schrijver van novellen en enkele romans. Veel van zijn werk wordt gerekend tot het genre van de Smeulende-haardliteratuur. De doorbraak kwam met de sciencefiction-achtige novelle Blotter strâlos ("Blauwe straling") uit 1999.

    NO-1999: Blotter strâlos (Blauwe straling) (Hoggebim: Edver Eemere)
    RO-2004: Ef velp pôlp (De lege sokkel) (Hoggebim: Edver Eemere)

  83. Hôgta Pÿsell (1895-1960)

    Matig dichter en novellenschrijver. Verdiende zijn brood voornamelijk in de boekhandel en het antiquariaat te Blort die hij samen met zijn vrouw en vijf kinderen dreef. Na zijn dood is de boekhandel opgeheven, maar zijn naam leeft in het antiquariaat Hôgta Pÿsell voort.

  84. Pârf Quggernees (1910 [Alertobiy]-1972 [Hajopaca-kents])

    Foto genomen in 1971 in de Hajopaca-kents, enkele maanden voor zijn dood.

      

    Een van de grootste dichters na 1950. Heeft jarenlang op Tigof gewoond maar keerde vlak voor zijn dood naar zijn jeugdstreek terug. Schreef veel klassieke dâxa-verzen, sommige ervan kunnen ook als dâxa-parodieën beschouwd worden. Na ca. 1960 verschenen er ook enkele experimentele bundels van zijn hand. Zijn taal is doorspekt met Zuidspokanische woorden en wendingen, en de inhoud van zijn werk zit vol metaforen en paradoxen. Zie Citaten.

    DB-1954: Poitiyns furt ef sompyrâ veldurs (Gedichten voor de onnozele mensen) (Lift: Kers Mefterna)
    GD-1954: Tovildulÿ (Geboomte)
    DB-1966: Kost Dratôp (Mijn Beerput)

  85. Lofjec Quûzzt (19.12.1782 [Gret]-03.05.1841 [Gret])

    Bekend Berrefs dichter; was in zijn jonge jaren zeer reislustig (heeft onder meer Londen, Delft, Rotterdam en Antwerpen bezocht); was vanaf 1834 partes van de Calôiy-korda te Fôrt-Freerk, waar elk jaar in augustus ter herdenking van hem een negendaags poëziefestival plaatsvindt (zie www.lofjec.freerk.sp ). Het gedicht Âme'f kôbo (oorspronkelijk uit de bundel Gip Ogpetos), dat de schoonheid van de Qumk-vlakte beschrijft, wordt als een van zijn meesterwerken beschouwd. Zijn geboorte- en sterfhuis in Gret is tegenwoordig een museum. Zie Citaten. (DOM 168/169/170/177/180)

    DB-1836: Gip Ogpetos (Losgebroken Gefluister) (geannoteerde herdruk in het Latijnse alfabet uit 1938)

  86. Gysela Quzoji-Hesmaniy* (1971-....)

    Historica. Schreef enkele artikelen en onbeduidende boekjes, promoveerde in 2003 op een studie naar de geschiedenis van het Spokanische bankwezen en de biografieën van vele bankiers, en werd daarmee in één klap bekend, toen het proefschrift in een handelseditie in 2004 verscheen.

    KU-2004: Bencers ur ef ekonomiy (Bankiers en de economie) (Jatty (BF): Pâmp-Kumorel)

  87. Krôl Roguta-Jansen* (1991-....)

    Romanschrijfster. Ontving in 2020 de Cvârf-priss voor haar debuutroman uit 2019.

    RO-2019: Frestiy sÿt (Gerimpelde zijde [zijde = glimmend textiel]) (Hirdo: Ef Bax)

  88. Nyna Sgyt-Marrée* (1945-....)

    Romanschrijfster. Zie Citaten.

    RO-1976: Perocallas (Onderling) (Hirdo: Ef Bax)

  89. Toliy Sinto-Trofi* (1932-2015)

    Schrijfster van romantische boeken en columniste in de Kleter Hirdoegg; kreeg in 1969 een schrijfverbod door de Sensuriy-Meeg (Raad van Censuur) opgelegd voor de eerste 4 maanden van 1970 wegens beledigingen van het koninklijk huis. Sinds 1985 is ze blind en leeft ze een teruggetrokken bestaan. Van de twaalf novellen die ze in een bundel wilde laten verschijnen, heeft ze er acht voor haar blindheid kunnen voltooien. De bundel Âke romântise wiktomit-novâs verscheen in 1985, maar de publicatie heeft ze niet meer zelf kunnen zien. Zie Citaten.

    RO-1982: Feelix (Trofy: Ef Mataaree)
    NB-1985: Âke romântise wiktomit-novâs (Acht romantische badkamernovellen) (Tanbÿr: Kôlðiy)

  90. Halâs Sjefraziyks (1934-....)

    Romanschrijver. Ontving in 1972 de Cvârf-priss voor zijn debuutroman uit 1967. (Gegevens uit oude ordner SPOKA, dd. 1972.)

    RO-1967: Pliyfone? Noft! (Drinken? Nee!) (Gralkrich: Vliyteram)

  91. Walter Sprôns-Marée (1914 [Mena]-1992 [Tona a/e Grât])

    Restanten van zijn woonhuis in Tona
    a/e Grât, waar hij in 1992 stierf.

      

    Schrijver van korte, ietwat wrange, verhalen. Hij begon zijn loopbaan omstreeks 1944 als hoofd van een lagere school in Mena; zijn eerste verhalen verschenen vanaf 1958 in diverse lokale kranten, en later ook in de Kleter Hirdoegg. Veel van zijn verhalen uit de kranten zijn later in diverse bundels verschenen. Vanaf ca. 1980 schreef hij niet meer voor de kranten, maar werd zijn werk direct in boekvorm uitgegeven. Na zijn pensioen in 1980 betrok hij een groot oud huis in Tona a/e Grât; waar hij tot zijn dood zou blijven wonen. Toen zijn vrouw in 1981 overleed, nam hij een huishoudster, van wie beweerd wordt dat ze een heks was. Een week na zijn begrafenis ging zijn huis in vlammen op. De huishoudster is spoorloos verdwenen, wat voor velen een bewijs is dat zij de brand heeft gesticht en dus écht een heks is. Sprôns Marée laat geen kinderen na, maar wel een uitgebrande ruïne, die tot op de dag van vandaag als onverkoopbaar object aan de rand van Tona staat.

    VB-1964: Ef Blakker Câblâns & 6 lelpiru storâsa (De Witte Ridders & 6 andere verhalen) (Blort: Knurfelstiy)

  92. Mânpees Spyndre (....-....)

    Schrijver van sociaal bewogen novellen die bij voorkeur afspelen in arme stadswijken. Velen vinden zijn boeken emotioneel, diepgravend en met een subtiel gevoel voor detail; maar er zijn even zoveel mensen die zijn schrijfstijl langdradig, saai en zeurderig vinden.

  93. Mavy Stuixer* (1978 [Zest]-....)

    Dichteres en schrijfster van korte verhalen. Zie titelblad van Cûltura.

  94. Petriy Sugge-Enÿmt (1902 [Lor]-1997 [Feutâm])

    Bekend romanschrijver; zijn roman Eprinû Aneca (1951) viel op door de christelijke grondslag en is vertaald in het Russisch. Vanaf ca. 1980 tot aan zijn dood heeft S.-E. zich voornamelijk met het kweken van zangvogels beziggehouden. Bij zijn crematie zijn tientallen zeldzame vogels van hem in de openlucht losgelaten. De Dierenbescherming heeft hier grote ophef over gemaakt omdat deze vogels niet zullen kunnen overleven in de vrije natuur.
    In Feutâm is een klein museum voor hem ingericht.

    RO-1951: Eprinû Aneca (Tsjech: Muxelira Wuftas)
    RO-1962: Feseert! (Thuis!)
    RO-1969: Os pipar (Ondanks alles) (Hoggebim: Kvârta)
    RO-1978: Ef Platiranu (Het Schilderij)

  95. Moffain Sulâ-Hester (1915-1991)

    Oorspronkelijk docent aan een middelbare school. Ontpopte zich pas na zijn 60ste als romanschrijver.

    RO-1981: Tupplip ðÿm tu (Reis zonder jou) (Tanburo: Wender & Wender - nr 38P)

  96. Hyna Tâgerate-Wâlter* (1905 [Hirdo]-1977 [Hirdo])

    Huisarts in Hirdo, maar genoot landelijke bekendheid door haar artikelen in diverse kranten en tijdschriften, waarin allerlei medische zaken op een duidelijke en populaire manier werden uiteengezet. In tegenstelling tot haar zuster Elsa Wâlter-Pôluff (bekende romanschrijfster), ondervond Hyna niet zulke psychische problemen vanwege haar ongelukkige jeugd met een wrede vader.

  97. Uder Tja Henna-Osagenis (1930-....)

    Ridder. Romanschrijver. Zie Citaten.

    RO-1970: Futtof ef urzôg zôle (Voordat de mus vliegt) (Gralkrich: Vliyteram)

  98. Toriym (1938 [Korif]-....)

    Dichter en toneelspeler. Zijn feitelijke naam is Toriym Vliyteram-Toriym. Woont in het eenzame bergdorp Huragge bij Trejasu (Azÿ-gebergte). Hij leeft voornamelijk van het fokken van geiten. Hij maakt zelf geitenkaas en jam, en snijdt beeldjes uit het hout van de peren- en appelbomen die zijn huis omringen. Hij leeft een kluizenaarsbestaan en wordt door de dorpsgenoten argwanend in de gaten gehouden. De enige keer dat hij zijn streek verliet, betrof het een reisje naar Noord-Holland en Friesland, omdat hij de Afsluitdijk met eigen ogen wilde aanschouwen. Als bergbewoner die nauwelijks weet hoe zijn eigen land eruit ziet, was zoiets als een lange rechte dijk dwars door zee een wereldwonder dat hij niet kon geloven. Nog steeds zal hij iedereen die het maar horen wil, uitleggen dat de Afsluitdijk niet méér is dan een vorm van "landschapskunst, maar dan op zee". Hij vindt zoiets het toppunt van decadentie en wil niet accepteren dat die dijk in eerste instantie een nuttige functie heeft. "Mensen die de zee afsluiten, terwijl God landen juist welvarend maakt door ze aan zee te leggen, zijn gek en tarten Onze Lieve Heer," pleegt de streng roomskatholieke kluizenaar te zeggen.
    Zijn bezoek aan Friesland is de reden dat er tijdens de Kunstroute in de Friese gemeente Wûnseradiel in mei 2003 een gedicht van hem als vorm van "landschapskunst" in een weiland te lezen was.

  99. Sereg Rufen Toziyn-Môcla (1943-1995)

    Romanschrijver. Ontving in 1972 de Cvârf-priss voor zijn debuutroman uit dat jaar. (Gegevens uit oude ordner SPOKA, dd. 1972.)

    RO-1972: Ef melde noi riyfain quista (Het is niet altijd goed) (Mollefin: Wisse)

  100. Peoll Uðân (1882-1941)

    Schrijver te Hirdo; heeft veel Engelse en Duitse boeken in het Spokaans vertaald; schreef zelf zes boeken, waarvan alleen Elsa ef ðônt uit 1911 een behoorlijk succes is geworden. Zie ook foto van zijn woonhuis.

    RO-1911: Elsa ef ðônt (Elsa het dienstmeisje) (Blort: Kurfelstiy)

  101. Lyda Urylle* (1752 [Drystotall]-1791)

    Dichteres van dâxa's; ze schijnt ook zangeres geweest te zijn.

    GD-ca. 1785: Kost Rovretos blaffe ef Koffona (Mijn Liefde vereist de Dood)

  102. Lât Vurrmen-Oemâve (1880-1964)

    Dichter; heeft veel spreuken voor monumenten ed. geschreven; ook de strofen in de grotten van Jajes (1933) zijn van zijn hand. Zie Citaten.

    DB-1921: Kulano
    DB-1930: Crona

  103. Elsa Wâlter-Pôluff* (1900 [Hirdo]-1969 [Madrid])

      

    Romanschrijfster, vooral bekend is haar psychologische trilogie waarin zij haar ongelukkige jeugd onder het juk van een wrede vader beschrijft. De haat jegens haar vader veranderde haast ongemerkt in bewondering voor hem. W.-P. was mensenschuw en op latere leeftijd manisch depressief. Ze is altijd ongetrouwd en kinderloos gebleven en had alleen een warm contact met haar zuster, Hyna Tâgerate-Wâlter, een bekende arts. Op een hotelkamer in Madrid pleegde de schrijfster zelfmoord.

    (ca. 1940)

  104. Mârje Wattson* (1951-....)

    Cabaret- en toneelschrijfster.

  105. Terence H. White (1906-1964)

    Engels auteur. Zijn verhalenepos The Once and Future King (compleet in 1958) is in 1963 in het Spokaans verschenen (vertaling van Ung Krodur-Frecÿr).

    RO-1963: Arthur - Ef Pÿriy Jabâr (Arthur - De Eeuwige Koning) (Amahagge: Râgteit)

  106. Jânes Xeelm (1910-1975)

    Dichter; was tot 1951 monnik in Franciscaner klooster te Kussik; zie het Pântiyf-covent.

  107. Quela Yppsâch-Otaniy* (1820-1893)

    Romanschrijfster; heeft ook enkele dichtbundels geschreven. Zie het gedicht Ef eertef letra.

    DB-1893: Kost letras (Mijn brieven)

  108. Moffain Ÿrozze-Kâpp (1948-....)

    Schrijver van historische romans.

    HR-1993: Xéxâemos (Onderdrukking) (Conityje: Manetaler)

  109. Gonâs Zâftec (1937-2010)

    Romanschrijver. Ontving in 1972 de Cvârf-priss voor zijn debuutroman uit 1966. (Gegevens uit oude ordner SPOKA, dd. 1972.)

    RO-1966: Ef belt seert fes ef fôresta (Het huisje in het bos) (Hoggebim: Edver Eemere)

  110. Ina Zlaje-Ferdu* (1902-1974)

    Dichteres uit Gÿrô. Is in 1974 in de Firani verdronken (waarschijnlijk zelfmoord). Twee jaar voor haar dood verscheen haar laatste bundel, Hÿ Ina, met het gedicht Quanka-velp waarin haar zelfmoordplannen verwoord zijn.

    DB-1932: Ksenpe ur Ksvenne (Zondigen en Loven)
    TO-1940: Ef Vlemoetykelp (De Slachtbank)
    DB-1958: Ina
    DB-1972: Hÿ Ina (Nog een keer Ina) (Aflif: Nâmbrešiy)

  111. Moffain Znûft (1914-1999)

    Tot ca. 1980 zeer productief roman- en essay-schrijver.

  112. Âlkreene Zofy (1841 [Eon-Plychô]-1912 [Jent])

    Dichter uit de Conityje-Koles ("Conityjaanse School"); kreeg in 1911 de Nationale Poëzie-prijs t.g.v. de 24e druk van zijn bundel Wuftas fes Wuslâs ("Woorden in Woestijnen", 1900). Zijn bundel met religieuze gezangen (Caras, 1911) wordt nog steeds in vrijwel ongewijzigde vorm herdrukt, en verschijnt sinds 1961 bij uitgeverij Aelbâtiy-Qurten in Amahagge. (DOM 212)

    DB-1900: Wuftas fes Wuslâs (Woorden in Woestijnen)
    SV-1903: Pipper Spooksoliy (Heldhaftig Spokanië)
    RE-1911: Caras (bundel met religieuze gezangen)

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 00 • SPARC 14 jun 1999

jaartallen - JAARTALL.HTM