Spokanisch Archief

VERDEDIGINGSWERKEN
Gerelateerde bestanden
Kastelen
Ruďnes
Bezienswaardigheden

Zie ook
Bruggen en tunnels (tunnels algemeen)
 

Terug naar
Bouwwerken

Dit bestand
1. Soorten verdedigingswerken
2. Lijst met verdedigingswerken
 

Van alle verdedigingswerken zijn de ommuurde vestingsteden het imponerendst. Poorten en muren zijn vrijwel altijd beschermde monumenten, maar ook de bebouwing binnen de vesting is dikwijls beschermd. En ook is het vaak verboden om direct buiten de vesting nieuwbouw te projecteren, omdat dit het stadsgezicht zou aantasten.
Ook Derebâtje op het eiland Garos is zo'n beschermd stadje achter een indrukwekkende muur.

  
 

1. Soorten verdedigingswerken

Verdedigingswerken kunnen opgedeeld worden naar (1) het soort bouwwerk en (2) de functie. Deze twee opdelingen hebben dikwijls een verband met elkaar, bijvoorbeeld: een onderaardse vluchtgang heeft altijd als functie om mensen bij een vijandelijke overval te kunnen laten vluchten. Maar een bouwwerk van de categorie "kasteel" hoeft niet per se een verdedigingswerk te zijn: we kennen ook jachtkastelen, lustsloten en dergelijke.

Hieronder beperken we ons tot vestingen, vestingsteden, forten, muren, torens en onderaardse vluchtgangen (esterulârs). Kastelen en ruďnes zijn hier niet opgenomen; zie hiervoor de bestanden Kastelen en Ruďnes.


VESTINGEN EN VESTINGSTEDEN

Bijna 60 steden en stadjes mogen het predicaat "Vesting" dragen. Zij zijn omringd door muren (soms ook wallen of grachten), waarbinnen een middeleeuwse stadskern te bewonderen is, met smalle straatjes, trappen en poorten. Boven de muren steken veelal imposante torens en poortgebouwen uit. (Bij grotere plaatsen is het vaak alleen het centrum of een aan de kust liggend stadsdeel dat het karakter van "Vesting" draagt.) Vestingen kunnen wat betreft hun locatie grofweg in de volgende categorieën worden onderverdeeld:

  1. Bergvestingen bevinden zich in (voorheen) ontoegankelijke bergachtige gebieden waar in vroegere tijden de landheren fel om de schaarse bouwgronden vochten. Hier diende de vesting om een omliggend gebied te verdedigen, en vormde dikwijls ook een bestuurscentrum. Bergvestingen zijn altijd gebouwd op een moeilijk toegankelijke plek, waarbij het verdedigingskarakter zo veel mogelijk aan de natuurlijke omstandigheden is ontleend (steile rotswanden, afgezonderde bergtop, en dergelijke).

  2. Voorgebergtevestingen bevinden zich in de overgangsgebieden van de vlaktes of môliys naar de meer geďsoleerde berggebieden. Zij dienden ter verdediging van toegangswegen en passen naar zulke berggebieden, en waren dikwijls ook een marktplaats, waar bergbewoners de landbouwproducten uit de meer vruchtbare vlaktes en môliys konden aanschaffen. Deze commerciële functie hebben de meeste voorgebergtevestingen nog steeds. Evenals de locatie van Bergvestingen kan ook die van Voorgebergtevestingen ingegeven zijn door gemakkelijke verdedigbaarheid. Maar bij Voorgebergtevestingen speelt ook de route mee via welke het berggebied te bereiken is. Daarom kunnen Voorgebergtevestingen ook op minder strategische plekken liggen, zodat de bouw van wallen, muren en torens een dwingende noodzaak is.

  3. Vlaktevestingen nemen veelal een centraal punt op een vlakte of môliy in en dienden om het omliggende gebied te verdedigen. Ze hadden dezelfde centrale functie als de Bergvestingen, en zijn altijd met bouwkundige middelen versterkt, omdat op een vlakte de natuurlijke verdedigbaarheid (steile rotswanden, bergtoppen ed.) altijd ontbreekt.

  4. Kustvestingen zijn verdedigingswerken ter verdediging van een haven of andere plek langs de kust waar vijanden gemakkelijk aan land zouden kunnen gaan. Door verzanding liggen een aantal kustvestingen tegenwoordig één tot meerdere kilometers landinwaarts.

  5. Grensvestingen lagen ter weerszijden van de Spokanisch/Pegrevische grens en dienden uiteraard om deze grens te verdedigen. Grensvestingen zijn vaak een bepaalde variant van de Bergvestingen. Aan de Pegrevische zijde van de grens zijn veel van zulke vestingswerken op last van de Spokanische overheid geslecht, toen Pegrevië in 1894 bij Spokanië werd "ingelijfd" (zoals in Môntariy, Ibesto-Horo, Clatô en Oneus˙rt). Het is opvallend dat de meeste vestingswerken aan Spokanische zijde tot op heden intact zijn!

Ooit waren er veel meer vestingen, maar met name in de 19e eeuw, en ook nog in het begin van de 20e eeuw, zijn er meer dan 100 vestingen het slachtoffer van de slooplust geworden: muren en torens werden geslecht omdat ze "niet meer nodig" waren, en ook om meer ruimte voor stadsuitbreiding te winnen. Sinds 1949 bestaat er een wet die middels de kwalificatie "beschermd stads- en dorpsgezicht" het ongebreidelde slopen van oude stadsmuren en dergelijke kan verbieden. Het Ministerie van Toerisme en Recreatie had het jaar 2000 uitgeroepen tot "Jaar der Vestingsteden" (Ulân-s˙rt-zemper, waarbij Hajofese een prominente rol speelde). Ter gelegenheid hiervan werden sinds 1990 vele vestingstadjes opgeknapt. Niet alleen de oude verdedigingswerken, maar ook de huizen in het centrum kregen dikwijls een opknapbeurt. Men streefde ernaar om het oude karakter zo veel mogelijk te behouden, en men wilde voorkómen dat een al te grondige restauratie tot een doodsheid van de oude gebouwen zou leiden. Sommige vestingstadjes zijn geheel aan zo'n opknapbeurt ontkomen, zodat hier de vervallenheid een aparte charme geeft.
Veel vestingstadjes hadden in 2000 allerlei festiviteiten en festivals georganiseerd, voor zover zulke feestelijkheden niet reeds gebruikelijk zijn (zoals de jaarlijkse muziekfestivals in Sinto-Bercâ-Leras en Sinto-Alycro-Poniy). (DOM 54)

FORTEN

Forten zijn verdedigingswerken rondom grotere steden met een bijzonder strategisch belang (Hirdo, Amahagge, Gret, Mollefin). Zij zijn voornamelijk tussen 1750 en 1830 aangelegd, en de strategische waarde ervan is meestal twijfelachtig: in Spokanië (en Pegrevië) lijkt kustverdediging effectiever dan een specifieke verdediging van een aantal steden. Veel historici zien de bouw van zulke forten dan ook eerder als een modieuze uiting onder invloed van Europese fortenbouw. De meeste Spokanische forten hebben nooit gediend voor de verdediging van een stad - en zijn dikwijls ook verkeerd ontworpen of onvoltooid gebleven zodat ze hoe dan ook niet voor hun taak berekend waren. Daarom werden zulke forten voornamelijk als kazerne gebruikt (maar in sommige gevallen zijn er aanwijzingen dat ze primair als kazerne, en niet als verdedigingswerk, bedoeld waren). Tegenwoordig dienen ze wel als (geheime) opslagplaats voor wapens en militair materieel. In principe lagen forten in een open landschap, buiten andere bebouwing, maar in de loop der tijd zijn er rondom voormalige forten dorpjes ontstaan, veelal met dezelfde naam als het fort (zoals Fôrt-Albert en Fôrt-Deeter bij Hirdo). Zie ook lijst A met plaatsen met verdedigingswerken.

MUREN EN TORENS

Zelfstandige muren en torens vinden we op vele plaatsen als simpele verdedigingsbouwwerken rondom landgoederen of belangrijke gebouwen. Zij maken dan geen deel uit van een groter verdedigingscomplex met gebouwen, wallen, grachten en dergelijke.
Geďsoleerd staande torens vinden we vooral op strategische plekken op vlaktes en môliys, en dienden voornamelijk als uitzichtpunt, waarbij van "verdediging" nauwelijks sprake kon zijn (anders dan bijvoorbeeld de brochs in Schotland: torens waarin mensen en vee zich konden verschansen om de vijand te ontlopen; zulke torens zijn in Spokanië onbekend). Sommige torens zijn het restant van een groter verdedigingswerk, dat tot ruďne is vervallen of zelfs geheel is verdwenen (zoals de overblijfselen van het beroemde Zrâvve-kasteel: thans niet meer dan een toren en enkele brokstukken eromheen).

VLUCHTGANGEN

Veel kastelen (en ook andere belangrijke bouwwerken zoals paleizen) hadden vroeger een onderaardse vluchtgang die vele kilometers verder uitmondde op een onopvallende plek, zoals een dicht bos, van waaruit de vluchtende kasteelbewoners een veiliger heenkomen konden zoeken als de vijand voor de poorten stond.
Zulke vluchtgangen worden esterulârs genoemd en zijn een typisch Spokanisch verschijnsel. Vooral bij kastelen die deel uitmaakten van een vestingstad waren ze heel gebruikelijk. In diverse oude stadscentra zijn zulke onderaardse gangen vaak bij toeval herontdekt en in oorspronkelijke staat hersteld. Ze vormen tegenwoordig een grote toeristische attractie (zoals in Amahagge, Liyrotyka en Tanb˙r. Restanten van esterulârs vinden we verder bij talloze kastelen, kloosters en ruďnes op het platteland. Zij zijn meestal ingestort en ontoegankelijk, maar in een enkel geval loonde een grondige restauratie. Ook hier zijn dan interessante trekpleisters geschapen. Heel beroemd is de ruim 3 kilometer lange Kôft-esterulâr die uitmondt bij de Klinn˙r-oever. Van het kasteel dat bij de ingang van de tunnel gestaan moet hebben is niets meer te vinden.


2. Lijst met erkende verdedigingswerken

Vestingen, vestingsteden, muren, torens en onderaardse vluchtgangen (esterulârs) die als zodanig als monument zijn erkend en beschermd.

Als een item op een -deelkaart is aangegeven, staat het aanklikbare kaartnummer tussen {..}. Deelkaarten worden in een apart venster geopend.

   Voorbeeld van een vluchtgang met zijn naam op een deelkaart.
   Vestingsteden tot 5000 inwoners zijn op de deelkaarten altijd met een oranje stip binnen de zwarte cirkel gemarkeerd.
   In vestingsteden met 5000 of meer inwoners is de globale locatie van de vesting met een oranje vierkantje gemarkeerd.

Verscheidene plaatsen bezitten (restanten van) verdedigingswerken, zonder dat zij officieel als Vestingstad zijn erkend. Zij zijn op de deelkaarten dan ook niet met een oranje stip of oranje vierkantje gemarkeerd, maar eventueel wel hieronder in de lijst opgenomen.

De lijst met verdedigingswerken is opgesplitst in 2 deellijsten:

A. Vestingsteden of plaatsen met (restanten) van een verdedigingswerk
B. Vluchttunnels (esterulârs)


A. Vestingsteden of plaatsen met (restanten) van een verdedigingswerk

In deze lijst wordt volstaan met het noemen van de plaats en het soort verdedigingswerk. Plaatsen met de officiële status van "Vestingstad" zijn gemarkeerd met $.
Alle plaatsnamen zijn aanklikbaar voor een nadere beschrijving (te vinden in het Bestand "Steden: beschrijvingen").

  1. $ Acaratsa • (bergvesting) • {B 03}
  2. $ Advô • (voorgebergtevesting) • {G 08}
  3. $ Akâm • (kustfort) • {J 11}
  4. $ Amentôlestu • (bergvesting) • {I 04}
  5. Asjetto • (vestingwerken) • {J 12}
  6. $ Crelco • (voorgebergtevesting) • {H 03}
  7. $ C˙rlamejo • (bergvesting) • {G 12}
  8. $ C˙rôis • (kustfort) • {F 09/10}
  9. $ Derebâtje • (kustfort) • {L 12}
  10. $ Dreumân • (bergvesting) • {I 04}
  11. $ Eon • (voorgebergtevesting) • {I 07}
  12. Est • (oud fort) • {E 06}
  13. $ Feuni • (kustfort) • {H 07}
  14. $ Fônk • (kustfort) • {F 10}
  15. Fôrt-Albert • (oud fort) • {F 06}
  16. Fôrt-Deeter • (voormalig fort) • {F 06}
  17. Fôrt-Freerk • (oud fort) • {G 07}
  18. Fôrt-Iserhent • (oud fort) • {H 06}
  19. Fôrt-Lâerftâf • (oud fort) • {K 04}
  20. Fôrt-Peeter • (oud fort) • {H 09}
  21. Fôrt-Thyrra-Fercen • (oud zeefort) • {E 02}
  22. $ Frâk • (vlaktevesting) • {I 13}
  23. $ Frezzet • (vlaktevesting) • {I 08}
  24. $ Girdes • (verdedigd centrum) • {L 09}
  25. $ Gralkrich • (verdedigd centrum) • {H 09}
  26. $ Hajisen • (voorgebergtevesting) • {E 06}
  27. $ Hajofese • (bergvesting) • {F 07}
  28. $ Has-belt • (ommuurde stad op vlakte) • {C 04}
  29. $ Hier • (bergvesting) • {E 08}
  30. $ Huron-s˙rt • (bergvesting) • {I 11}
  31. Ilderrt • (oud fort) • {F 05}
  32. $ Jajes • (voorgebergtevesting) • {I 07}
  33. Jatty (BF) • (verdedigd centrum) • {F 07}
  34. Jedenfals • (fort in centrum) • {H 03}
  35. Jent • (oud fort) • {E 05}
  36. $ Kiven • (bergvesting) • {G 12}
  37. $ Kwâg • (vlaktevesting) • {G 06}
  38. $ Lankos • (bergvesting) • {H 13}
  39. $ Lelko • (vlaktevesting) • {I 08}
  40. $ Liyrotyka • (omwald centrum) • {K 09}
  41. $ Lônges • (kustfort) • {G 10}
  42. $ Mont • (voorgebergtevesting) • {L 07}
  43. $ Nes • (bergvesting) • {B 03}
  44. $ Onent • (vlaktevesting) • {J 07}
  45. $ Oopare • (bergvesting) • {J 04}
  46. $ Quafaiy • (bergvesting) • {L 07}
  47. $ Qualeja • (kustfort) • {K 06}
  48. $ Qutereeefo • (bergvesting) • {I 03}
  49. $ Šerbân • (voorgebergtevesting) • {F 03}
  50. $ St.Alycro-Poniy • (vlaktevesting) • {I 10}
  51. $ St.Bercâ-Leras • (bergvesting) • {B 05}
  52. $ Slofaro • (voorgebergtevesting) • {F 05}
  53. $ Stant • (omwald centrum) • {F 05}
  54. $ Tanburo • (omwald centrum) • {C 01}
  55. $ Teujan • (kustfort) • {M 03}
  56. $ Teujo • (voorgebergtevesting) • {D 09}
  57. $ Totiarofe-Lerescô • (vlaktevesting) • {I 08}
  58. $ Trâ • (kustfort) • {G 10}
  59. $ Tren • (voorgebergtevesting) • {L 05}
  60. $ Trunschen • (omwald/ommuurd centrum) • {D 08}
  61. $ Turee • (bergvesting) • {E 08}
  62. $ Vel • (voorgebergtevesting) • {E 04}
  63. $ • (bergvesting) • {I 04}
  64. $ Xâ j/e Prusots • (bergvesting) • {I 06}
  65. $ Xolestajo • (kustfort) • {I 09}
  66. $ Ypiy • (kustfort) • {K 08}
  67. $ źrst • (bergvesting) • {F 08}
  68. $ Zar-Husta • (kustfort) • {N 05}
  69. Zest • (gedeeltelijk ommuurd centrum) • {H 10}
  70. $ Zimp • (vlaktevesting) • {L 01}
  71. $ Zumela • (kustfort) • {E 09}

B. Vluchttunnels

In deze lijst zijn de vluchttunnels (esterulârs) met een beschrijving opgenomen, voor zover ze in het Spokanisch Archief zijn genoemd.
Onderstreepte namen kunnen aangeklikt worden voor een afbeelding.

  1. Amahagge-esterulâr (in Amahagge) •

    Vluchtgang onder het oostelijke deel van Amahagge. De locatie van het kasteel waar deze gang moet zijn begonnen kan niet vastgesteld worden. De gang moet zo'n 5 km lang zijn geweest, maar het kunstig gemetselde gewelf is op veel plaatsen ingestort. Er zijn nog drie secties intact, waarvan er één met een lengte van meer dan 1 kilometer te bezichtigen is. Een houten trap brengt u onder het straatniveau van de Peerg-mirra en via enkele vochtige gewelven komt u in een kronkelige tunnel die even buiten de stad in de beboste heuvels uitmondt. Hier is de tunnel met een ijzeren deur gesloten, die alleen van binnenuit geopend kan worden. De ingenieuze baksteenconstructies zijn hier en daar met modern beton gestut, en door een van de gewelven stroomt een onderaardse beek. Er is ook een museum. (UIS 27-28). Deze beschrijving klopt niet helemaal. Zie de postcodekaarten. Gang (nauwkeuriger) intekenen.

  2. Friykichof-esterulâr (in Tanb˙r) •

    Onderaardse vluchtgang, aangelegd in ca. 1600, en opnieuw ontdekt in 1947. In 1950 is de gang (ca. 3 km lang) geheel gerestaureerd; sinds 1955 rijdt er een smalspoortreintje door. In de kelders aan het ene einde van de gang zijn een restaurant, een bioscoopzaaltje en een klein museum ondergebracht. De gang maakt deel uit van een veel groter gangenstelsel onder Tanb˙r; sommige hebben gemetselde gewelven, andere zijn uit de rotsen gehakt. Niet alle gangen staan echter met elkaar in verbinding.

  3. Kôft-esterulâr (gem. Troebas˙rt) • {I 03}

    Esterulâr vanuit het voormalige kasteel Seyrt-na-Kôft, mondt uit bij de Klinn˙r-oever, 3150 m lang. De ingang van de vluchttunnel heeft zich waarschijnlijk ooit in een kelder van het kasteel bevonden. Tegenwoordig begint de tunnel abrupt tussen het struikgewas. Van het kasteel is niets meer herkenbaar. De laatste brokstukken ervan zijn tussen ca. 1830 en 1870 gebruikt voor de bouw van een brug over de Klinn˙r. Deze brug is in 1914 ingestort, en sindsdien vaart er een pontje (verbinding in weg 53 tussen Crelco en Xôt). De F.A.S. heeft deze esterulâr tot beschermd object verklaard, zie object 862 .

  4. Refsâfmonne-esterulâr (gem. Leeserf) • {L 06}

    Esterulâr vanuit het voormalige kasteel Refsâfmonne. Van het kasteel resteren nog enkele brokstukken in een dicht bosgebied, en hier is ook nog de ingang van de tunnel te vinden. Het eerste deel van de tunnel (ruim 100 m) is nog begaanbaar; de rest is ingestort en niet of nauwelijks terug te vinden. Sommigen vermoeden dat de tunnel ruim 2 km lang was en bij de oever van de Lassos uitmondde, maar anderen denken aan een veel kortere tunnel, die ergens in het bosgebied aan de oppervlakte kwam. Voor geen van beide lezingen is er (tot nu toe) bewijs voorhanden.
    De tunnelingang en de restanten van het kasteel kunnen met een gids bezocht worden (houd rekening met een weinig comfortabele rit met een jeep vanuit het dorp Akarmonne (ongeveer 7 km over hobbelige bospaden). De F.A.S. heeft deze esterulâr tot beschermd object verklaard, zie object 865 .

  5. Zlako-esterulâr (gem. Crea (LA)) • {J 08}

    Esterulâr vanuit het (ergynische) Creaviy-klooster; de vluchtgang splitst zich na ongeveer een kilometer in twee andere gangen, die beide na weer een kilometer aan de oppervlakte komen. De noordelijke tak mondt uit in de kelder van een landhuis, de zuidelijke tak mondde ooit uit in een kerkje, waarvan nu alleen nog een ruďne over is.

    Via deze vluchtgangen konden de kloosterlingen ontsnappen als hun klooster ooit aangevallen of belegerd mocht worden. Dit schijnt nooit voorgekomen te zijn, maar daarentegen is de noordelijke gang tussen ca. 1710 en 1780 gebruikt om vaten met wijn het klooster binnen te smokkelen. Er bestaat nog een oud gerechtsdocument (bewaard in het stadsarchief van Hoggebim), waarin deze smokkelaffaire zeer gedetailleerd is beschreven. Kohylle, het "kloosterhoofd" dat vanaf 1755 de leiding van dit klooster had, heeft volgens de rechtszaak die in het document is beschreven, in 1781 toegegeven dat hij op de hoogte was van de wijnsmokkel, en ook dat het "algemeen bekend" was dat deze smokkel al vanaf ca. 1710 plaatsvond.

    De rechter had geen problemen met het feit dat de kloosterlingen wijn dronken, maar wel met het feit dat er over de wijn geen accijnzen werden betaald. Hij veroordeelde Kohylle tot de doodstraf: verdrinking in een vat wijn, maar omdat straffen, opgelegd door een burgerlijke rechtbank, nooit bij geestelijken ten uitvoer gebracht kunnen worden, en in het geval van een Ergynne-geestelijke de Reelâ altijd het laatste woord heeft, heeft Kohylle nimmer zijn straf ondergaan. Tot zijn dood in 1789 is hij kloosterhoofd gebleven.
    Tegenwoordig kan de ingang van de tunnel, in de kelder van het klooster, bezichtigd worden. Ook de uitgang ervan, in het landhuis, is te bezichtigen. Maar de rest van de tunnel is niet toegankelijk en voor grote delen ook ingestort. De F.A.S. heeft deze esterulâr tot beschermd object verklaard, zie object 875 .

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 00 • SPARC 05 aug 2000

namen van vestingsteden - DICTIO {G} - 11.03.06
namen van andere verdedigingswerken - DICTIO {N} - 11.03.06