Spokanisch Archief

Veraquandro-zaal
Overkoepelende bestanden
Ministeries en ministers
Bestuur: adressen van instanties
Politieke partijen: zetelverdeling
Postzegels
 
 

Toen in 1894 Pegrevië bij Spokanië werd gevoegd, werd het Koninkrijk Spokanië twee keer zo groot. Dit betekende een globale verdubbeling van het aantal leden van de Volksvertegenwoordiging en van de Eilandsafgevaardigden. De toenemende complexiteit van het bestuur leidde tot meer ministers en een uitbreiding van de Adviesraad.

Al deze politici konden niet meer gehuisvest worden in de oude zaal waar de Volksvertegenwoordiging bijeen placht te komen. Daarom is er in 1894 direct besloten om het gebouw van de Volksvertegenwoordiging uit te breiden met een nieuwe vergaderzaal. Deze is in 1900 met een grote plechtigheid geopend, en kreeg de naam Veraquandro-zalas, genoemd naar de beschermvrouwe van het smidsgilde.

Maar toen in 1954 prinses Veraquandro Corona op tweejarige leeftijd aan een longontsteking was overleden, heeft de Volksvertegenwoordiging bedacht dat de zaal naar dit prinsesje vernoemd zou moeten worden. Met een grote ceremonie is de Veraquandro-zalas toen omgedoopt tot Veraquandro-zalas, wat veel Spokaniërs een nogal idiote vertoning vonden, want in feite veranderde er niets aan de naam!

Bij de bouw van de zaal zijn materialen uit het hele land verwerkt, waarbij de architect er goed op heeft gelet dat geen enkel eiland iets te kort kwam. Van Berref is al het eiken- en beukenhout voor de lambrizeringen en dakbalken afkomstig; Liftka heeft het marmer voor de wanden en traptreden geleverd; de schapen van Brÿr hebben de wol geleverd voor de lichtblauwe Koninklijke Loper, en ook de verf is op dit eiland gemaakt; de schapen van Teujan hebben de wol geleverd voor de rode gordijnen; van Tigof is het koper afkomstig waarvan de balustrades en lichtornamenten zijn vervaardigd; en ten slotte: op Lomky zijn de stoffen voor de gordijnen en stoelbekleding geweven. Lomky was in die tijd een arm eiland waar geen geschikte materialen vandaan kwamen, en daarom heeft men bedacht dat de hongerende bevolking hier zelf een bijdrage kon leveren met betaald handwerk.

Het eiland Garos behoorde in 1900 nog niet tot het Koninkrijk, maar toen het er in 1958 bij werd gevoegd, moest er ook van dit eiland iets komen om de Veraquandro-zaal op te fleuren. Garos leeft voornamelijk van de visserij en het toerisme, en dat zijn geen zaken om een zaal mee aan te kleden. Daarom leveren enkele iemkers op Garos de bijenwas waarmee het houtwerk van de balustrades en tafels wordt behandeld. Daarmee is Garos het enige eiland dat permanent een bijdrage aan de zaal levert, want het houtwerk wordt tot op de dag van vandaag elk kwartaal met bijenwas opgepoetst. De bijentelers van Garos krijgen sinds 2000 een subsidie om hun beroep, en daarmee de aanvoer van bijenwas, veilig te stellen.

Onder normale omstandigheden is de afdeling voor Genodigden en Pers met een gordijn van de rest afgescheiden, en ook de Troon is met draperieën aan het oog onttrokken, tenzij de Koning persoonlijk bij een vergadering aanwezig is (als voorzitter van de Adviesraad). Alleen op Nâmpa-dag (het Spokanische equivalent van Prinsjesdag), gaan alle gordijnen open en wordt de gehele zaal gebruikt. De Koning schrijdt dan door het gangpad tussen de Volksvertegenwoordigers door naar de Troon en leest aldaar de Troonrede. Een deel van de Kjelefs, van de Domenners, en de leden van de koninklijke familie en alle genodigden zitten echter zodanig dat ze de Koning niet kunnen zien, maar tegen de rug van de Troon aankijken. Daarom zijn er sinds 1980 tv-camera's geïnstalleerd, zodat deze groep aanwezigen de Koning op monitors kan volgen.

Het verhaal gaat dat men omstreeks 1912 geëxperimenteerd heeft met spiegels, die zodanig stonden opgesteld dat de aanwezigen de Koning via deze spiegels konden zien. Maar het was vooral de Koning zelf die zichzelf zag, waartegen hij bezwaar maakte zodat de spiegels weer zijn verwijderd. Of deze anekdote op waarheid berust is helaas op geen enkele wijze aan te tonen.

Normaliter staan er in het midden van de ovale verlaagde ruimte twee enorme tafels; achter de een zit de voorzitter van de vergadering, achter de ander zitten twee griffiers. Deze tafels worden op Nâmpa-dag verwijderd.

Er zijn feitelijk 348 plaatsen voor de Volksvertegenwoordigers beschikbaar, maar de wet schrijft voor dat het aantal oneven moet zijn (zodat er bij stemmingen altijd een meerderheid is). Eén van de zetels (midden-achter) mag daarom nooit gebruikt worden. Deze staat er symbolisch, en om dat te benadrukken is de zitting uit de zetel verwijderd. Deze stoel wordt wel spottend "het gat van het Koninkrijk" genoemd, waarbij "gat" op vele dingen kan slaan.

Boven langs de zaal loopt langs alle wanden een galerij met de publieke tribune. Hier is ook ruimte gereserveerd voor de pers.


Enkele Volksvertegenwoordigers die tevens zitting hebben in de Culturele en Touristische Commissie hebben in 2000 het initiatief genomen om rondleidingen in de Veraquandro-zaal en enkele andere zalen te verzorgen. In de toeristische maanden april t/m augustus zijn er vaste rondleidingen op dinsdag (13.00 uur) en donderdag (15.00 uur). In de overige maanden, en verder ook op andere dagen en tijden, kan er voor grotere groepen (schoolklassen ed.) een speciale afspraak gemaakt worden. De rondleidingen zijn gratis en duren ongeveer 1 uur.
 
Voor de vaste rondleidingen dient men zich te vervoegen bij de bezoekersingang van de Veraquandro-zaal: Milano-krum 68 te Hirdo. Nadere inlichtingen zijn te verkrijgen op telefoonnummer (010) 2321715 (ook in het Engels).
 
Het gebouw met de Veraquandro-zaal staat aangegeven op de speciale plattegrond met regeringsgebouwen in Hirdo.

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 00 • SPARC 11 mei 1999