Spokanisch Archief

PALEIZEN
Gerelateerd bestand
Ruïnes
 
Terug naar
Bouwwerken
 

Tot precies vrijdag 13 september 1912 had de "gewone" Spokanische burger er geen idee van hoe de persoonlijke vertrekken van de koninklijke familie in het Fordo-seert eruit zagen. Maar op die dag publiceerde het dagblad Kleter Hirdoegg enkele foto's, waaronder deze van de leeskamer/bibliotheek. Veel krantenlezers raakten opgewonden bij het idee dat de koning of koningin (of wellicht samen) op de comfortabele sofa op de voorgrond een boek of tijdschrift zou kunnen zitten lezen.
Ook het grote aantal schilderijen aan de wanden wekte verbazing; velen hadden altijd gedacht dat de wanden tot het plafond met boekenkasten bedekt zouden zijn. Toen een groot deel van het paleisinterieur in de jaren erna werd gemoderniseerd, mocht deze bibliotheek zijn oorspronkelijk 18e-eeuwse inrichting behouden.

 

Alle paleizen in Spokanië, voor zover ze op de deelkaarten zijn aangegeven. Overige paleizen zijn alleen opgenomen als ze in het Spokanisch Archief zijn genoemd. Ruïnes van paleizen zijn opgenomen in het bestand Ruïnes.

¶ = voor het publiek opengesteld (als museum, restaurant, conferentiecentrum ed.)

Het jaartal geeft aan wanneer het kasteel met zekerheid voor het eerst is bewoond. Achter AV staat het aantal vertrekken; hierbij zijn ook keukens, gangen, hallen, opslagruimtes, stallen ed. meegerekend.

Als een paleis op een -deelkaart is aangegeven, staat het aanklikbare kaartnummer tussen {..}. Deelkaarten worden in een apart venster geopend.
Paleizen die op de Centrumkaart van Amahagge zijn ingetekend, worden gevolgd door een aanklikbaar nummer tussen rechte haken [..], zoals dat op deze kaart staat.
Paleizen die op de Centrumkaart van Hirdo zijn ingetekend, worden gevolgd door de aanklikbare code [hirdo].

  Voorbeeld van een paleis met zijn naam op een deelkaart.

Onderstreepte paleisnamen kunnen aangeklikt worden voor een afbeelding.


  1. Alerita-Vender ¶ (gem. Liyrotyka; ca. 1650; AV 24) • {J 09}

    Het gebouw is een vroeg voorbeeld van het simplesmiy, een architectonische stroming die een minimum aan ornamentiek voorstond. Na ca. 1700 is deze bouwstijl in ongenade gevallen en veel gebouwen zijn tussen 1700 en ca. 1850 alsnog van allerlei ornamenten voorzien. Ook het paleis Alerita-Vender is in de loop der decennia "verrijkt" met zuilen, dakkapellen en beeldhouwwerk. Tussen 1962 en 1975 is het geheel weer in de oude staat teruggebracht; tegenwoordig worden er in de fraaie paleistuinen openluchtconcerten en allerlei culturele manifestaties gehouden. De tuinen lopen glooiend af naar de oevers van de Hoggebim-fonis en vormen een uiterst idyllisch decor voor al deze manifestaties.

    Het paleis is gebouwd door koning Amalaliano Côhale, die veel voor de Spokanische cultuur heeft gedaan (hij heeft als eerste ook de bijbel laten vertalen). Maar het was ook een autoritair heerser, berucht om zijn driftbuien. Daarom had het paleis één vertrek met een stenen interieur, waar niets kapot kon. Hier werd de koning door potig paleispersoneel heen geleid en opgesloten, als hij weer eens op het punt stond om een complete ravage aan te richten. Dit driftbestendige vertrek is nog steeds een toeristische bezienswaardigheid.

  2. Aneta-seert ¶ (gem. Girdesef; 1712-1744; AV 18) • {L 08}

    Aan de oever van de Girdestona, district Flenazjekk. Gebouwd tussen 1712-1744 door de toenmalige Pegrevische koning Lotfalyten (1670-1723), in een opvallende neoclassicistische stijl. Tegenwoordig is het paleis een conferentiecentrum met verfijnd restaurant. Enkele stijlkamers uit omstreeks 1720 zijn te bezichtigen. Koning Lotfalyten heeft er vanwege zijn voortijdige dood nooit gewoond.

  3. Belvederr (gem. Monny; 1862-1872; AV 10) • {E 04}

    Op het hoogste punt van de Mesâ Prôta, een gebied met wonderlijk steile heuveltjes ten westen van Blort, heeft koningin Lindokiy Zabert (reg. 1860-1894) in 1862 een paleisje laten bouwen dat na precies 10 jaar betrokken kon worden. Het moest als een soort weekendhuisje dienen, als de koningin in haar schaarse vrije tijd de drukke hoofdstad wilde ontvluchten. Maar al spoedig werd het optrekje min of meer "gekraakt" door haar echtgenoot, prins Justes Michemm, met wie zij al jaren in onmin leefde. Toen het omstreeks 1885 weer wat boterde tussen de twee en zij na lange tijd weer eens een bezoek aan haar weekendhuis bracht, bleek de prins hier vreselijk huisgehouden te hebben. Het interieur was compleet vervuild en uitgewoond, de kostbare tapijten zaten onder de wijnvlekken, de bekleding van de meubels zat vol brandgaten, de gordijnen hingen aan flarden van de verbogen roeden en de deuren zakten uit hun hengsels. Liederlijke feesten waren tot daar aan toe - maar hoe de prins dit voor elkaar had gekregen was een raadsel.

    De koningin ging dermate tekeer dat dit voorgoed tot een breuk tussen de twee leidde. Toen zij in 1901 stierf, had prins Justes Michemm nog 27 jaar lang een gelukkig leven met zijn maîtresse, jonkvrouw Elselyne Hecâne Gyrrt-Hylkâ. Het grootste deel van de tijd bracht hij in dit paleisje door. Tegenwoordig wordt het bewoond door prins Kraltû Atori III, de oudste zoon van de huidige koning. Hij heeft het van binnen grondig laten opknappen, met een smaakvol modern interieur. Het exterieur is in de oorspronkelijke staat gerestaureerd, in een soort neoclassicistische stijl vermengd met traditionele Spokanische elementen. (DOM 133-134)

  4. Casa Valdez ¶ (gem. Asjetto; ca. 1550; AV 12) • {J 12}

    Dit paleis is ontworpen in een sobere Spaanse renaissancestijl en diende ooit als winterpaleis voor de Garosische prinses Imelda, die van Spaanse afkomst was en met prins Wersja Glónt was getrouwd. In het paleis is niet veel te zien, maar een van de zalen is als bioscoop ingericht en daar word je getrakteerd op een nogal amateuristische film die de lotgevallen van Imelda tot in details uit de doeken doet. De prinses wordt voorgesteld als een zielig vrouwtje dat moet lijden onder de grofheden en geilheid van de brute mannenwereld om haar heen. De film is een wonderlijke mengelmoes van speelfilm, gedramatiseerde documentaire en populair-wetenschappelijke nieuwsfeiten. Lees achtergrondinformatie.

  5. Dÿserhille-lofipana ¶ (gem. Lassos; 14e eeuw; AV 15) • {M 05}

    Klein paleis aan de oever van de Lassos, in de 14e eeuw gebouwd door de Pegrevische koning Lotrômyll. Het gebouw is opgetrokken uit ruwe stenen die afkomstig zijn uit een voormalige steengroeve op het landgoed Fentiy-Husof, dat tot ca. 1500 aan de Pegrevische koningsgeslachten toebehoorde. Het paleis ligt in een lieflijk dal, omgeven door bospartijen. Sommige bronnen vermelden dat dit een geliefd jachtgebied van de koning was, maar er is ook een kroniek waarin we kunnen lezen dat de koning dit paleis heeft laten neerzetten als een soort eigendomsmarkering: "Zoals een hond zijn poot optilt om zijn territorium af te bakenen, zo bouwt koning Lotrômyll zijn paleis".

    Het paleis is tot halverwege de 19e eeuw bewoond geweest. Vervolgens raakte het, na een onverklaarbare brand, in verval. Omstreeks 1900 is het gekocht door een excentrieke Engelse bankier die het heeft laten opknappen, waarbij hij de inmiddels verdwenen leien van het dak liet vervangen door golfplaat, omdat hij meende dat dit een Pegrevische traditie was. De bankier leefde er een teruggetrokken bestaan met zijn veel jongere zuster en vele honden en paarden. Na zijn dood in 1922 heeft zijn zuster het huishouden nog enkele jaren voortgezet, waarna ze met de noorderzon vertrokken is naar Engeland, alle honden en paarden in verwaarloosde toestand achterlatend. De bewoners van het naburige dorp Justes-ef-Ierquf hebben zich over de dieren ontfermd (voor zover ze nog in leven waren) en het paleis raakte opnieuw in verval. Omstreeks 1930 heeft de gemeente Lassos in enkele Spokanische en Britse dagbladen een advertentie geplaatst met een oproep of mogelijke erfgenamen zich wilden melden. Toen hierop geen enkele reactie kwam heeft de gemeente het paleis in 1940 geconfisqueerd. Het is vervolgens tot 1975 in gebruik geweest als psychiatrische inrichting. In 1982 is het gekocht door een welgestelde dame die beweert een nazaat van koning Lotrômyll te zijn. Zij heeft het paleis geheel opgeknapt en weer op traditioneel Pegrevische wijze ingericht. Het is mogelijk om het paleis na afspraak te bezichtigen.

  6. Feuty-lofipana (gem. St.Feuty; ca. 1707; AV 24) • {J 04}

    Dit paleis is gebouwd in opdracht van de Pegrevische koning Lotfalyten (leefde 1670-1723, regeerde 1703-1723). In zijn tijd moet het paleis in een prachtig bosgebied gelegen hebben waar hij naar hartenlust kon jagen. Tegenwoordig is het een woest, kaal berggebied, met hoogstens wat struikgewas en stug gras. De laatste Pegrevische koning (Lotcârmen) verbleef in de zomermaanden tot aan zijn dood in 1894 regelmatig in dit paleis. Nadat Pegrevië in dat jaar bij Spokanië werd ingelijfd, wordt het paleis permanent bewoond door enkele nazaten van de koning. De huidige bewoner, een verre neef van de laatste koning, leeft er met zijn vrouw en vier kinderen een teruggetrokken bestaan.

  7. Fordo-seert (in Hirdo; 1734-1739; AV 34) • [hirdo]
    • Fordo-plep • 3000-Hirdo • Tf (010) 2648912 (secretariaat)

    Koninklijk paleis te Hirdo, gebouwd in 1734-39 in opdracht van koningin Larô Atori Thyrra. Het bevat 31 kamers en 3 grote zalen en valt op door de sobere stijl. Het wordt als een van de lelijkste paleizen in Spokanië beschouwd. Koning Huron Herco III noemde het spottend "mijn flatgebouw". Een aantal vertrekken zijn omstreeks 1913 gemoderniseerd, maar in 1960 weer in de oorspronkelijke 18e-eeuwse stijl teruggebracht. Anno 2000 heeft men daar weer spijt van; als enige herinnering bestaat er nog een foto van de werkkamer van koning Huron II, genomen omstreeks 1915, dus vlak na de modernisering.

  8. Fyñgatsj-korsám (gem. Garos; ca. 1790; AV 22) • {GAROS}

    Witgepleisterd paleis in Provençaalse stijl aan de zuidkust van Garos bij het dorpje Prwenfyñgatsj. Hoe dit gebouw er oorspronkelijk heeft uitgezien, weten we niet. Feit is dat het omstreeks 1900 grondig onderhanden is genomen, en omgetoverd is tot een bouwwerk met Zuidfranse allure, inclusief de luiken en de rode dakpannen. Het paleis is nog steeds in bezit van de nazaten van de laatste Garosische prins Pláñges Swersjy, maar het wordt "verhuurd" (naar men zegt) aan de Spokanische koninklijke familie, die hier 's zomers geregeld vertoeft. Bij het paleis hoort een privéstrand en een jachthaventje. Omdat er tussen het paleis en de kust een openbaar pad loopt, is er een tunneltje gebouwd, zodat de koninklijke gasten het strand kunnen bereiken zonder de openbare weg te hoeven oversteken.

  9. Grâtseerts ¶ (gem. St.Ditra-Menso; 1712-1720; AV 18) • {F 07}

    Vanaf ca. 1650 verschenen er talloze jachtsloten, landhuizen en paleizen langs de Grât, waar adellijke en andere welgestelde stadsbewoners hun vrije tijd graag doorbrachten. Wat uiterlijk betreft onderscheidt Grâtseerts zich niet van de kasteeltjes en enorme landhuizen, maar omdat het bedoeld was als onderkomen voor koninklijke personen, heeft het de status van paleis.

    De Spokanische koning Krafta Ber Côhale (reg. 1684-1712) had al omstreeks 1700 plannen om een leuk paleisje aan de Grât te bouwen. In 1712 ging de bouw daadwerkelijk van start, maar toen hij dat jaar zo ziek werd dat hij niet meer kon regeren, en zijn zoon (dictator) Kraltû Atori Laji de macht greep, kwam de bouw al na enkele maanden stil te liggen. In 1714 wordt de dictator afgezet, hij vlucht naar Garos, en zijn zuster, Larô Atori Thyrra volgt hem als koningin op. Omdat zij dan nog maar enkele jaren oud is, treedt Trôma Feertupiyre als voogd op (tot 1731, als de koningin 20 jaar oud is en geacht wordt zelf te regeren). Het is Trôma Feertupiyre die opdracht geeft om de bouw van Grâtseerts voort te zetten, want hij is van mening dat dit een goede locatie is voor de jonge koningin om op te groeien. Inderdaad heeft Larô Atori Thyrra vanaf 1720 tot 1731 in dit paleis gewoond. Toen zij de regeringstaken op zich nam, is zij naar de toenmalige hoofdstad Blort verhuisd. Toen hier twee jaar later (1733) het paleis afbrandde, besloot zij in Hirdo Fordo-seert te bouwen. Zolang dit nieuwe paleis nog niet gereed was, woonde ze weer in Grâtseerts. Toen zij in 1739 Fordo-seert kon betrekken, heeft ze nooit meer een voet in Grâtseerts gezet. Het paleis raakte in verval, en is omstreeks 1850 geheel opgeknapt door koning Halari Hecoiy Huron. Na zijn dood in 1880 heeft het paleis een openbare bestemming gekregen. Het is nu een museum en er worden regelmatig concerten gegeven.

  10. Helurfe-Seert ¶ (gem. Lenano; ca. 1400; AV 20?) • {B 01}

    Paleisruïne, beschermd monument. Zie bestand Ruïnes en UIS 85.

  11. Kerlôs-lofipana ¶ (in Amahagge; ca. 1780; AV 31) • [26]
    • Kerlôs-mirra 3 • 4004-Amahagge • Tf (040) 2807333

    Om duidelijk te benadrukken dat Jelafo een deel van Spokanië was, en dat Pegrevië met zijn vingers van dit deel van Liftka diende af te blijven, liet koning Gremsû Halorius Huron (reg. 1770-1793) op diverse strategische punten in Jelafo kastelen en paleizen bouwen. "Zoals honden hun poot her en der optillen om hun territorium af te bakenen, zo plant onze gezegende Koning her en der zijn rijke bouwwerken neer", schreef een anonieme kroniekschrijver omstreeks 1775 (de man keek wel uit om zijn identiteit bekend te maken, want koning Gremsû had hem waarschijnlijk direct in een kerker geworpen).

    Ook het Kerlôs-paleis in Amahagge was zo'n "territoriumafbakening". Toen het imposante bouwwerk omstreeks 1780 gereed was, kwam Gremsû Halorius Huron elk jaar in juli met zijn familie en gevolg (ruim 100 mensen) naar het paleis. Hier woonde hij dan tot halverwege september, om vervolgens weer terug te keren naar Fordo-seert. Zo herinnerde hij de bevolking van Amahagge en de rest van Jelafo eraan wie in dit deel van Spokanië de baas was. De jaarlijkse verhuizing had heel wat voeten in aarde, want de koning was zeer gehecht aan zijn spulletjes (meubilair, boeken, muziekinstrumenten, kleding) en dat moest allemaal meegesleept worden uit Hirdo. Als hij dan eindelijk in het Kerlôs-paleis alles geregeld had, vertrok hij weer naar Hirdo.

    Tegenwoordig is het paleis in het bezit van de gemeente Amahagge. Het heeft voornamelijk een representatieve functie voor de gemeente. Er worden recepties, bijeenkomsten en congressen gehouden. Ook organiseert de gemeente hier regelmatig exposities. Een bijzondere functie vervult het paleis altijd in het eerste weekend van mei, want dan logeren hier de 27 domenners (eigenaren van de officiële landgoederen, ofwel šarkdomenns) met hun familie, omdat zij dan hun jaarlijkse galafeest in het Šark-seert in Amahagge hebben.

  12. Klarbÿr-lofipana (in Blort; 18e eeuw; AV 16) •

    Het "Oeverpaleis" is in de 18e eeuw gebouwd en in 1919 "gemoderniseerd". Tegenwoordig ontvangt het staatshoofd hier zijn belangrijke gasten. Ook president Reagan heeft hier gelogeerd. En prins Claus was heeft in het paleis in 1990 gedineerd toen hij een privé-bezoek in Spokanië aflegde.
    Elk jaar op 29 december wordt hier de traditionele Diplomatenreceptie gehouden, waarbij de Koning de gastheer is en alle ambassadeurs, consuls en overige belangrijke buitenlandse diplomaten uitnodigt. (DOM 66-67)

  13. Kormondô-lofipana ¶ (in Tosiy; ca. 1830; AV 12) •

    Het "Zomerpaleis" is omstreeks 1830 gebouwd en diende tot 1965 als zomerresidentie voor de koninklijke familie. Koning Huron III vertoefde er nog regelmatig, maar zijn zoon (Huron Herco IV) had geen interesse meer in deze residentie en schonk het gebouw in 1973 aan de gemeente Tosiy, mits de gemeente het zou opknappen en er een culturele bestemming aan zou geven. Tegenwoordig worden er kamerconcerten gehouden en is er een interessante kunstcollectie te bewonderen.

  14. Liftkar-Clamiða (gem. Tunbas; ca.1720; AV 35) • {G 02}

    Paleisruïne, beschermd monument. Zie bestand Ruïnes.

  15. Oblemiy-seert (gem. Penenen; 1850-1855; AV 34) • {B 03}
    • Oblemiy-vender • 1004-Penenen

    Koning Halari Hecoiy Huron liet dit paleis in traditionele Tjempse stijl bouwen op de plaats waar volgens een oude kroniek ooit een ergynische tempel moet hebben gestaan. Men beweert dat de koning met de bouw van dit paleis een signaal heeft willen afgeven aan de katholieke Tjempse bevolking dat ze niet moeten vergeten dat hier ooit de Ergynne heerste.

    Koning Halari Hecoiy Huron keerde zijn rug naar Europa, maar meende dat contacten met het "westen" (Amerika dus) bevorderlijk waren voor de welvaart in zijn land. Omdat hij daarom een groot voorstander was van de ontwikkeling van de havens en bedrijvigheid in Bôrâ, is de bouw van dit paleis, zo in de nabijheid van Bôrâ, begrijpelijk. De Koning wenste dicht bij het vuur te zitten dat hij meende te moeten aanwakkeren.

    Het paleis wordt tegenwoordig bewoond door prins Lerdu Geeneg-Hubert(de broer van koningin Maquerta loefe) en zijn vrouw, prinses Louisa Lamy. Het schijnt een favoriete plek te zijn voor de koninklijke familie om feestjes en recepties voor intieme vrienden te geven. Ook buitenlandse gasten worden er graag in een informele sfeer ontvangen. Zo heeft de voormalige Franse president Chirac er in de zomer van 2005 enkele nachten gelogeerd. Hij schijnt zich zeer lovend uitgelaten te hebben over de rode wijn van de wijngaard Ludana, en was ook uiterst ingenomen met het feit dat de Spokanische koningin zo goed Frans spreekt (een feit waarvan men in Spokanië nauwelijks op de hoogte is).

  16. Pelmertâs-lofipana (in Hirdo; 1872; AV 27) • {hir-c6}
    • Albert-wuma-weg • 3001-Hirdo

    Paleis in Zuid-Hirdo, op een aan de Trendon gelegen landgoed (helaas doorsneden door hoofdweg 37, maar de snelweg M69 gaat er met een tunnel onderdoor). Gebouwd door koning Aleroh Cafociy Zempeha en in gebruik genomen in 1872, als zomerpaleis. Oorspronkelijk waren de meeste vertrekken "rustiek" ingericht, in een Engelse landhuisstijl met ruwhouten plafondbalken, eikenhouten lambrizeringen en enorme openhaarden. In 1895-1899 hebben de eetzaal en wat kleinere vertrekken een meer "koninklijke" allure gekregen door ze te verbouwen in een late Lodewijk XVI-stijl.

    Tegenwoordig is het paleis alleen in gebruik bij officiële gelegenheden. Buitenlandse staatshoofden kunnen hier logeren. President Reagan heeft hier een nacht geslapen, en koningin Elizabeth II zelfs drie nachten. Ook voor president George W. Bush schijnt er ooit een bed te zijn opgemaakt; maar zijn bezoek aan Spokanië werd vanwege de aanslagen op 11 september 2001 afgezegd, en daarna is het er nooit meer van gekomen (of liever: heeft Spokanië zo'n bezoek altijd weten af te houden).

  17. Prensjej-korsám ¶ (in Garos; ca. 1645; AV 37) •
    • Lofipana-lirrotiy (Korsám-plásj) • 7200-Garos

    Het "Prinselijk Paleis", aan de rand van Garos-stad; na het vertrek van prins Pláñges Swersjy uit Garos (in 1958) raakte dit paleis in verval. Slechts een deel was te bezichtigen. Tussen 1985 en 1993 is het paleis geheel restaureerd, en tegenwoordig dient het als Museum, Conferentie-oord, grand café Ef Prensjá (De Prinses) en specialiteitenrestaurant Ef Prensjy (De Prins). Het gemeentebestuur van Garos probeert met dit prestige-object ook een "beter" soort toeristen naar Garos te lokken.

  18. Rense-lofipana (in Minde; 1736; AV 31)

    Het paleis is gebouwd in 1736, in opdracht van koningin Larô Atori Thyrra; het besluit van deze koningin om de winters in het milde Minde door te brengen, heeft deze stad tot een populaire badplaats gemaakt. Tegenwoordig woont prinses Chila Fantin er.

  19. Romus-lofipana (in Blort; 1610-1613; AV 22)

    Toen koning Hacori Festo Zlebaôno (die zich graag keizer liet noemen) in 1610 vrijwel het gehele district Jelafo (op Liftka) verloor (het werd tot 1653 tijdelijk Pegrevisch grondgebied), besloot hij om zijn macht in het resterende deel van Spokanië extra tot uitdrukking te brengen. Dit diende onder meer te gebeuren met het oprichten van vele prestigieuze gebouwen. Hij begon met de bouw van een nieuw paleis in de toenmalige hoofdstad Blort; dit werd het Romus-paleis, dat in een recordtijd van 3 jaar uit de grond werd gestampt. Tussen 1614 en 1624 zouden er nog diverse triomfbogen, torens en monumentale gevels volgen. Het hoogtepunt is de bouw van de Nationale Bibliotheek in 1623 in Hirdo. In het Romus-paleis worden maquettes van al deze bouwwerken bewaard, maar de collectie is helaas niet voor het publiek toegankelijk.

  20. Šâmpes-seert ¶ (in Mollefin; ca. 1720; AV 23) •
    • Pegreff-avenû • 5100-Mollefin

    Voormalig paleis van de Pegrevische koningen, in het centrum van Mollefin. Tegenwoordig gedeeltelijk in gebruik als kantoor van de gemeente Mollefin. Enkele vertrekken zijn in de oorspronkelijk staat teruggebracht en worden als "stijlkamers" gekoesterd. Ze zijn alleen op afspraak te bezichtigen (informatie bij het stadhuis van Mollefin). De omringende tuin met een waterpartij is tegenwoordig een openbaar park - een van de weinige groengebieden in de binnenstad.
    Het verhaal gaat dat Šâmpes een verbastering is van het Franse "champs", en dat het paleis ooit "Maison des Champs" (Huis van de Velden) werd genoemd. Er is echter nergens te achterhalen dat het Frans in de Pegrevische tijd ooit gebruikt zou zijn.

  21. Seert rifo Kester-dunje ¶ (gem. Manes-Halâf; ca. 1720; AV 20) • {M 03}

    Dit paleis (in het Pegrevisch bekend als Sârt riëƒ Kester-duën) ligt majestueus in een duingebied langs de Kester-eka, de inham in het zuidoosten van Teujan waar de Polea in zee stroomt. Het is gebouwd in een hoefijzervorm, met de open zijde naar het water toe, zodanig dat er een intieme binnenplaats met een prachtig uitzicht over zee is ontstaan. Lees achtergrondinformatie.

  22. Sparot-lofipana ¶ (gem. Blort; 1752; AV 17) • {E 04}

    Het "Sparrenpaleis", gebouwd in 1752. Tot 1793 het koninklijk paleis want Blort was toen de hoofdstad van Spokanië; momenteel verkeert het paleis in zeer vervallen staat; alleen de stallen zijn opgeknapt (hierin is een galerie), en op het grote voorterrein (ooit een schitterende tuin) worden braderieën en volksdansfeesten gehouden; zo lang het paleis nog in bezit was van gravin Lindokiy Flâs Comâf-Ef Esperos mocht er geen restauratie plaatsvinden. Op 3 februari 2006 is zij gestorven. Ze heeft het paleis aan de gemeente Blort nagelaten, en toen kon er met de restauratie begonnen worden (hiervoor was reeds lang geleden een fonds opgericht).
    In 2013 is het prachtig gerestaureerde paleis feestelijk geopend. Het dient nu voor allerlei officiële gelegenheden. Het eerste evenement was de uitreiking van de Kristallen Lichtkoepel dat jaar.

  23. Troeba-lofipana ¶ (gem. Troebasÿrt; ca. 1640-1660; AV 40) • {H 03}

    De Spokanische koning Amalaliano Côhale droeg in 1636 een Spokanische bouwmeester op om een sprookjesachtig paleis aan de benedenloop van de Klinnÿr te ontwerpen. Het moest de allure van een Italiaans palazzo krijgen. Omdat Spokanië toen een in zichzelf gekeerd dictatoriaal koninkrijk was, had deze bouwmeester geen idee wat zijn koning bedoelde. De ontwerpen die hij maakte hadden de kwaliteit van een "wegkwijnende boerenhoeve", zoals de koning het in zijn dagboek omschreef. De bouwmeester viel in ongenade bij de koning en vond onder verdachte omstandigheden de dood. Vervolgens heeft Amalaliano Côhale een échte Italiaan naar het Spokanische deel van Liftka laten komen. Of dit een professionele bouwmeester was of een "gewone" Italiaan die met zijn charme de stijve koning wist te imponeren, is niet bekend. Hoe dan ook, in 1660 stond er een prachtig paleis aan de Klinnÿr, waar de koning zich enkele zomers heeft kunnen vermaken met jagen, vrouwen en schaken. Na zijn dood (in 1666) hebben verscheidene generaties koningen, prinsen en hertogen het paleis achtereenvolgens met bacchanalen geruïneerd, weer gerestaureerd, gekoesterd als een warm nest of bejegend als een slagveld. Tegenwoordig staat het leeg, maar is het wel te bezoeken. De gids vertelt veel over architectuur en de totstandkoming van dit gebouw, maar weinig over verdere geschiedenis, want alles met betrekking tot oude dictators ligt gevoelig in het huidige Koninkrijk Spokanië.

    Toen eind december 1999 delen van Spokanië gebukt gingen onder hevige regenval, trad de Klinnÿr buiten zijn oevers waardoor ook de kelders van het (leegstaande) paleis onder water kwamen te staan. Toen werd duidelijk dat het paleis nog wel in gebruik was, want in een van de kelders bleken honderden kostbare Franse wijnen te liggen. Deze hadden op zich geen schade opgelopen, maar veel etiketten waren losgeweekt zodat niet meer te achterhalen viel om wat voor wijn het ging. De eigenaar van de wijn is tot op heden "onbekend", maar het gerucht gaat dat het de koninklijke familie betreft. Waarom niemand dat mag weten en waarom die wijn in een leegstaand paleis wordt bewaard, blijft in nevelen gehuld.

  24. Trymt-lofipana ¶ (in Amahagge; 1704-1712; AV 25) • [12]
    • Avenû-Sinto-Trymt 4 • 4004-Amahagge • Tf (040) 2843098

    Dit paleis is tegenwoordig een museum.

  25. Zrûfâ-eka (gem. Trondom; ca. 1660; AV 19) • {C 04}

    In een fraaie bocht van het riviertje de Zrûfâ heeft koning Môlastiy Lerdu (reg. 1666–1684) een intiem paleisje laten bouwen met twee torens aan de waterzijde. In de ene toren kon hij genieten van de rivier die glinsterde in het licht van opkomende zon, in de andere kwam hij tot rust bij de rode gloed op het water van de ondergaande zon. Tegenwoordig heeft een architectenkantoor zich in dit paleisje genesteld.

© De Twee Hanen v.o.f. • Kimswerd • The Netherlands

DA 00 • SPARC 08 jul 1995

namen van paleizen - DICTIO {N} - 18.10.07